Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
‘levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor personen’. Gelet op het tijdstip (midden in de nacht) en de locatie (verlaten winkelcentrum) van de ontploffing blijkt geenszins dat er gevaar voor personen voorzienbaar was.
5.Bewezenverklaring
6.Bewijs
7.Strafbaarheid van de feiten
8.Strafbaarheid van verdachte
9.Motivering van de straf en maatregel
de Raadzijn advies toegelicht.
nietgeven, nu
'levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor personen',zoals onder 2 ten laste gelegd. Verdachte is niet eerder veroordeeld voor ernstige feiten (zoals straatroven, overvallen en andere geweldsdelicten), er is sprake van een steunend netwerk van begeleiders (in het kader van begeleid wonen bij Paraat Zorg) en zijn sociale omstandigheden lijken nu stabiel. Gelet hierop acht de rechtbank het gevaar dat er in zijn algemeenheid ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen onvoldoende aanwezig om de dadelijke uitvoerbaarheid te rechtvaardigen
.
€ 4.000,00vermeerderd met de wettelijke rente voor de materiële schade.
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
11.Beslissing
[verdachte] ,daarvoor strafbaar.
240 (tweehonderdveertig) dagen.
63 (drieënzestig) dagen, van deze jeugddetentienietzal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelastop grond van het overtreden van de na te noemen algemene en bijzondere voorwaarden.
2 (twee) jarenonder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde:
- naar school gaat volgens het lesrooster;
- zich houdt aan de afspraken rondom zijn bijbaan en deze bijbaan weet te behouden;
- inzicht geeft in zijn contacten en/of vrienden;
- meewerkt aan alle hulpverlening die door JBRA noodzakelijk wordt geacht, ook als dit inhoudt dat hij dient mee te werken aan de hulpverlening van de Intensieve Forensische Aanpak (IFA);
- blijft deelnemen aan het traject van begeleid wonen bij Paraat Zorg of een soortgelijke instelling in het kader van een perspectief biedende woonvorm, ook als dit inhoudt dat hij wordt geplaatst in een andere soortgelijke woonvorm;
- op geen enkele wijze contact opneemt met de medeverdachte [medeverdachte] , geboren op [geboortedag medeverdachte] 2002 te [geboorteplaats 2] ;
- zich zal houden aan een avondklok, inhoudende dat hij op de dagen dinsdag, woensdag, vrijdag en zondag vanaf 19:00 uur tot 07:00 uur bij Paraat Zorg aanwezig is. Op de stagedagen maandag, donderdag en zaterdag is hij vanaf 21:00 tot 07:00 uur bij Paraatzorg aanwezig. De avondklok loopt tot 2 januari 2022.
- zich zal houden aan de afspraken en het weekschema behorende bij het elektronisch toezicht. Het elektronisch toezicht loopt tot 2 januari 2022.
[persoon 2]gedeeltelijk toe en veroordeelt verdachte tot betaling van € 4.000,00 (zegge vierduizend euro) voor materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten 3 april 2021, tot aan de dag van de algehele voldoening.
[persoon 2]ter hoogte van € 4.000,00 (zegge vierduizend euro). Voormeld bedrag bestaat uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten 3 april 2021, tot aan de dag van de algehele voldoening, behalve voor zover deze vordering al door of namens een ander of anderen is betaald. Bepaalt daarbij de maximale duur van de gijzeling op 0 dagen.
Bepaalt dat de benadeelde partij [persoon 2] voor het overige niet-ontvankelijk in zijn vordering is.
werkstraf voor de duur van 40 (veertig) urensubsidiair 20 (twintig) dagen jeugddetentie, indien en zodra het veroordelende vonnis in de zaak met parketnummer 13.105534.21 onherroepelijk is geworden.