Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Regional Court of Toruń(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
Stb. 125, die op 1 april 2021 in werking is getreden (hierna: de Herimplementatiewet). Daarin is een nieuwe regeling voor de beslistermijn opgenomen. Deze regeling houdt in dat wanneer de rechtbank binnen 90 dagen nog geen uitspraak heeft kunnen doen op het verzoek tot overlevering, zij de beslistermijn enkel nog (telkens) kan verlengen indien zij in afwachting is van een uitspraak van het Hof van Justitie over prejudiciële vragen (artikel 22, vierde lid, OLW) of indien er een onderzoek is ingesteld naar een (mogelijk) reëel gevaar van een schending van de grondrechten zoals bedoeld in artikel 11, eerste lid, OLW (artikel 22, vijfde en zesde lid, OLW).
3.Grondslag en inhoud van het EAB
II K 516/12:
judgement of the Regional Court in Brodnicavan 8 november 2012;
II K 532/12:
judgement of the Regional Court in Brodnicavan 7 november 2012;
II K 164/15:
judgement of the District Court in Brodnicavan 6 oktober 2015;
II K 220/15:
judgement of the District Court in Brodnicavan 18 november 2015.
II K 516/12: een vrijheidsstraf voor de duur van 4 maanden;
II K 532/12: een vrijheidsstraf voor de duur van 1 jaar;
II K 164/15: een vrijheidsstraf voor de duur van 1 jaar;
II K 220/15: een vrijheidsstraf voor de duur van 1 jaar en 4 maanden,
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
II K 516/12en
II K 532/12stelt de rechtbank vast dat de verdachte niet in persoon is verschenen bij het proces dat tot die beslissingen heeft geleid, en dat de beslissingen - kort gezegd - zijn gewezen zonder dat zich één van de in artikel 12, sub a tot en met c, OLW genoemde omstandigheden heeft voorgedaan. Evenmin is een garantie verstrekt als bedoeld in artikel 12, sub d, OLW (een zogenoemde ‘verzetgarantie’).
II K 516/12onder meer het volgende:
II K 532/12is de aanvullende informatie - met uitzondering van de genoemde data - gelijkluidend.
pre-trial proceedingsop 25 februari 2015 is aan de opgeëiste persoon meegedeeld wat de juridische gevolgen zouden zijn van het niet in ontvangst nemen van de aan hem gerichte correspondentie op het door hem opgegeven adres en van het niet doorgeven van een eventuele adreswijziging. De opgeëiste persoon heeft door middel van zijn handtekening bevestigd dat deze informatie aan hem is meegedeeld.
5.Strafbaarheid; feiten waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist
II K 164/15:
mishandelingen
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening;
II K 220/15:
(poging tot) medeplegen van opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen.
6.Slotsom
II K 164/15en
II K 220/15is vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW, er ook overigens geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg staan en er geen sprake is van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven, dient de overlevering voor die vonnissen te worden toegestaan. Voor het overige moet de overlevering worden geweigerd.
7.Toepasselijke wetsbepalingen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Regional Court of Toruń(Polen) ten behoeve van de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraffen die zijn opgelegd in de vonnissen
II K 164/15en
II K 220/15voor de bij die vonnissen behorende feiten zoals omschreven in onderdeel e) van het EAB.
[opgeëiste persoon]voor zover het EAB betrekking heeft op de vrijheidsstraffen die zijn opgelegd in de vonnissen
II K 516/12en