ECLI:NL:RBAMS:2021:7361

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
16 december 2021
Publicatiedatum
15 december 2021
Zaaknummer
13/164555-20
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor medeplegen van gewoonteheling en gewoontewitwassen in Amsterdam

Op 16 december 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1984, die samen met medeverdachten gedurende een langere periode op grote schaal gestolen fietsen heeft verhandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en medeverdachten zich schuldig hebben gemaakt aan gewoonteheling en gewoontewitwassen. De verdachte en medeverdachte hebben fietsen aangeboden via Marktplaats en Facebook Marketplace, waarbij niet alle fietsen als gestolen geregistreerd stonden, maar de staat van de fietsen en de omstandigheden wezen op hun criminele herkomst. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 34 dagen, waarvan 30 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 150 uren. De rechtbank sprak de verdachte vrij van enkele specifieke feiten, waaronder de heling van een specifieke fiets en het witwassen van een contant geldbedrag, omdat de herkomst daarvan niet met voldoende zekerheid kon worden vastgesteld. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en medeverdachte, wat leidde tot de conclusie dat zij een gewoonte hebben gemaakt van het plegen van deze strafbare feiten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Parketnummer: 13.164555.20
[verdachte]
Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/164555-20 (13-Omitama)
Datum uitspraak: 16 december 2021
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1984,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres [adres 1]
.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 2 december 2021.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. R. Refos, en van wat verdachte en zijn raadsvrouw, mr. B.G.M.C. Peters, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
1.
primair:
een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van opzetheling tezamen en in vereniging met een ander of anderen van een zestal fietsen in de periode van 1 februari 2020 tot en met 26 juni 2020;
subsidiair:het plegen van opzetheling, dan wel schuldheling, tezamen en in vereniging met een ander of anderen van een zestal fietsen in de periode van 1 februari 2020 tot en met 26 juni 2020;
2. een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van witwassen tezamen en in vereniging met een ander of anderen door (trachten) meerdere fietsen te verkopen aan zevenentwintig personen en/of elf fietsen voorhanden te hebben gehad en/of € 3.697,- contant geld voorhanden te hebben gehad in de periode van 1 juli 2019 tot en met 26 juni 2020.
De tekst van de integrale tenlastelegging is opgenomen in bijlage I die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Inleiding

In januari 2020 ontvangt de wijkagent van de [naam buurt] informatie over het verhandelen van fietsen vanuit en nabij een woning gelegen op [adres 2] . Deze fietsen zouden worden aangeboden op Marktplaats onder de namen “ [naam 1] ”, “ [naam 2] ”, “ [naam 3] ”, “ [naam 4] ” en “ [naam 5] ”.
Een aangever ontdekt dat zijn gestolen elektrische bakfiets door laatstgenoemde gebruikersnaam in februari 2020 te koop wordt aangeboden op Marktplaats. In de maanden maart en april ontvangt de eerder genoemde wijkagent informatie dat het verhandelen van fietsen uit de woning onverminderd doorgaat.
Na onderzoek zijn verdachte, medeverdachte [medeverdachte 1] en medeverdachte [medeverdachte 2] op 26 juni 2020 aangehouden. Verdachte had bij zijn aanhouding in de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] € 3.697,- contant geld onder zich. In diezelfde woning zijn meerdere fietsen, fietssleutels en fiets-gerelateerde voorwerpen, zoals een slijptol, aangetroffen. In de woning van medeverdachte [medeverdachte 2] lagen 108 (fiets)sleutels.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van beide feiten en tot een partiële vrijspraak voor heling van de fiets van het merk Wheeler op 14 juni 2020 (onder feit 1) en het witwassen van het contante geldbedrag (onder feit 2).
Ten aanzien van feit 1 staat vast dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] fietsen voorhanden hebben gehad, waarvan is vastgesteld dat die fietsen van diefstal afkomstig zijn. De hoeveelheid gestolen fietsen die verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] voorhanden hebben gehad sluiten uit dat er sprake kan zijn van toeval. Het gaat om zes fietsen die van diefstal afkomstig zijn, wat een patroon met zich meebrengt. Verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] hebben zich daarom, mede omdat zij niet zorgvuldig hebben gehandeld, schuldig gemaakt aan het medeplegen van gewoonteheling.
Ten aanzien van feit 2 geldt dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] een grote hoeveelheid fietsen voorhanden hebben gehad. Zij hebben hier contact over gehad met (potentiële) kopers en fietsen verkocht, althans trachten te verkopen. Niet alle fietsen stonden als gestolen geregistreerd, maar de criminele herkomst kan ook uit andere feiten en omstandigheden worden afgeleid.
Gelet op de schaal waarop en de periode waarover zich dit heeft afgespeeld, kan worden bewezen dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] een gewoonte hebben gemaakt van het plegen van opzetheling en witwassen.
Omdat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] een gezamenlijke fietsenhandel hadden, is sprake van medeplegen. Dit blijkt onder meer uit de getuigenverklaringen, de waarnemingen en foto’s van de buurtbewoners en de spullen die zijn aangetroffen in de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] .
4.2
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft primair verzocht verdachte vrij te spreken voor beide feiten. Uit het dossier blijkt niet dat verdachte wetenschap heeft gehad dat de fietsen van diefstal afkomstig waren. Er zijn geen aanwijzingen dat verdachte op de hoogte was van geforceerde sloten. Er is sprake van een geestelijke beperking bij verdachte en hij had niet de intentie om een crimineel netwerk op te bouwen. Ten aanzien van het witwassen geldt dat er een aantal fietsen wordt genoemd, waarvan niet is gebleken dat ze van diefstal afkomstig zijn en voorts is er geen sprake is geweest van een verhullende omstandigheid.
Subsidiair heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat opzetheling enkel kan worden bewezen ten aanzien van de fietsen die bij verdachte en niet bij medeverdachte [medeverdachte 1] of op haar adres, zijn aangetroffen.
4.3
Oordeel van de rechtbank
4.3.1
Feiten en omstandigheden
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit. [1]
Aanleiding van het onderzoek 13-Omitama
In januari 2020 ontvangt de wijkagent van de [naam buurt] informatie over het verhandelen van fietsen vanuit en nabij een woning gelegen op [adres 2] . Deze fietsen zouden volgens getuige [getuige 1] en getuige [getuige 2] worden verhandeld door de bewoonster, medeverdachte [medeverdachte 1] , en een Surinaamse man die op een scooter met kenteken [kentekennummer] rijdt, naar later blijkt verdachte en diens scooter. Diezelfde getuige stuurt in februari 2020 foto’s van een tweetal fietsen, een Babboe City-e Electrische bakfiets en een witte Cortina, die zijn gestald voor de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] , naar de wijkagent. Na onderzoek blijkt dat beide fietsen op Marktplaats te koop werden aangeboden onder de gebruikersnamen “ [naam 1] ” en “ [naam 3] ”. Deze fietsen stonden als gestolen, op respectievelijk 3 of 4 februari 2020 en 17 of 18 februari 2020, geregistreerd en zijn door de wijkagent in beslag genomen op 20 februari 2020. [2] De wijkagent constateert voorts dat door beide verkopers meerdere fietsen te koop worden aangeboden. Hiervoor worden ook de gebruikersnamen “ [naam 2] ”, “ [naam 4] ” en “ [naam 5] ” gebruikt. [3]
Op 10 februari 2020 heeft de heer [aangever 1] aangifte gedaan van de diefstal omstreeks 8 februari 2020 van een elektrische bakfiets. Aangever is nog in het bezit van zijn accu. [4] Een dag later ziet hij dat zijn elektrische bakfiets, zonder accu, sinds 10 februari 2020 te koop werd aangeboden op Marktplaats door de gebruikersnaam “ [naam 5] ”. [5] Na onderzoek is gebleken dat deze elektrische bakfiets op Marktplaats eveneens werd aangeboden door de gebruikersnaam “ [naam 4] ”. [6]
Naar aanleiding hiervan is een onderzoek ingesteld naar de beheerder van de genoemde accounts. Het IP-adres dat is gekoppeld aan deze accounts behoort toe aan een huisadres, te weten [adres 1] . Dit is het adres van verdachte. [7] Ook het telefoonnummer dat is gekoppeld aan de gebruikersnaam “ [naam 5] ” is eerder door verdachte, als zijnde zijn telefoonnummer, aan de politie doorgegeven. [8]
Op 12 februari 2020 wordt de gestolen elektrische bakfiets, afgesloten door middel van een hoefijzerslot en kettingslot, aangetroffen in de buurt van de [adres 1] en in beslag genomen. Het framenummer is deels doorgekrast. De verbalisanten concluderen dat de diefstal moet zijn gepleegd met een blanco sleutel waarmee bepaalde hoefijzersloten te openen zijn. Immers kon aangever het hoefijzerslot nog openen met zijn fietssleutel. [9]
Verklaringen buurtbewoners
Eerder genoemde getuige [getuige 1] in januari 2020 verklaart dat de bewoners op [straatnaam 1] in fietsen handelen en dat er soms wel vijf of zes fietsen per dag worden verkocht. [10] Getuige [getuige 1] stuurt vanaf 1 maart 2020 informatie over de kennelijke fietsenhandel naar de wijkagent. Op 1 maart 2020 ontvangt de wijkagent een WhatsApp-bericht met de tekst: “Er staan nu 5 fietsen voor zijn raam”, op 15 maart 2020 met de tekst: “Er staan 3 nieuwe fietsen en er zijn net 2 verkocht” en op 24 maart 2020 met de tekst: “Gisteren was het echt druk bij mijn buurman”. De getuige stuurt op 12 april 2020 een foto van een fiets via WhatsApp met de tekst: “wordt nu verkocht”. De wijkagent spreekt in de omgeving van [straatnaam 1] uiteindelijk met meerdere buurtbewoners. Twee van hen verklaren dat vanuit [adres 2] dagelijks fietsen worden verkocht. [11]
Ook de bewoner van de woning aan [adres 3] verklaart in april dat het stel aan de overkant in fietsen handelt. De wijkagent spreekt eind april nogmaals met getuige [getuige 1] . Zij verklaart dat er nog steeds veel fietsen worden verkocht vanuit [adres 2] en dat er regelmatig fietsen de woning binnen gaan. Op 24 april 2020 is er een bakfiets verkocht, die door de bewoonster van de woning, medeverdachte [medeverdachte 1] , buiten is gezet. De getuige heeft hier foto’s van gemaakt. [12]
Onderzoek Marktplaatsaccounts
Gelet op voorgaande zijn de gegevens, waaronder alle aanwezige e-mails, van de Marktsplaatsaccounts van “ [naam 4] ”, “ [naam 1] ”, “ [naam 3] ”, “ [naam 2] ” en “ [naam 5] ” gevorderd. Hieruit is gebleken dat er in de periode van 1 maart 2018 tot en met 20 maart 2020 in totaal 148 advertenties op Marktplaats zijn geplaatst die betrekking hebben op de handel in fietsen. [13] Naar aanleiding van de e-mails zijn (potentiële) kopers als getuigen gehoord.
De getuigen [getuige 3] [14] , [getuige 4] [15] , [getuige 5] [16] , [getuige 6] [17] , [getuige 7] [18] , [getuige 8] [19] , [getuige 9] [20] en [getuige 10] [21] verklaren via een van voornoemde Marktplaats-accounts een fiets te hebben gekocht. Getuigen [getuige 3] , [getuige 11] en [getuige 9] menen verdachte van de door de verbalisanten getoonde foto te herkennen en getuigen [getuige 5] en [getuige 12] [22] herkennen verdachte daadwerkelijk. Getuige [getuige 8] herkent medeverdachte [medeverdachte 1] en denkt verdachte te herkennen. Zij werd, eenmaal aangekomen op [straatnaam 2] , opgewacht door medeverdachte [medeverdachte 1] , die haar begeleidde naar een paar straten verderop waar meerdere fietsen en (vermoedelijk) verdachte stonden te wachten. Getuige [getuige 4] heeft geld overgemaakt naar het rekeningnummer van verdachte.
De getuigen [getuige 13] [23] , [getuige 14] [24] , [getuige 15] [25] , [getuige 16] [26] , [getuige 17] [27] , [getuige 18] [28] , [getuige 19] [29] , [getuige 20] [30] , [getuige 21] [31] , [getuige 22] [32] , [getuige 23] [33] , [getuige 24] [34] , [getuige 25] [35] , [getuige 26] [36] , [getuige 27] [37] , [getuige 28] [38] en [getuige 29] [39] hebben met een van voornoemde Marktplaats-accounts contact gehad, maar zijn uiteindelijk niet overgaan tot de daadwerkelijke koop van een fiets. De getuigen geven onder meer aan dat zij argwaan kregen doordat er meerdere fietsen werden aangeboden, de verkoper niet met de fiets van de advertentie kwam opdagen of dat de manier van communiceren agressief was. Getuige [getuige 30] ontkent contact te hebben gehad over een fiets via Marktplaats, maar geeft wel toe gebruik te maken van het
e-mailadres wat contact had met het Marktplaats-account “ [naam 4] ”. [40]
Getuige [getuige 13] herkent verdachte en getuige [getuige 15] herkent zowel verdachte als medeverdachte [medeverdachte 1] . Laatstgenoemde getuige omschrijft dat verdachte met de scooter kwam aanrijden en dat medeverdachte [medeverdachte 1] achterop zat. Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft vervolgens de potentiële kopers de weg gewezen, terwijl verdachte de fietsen had opgehaald.
Getuige [getuige 27] heeft verklaard dat hij contact had met een stevige donkere vrouw die in contact stond met [naam 1] . Zij liet op een pleintje meerdere fietsen zien.
Uit de getuigenverklaringen blijkt dat veelal werd afgesproken met (potentiële) kopers op [straatnaam 2] in Amsterdam.
Modus operandi
De rechtbank stelt op basis van het dossier de volgende modus operandi vast. Een potentiële koper benadert verdachte of medeverdachte [medeverdachte 1] via een van de Marktplaats- advertenties. Wanneer de op Marktplaats geadverteerde fiets niet meer beschikbaar is, stuurt verdachte of medeverdachte [medeverdachte 1] in de chat meerdere foto’s van andere fietsen naar de potentiële koper. Er wordt vervolgens, voornamelijk door verdachte, met de potentiële koper afgesproken in de omgeving van [straatnaam 2] te Amsterdam. Verdachte verschijnt soms alleen op de afspraak en soms vergezeld door medeverdachte [medeverdachte 1] . De potentiële koper wordt vervolgens meegenomen naar de plek waar meerdere fietsen staan en zij kunnen vervolgens een fiets naar keuze uitzoeken. [41]
Handelingen van verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] op 25 april 2020
Op 25 april 2020 bevond een verbalisant zich in een woning gelegen aan [adres 3] te Amsterdam. De verbalisant zag dat verdachte voor de deur en medeverdachte [medeverdachte 1] in de deuropening stond. De verbalisant zag dat zij beiden om zich heen keken en dat verdachte het hoefijzerslot van een fiets afhaalde en dit hoefijzerslot aan medeverdachte [medeverdachte 1] overhandigde. Medeverdachte [medeverdachte 1] bracht het hoefijzerslot naar binnen, zette vervolgens de fiets in het fietsenrek op [straat] en sloot deze af door middel van een kettingslot. De door medeverdachte [medeverdachte 1] geparkeerde fiets betrof een Batavus. [42]
Herkennen gestolen fiets op Facebook Marketplace op 16 juni 2020
Op 15 juni 2020 werd er door mevrouw [aangeefster] aangifte gedaan van diefstal van haar Peugeot fiets tussen 13 en 15 juni 2020. [43] Een dag later ziet zij dat haar fiets te koop wordt aangeboden op Facebook Marketplace door het account “ [naam account] ”. Na vergelijking van de foto’s van voornoemd Facebook-account en de Marktplaats-accounts “ [naam 1] ” en “ [naam 5] ” is gebleken dat de omgeving op de achtergrond van de advertenties volledig overeenkomt. De fiets werd in een fietsenrek op [straatnaam 1] aangetroffen en in beslag genomen. [44]
Aanhouding van verdachte en aantreffen fietsen en geld op 26 juni 2020
Op 26 juni 2020 is verdachte in de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] , gelegen aan [adres 2] , aangehouden. [45] Ten tijde van de aanhouding haalde verdachte uit pantoffels briefgeld en stopte dit vervolgens in zijn buideltas. Dit contante geldbedrag, in totaal € 3.697,-, is in beslag genomen. In die woning zijn verschillende kettingsloten, spuitbussen, een slijptol en andere fiets-gerelateerde voorwerpen, zoals zadels, fietsbellen en fietssleutels, aangetroffen. Bovendien zijn in de woning en in de directe omgeving daarvan tien fietsen aangetroffen en in beslag genomen. [46] In de woning werd namelijk een Hoptown 300 vouwfiets aangetroffen. In de tuin een Spirit fiets, een damesfiets Popal en een fiets van het merk Rockrider. Voorts werd tegen de voorgevel van de woning een Cortina aangetroffen. Op [straatnaam 1] , links voor de woning, stonden een Spirit fiets, een Gazelle CityZen en een Batavus Diva fiets met diverse kettingen aan elkaar vast. Rechts voor de woning, eveneens op [straatnaam 1] , werden nog een Desire fiets en Veloretti fiets aangetroffen. [47] De eigenaar van de Gazelle CityZen kon door middel van een sticker van de fietsenwinkel worden herleid. [48] Deze fiets bleek op 19 juni 2020 te zijn gestolen. [49]
Bij het binnentreden van de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] zijn foto’s van de hal gemaakt. Deze foto’s zijn vergeleken met de advertenties op Marktplaats. Op dat moment bieden zowel de Marktplaatsaccounts “ [naam 1] ” als “ [naam 5] ” een fiets te koop aan. Na vergelijking kan worden vastgesteld dat de foto’s bij de advertenties zijn gemaakt in de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] . [50]
Verklaring van verdachte
Verdachte heeft op de dag van zijn aanhouding bij de politie over de rolverdeling verklaard dat hij de fietsen inkoopt en opknapt en dat medeverdachte [medeverdachte 1] de fietsen kan wegbrengen. [51]
Bij de rechter-commissaris verklaart hij tijdens de voorgeleiding dat het klopt dat hij fietsen op straat heeft gekocht en dat hij weet dat er veel fietsen in Amsterdam worden gestolen Daarom keek hij of er een sleutel was en vroeg hij de verkoper als dit niet zo was of de fiets van diefstal afkomstig was. [52]
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij een fout heeft gemaakt. Immers heeft verdachte niet gecontroleerd of de fietsen die hij verkocht waren gestolen.
4.3.2
Beoordeling
De rechtbank is van oordeel dat de Marktplaatsaccounts aan verdachte kunnen worden toegeschreven gelet op de koppeling van het adres van verdachte aan het gebruikte IP-adres, het telefoonnummer en de getuigenverklaringen. Uit onderzoek is eveneens gebleken dat de foto’s van de advertenties in of nabij de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] zijn genomen. Gelet op de overeenkomst van de achtergrond met de advertentie op Facebook Marketplace van “ [naam account] ” kan worden geconcludeerd dat ook dit account door verdachte werd beheerd.
De rechtbank dient de beantwoorden of er sprake is geweest van medeplegen tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] . De rechtbank stelt dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
Uit de feiten en omstandigheden leidt de rechtbank het volgende af. Medeverdachte [medeverdachte 1] stelt haar woning ter beschikking voor de fietsenhandel. Verdachte wordt daarnaast bij een aantal (potentiële) verkopen van fietsen vergezeld door medeverdachte [medeverdachte 1] . Verdachte heeft over die rolverdeling bij de politie verklaard en gezegd hij de inkopen en het opknappen deed en medeverdachte [medeverdachte 1] de fiets bijvoorbeeld kan wegbrengen. Ook heeft hij verklaard dat hij en medeverdachte [medeverdachte 1] wel eens samen gaan om te verkopen. Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft verklaard dat verdachte wel eens aan haar vroeg om een foto van een fiets te maken. De rechtbank neemt ook de handelingen van verdachte tezamen met medeverdachte [medeverdachte 1] op 25 april 2020, de verklaringen van de buurtbewoners en de goederen zoals aangetroffen in de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] op 26 juni 2020 in aanmerking.
Op grond hiervan oordeelt de rechtbank dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] . Er is dus sprake van medeplegen.
Gelet op de hiervoor vastgestelde feiten en omstandigheden acht de rechtbank bewezen dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] zich gedurende een lange periode – te weten van 1 februari 2020 tot en met 26 juni 2020 – opzettelijk hebben beziggehouden met heling van fietsen. Verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] verkochten op grote schaal fietsen. Hiervoor werden advertenties op Marktplaats en (eenmalig op) Facebook Marketplace geplaatst. Er werd veelvuldig afgesproken, op voornamelijk [straatnaam 2] , met (potentiële) kopers. De rechtbank baseert haar oordeel eveneens op de verklaring die verdachte ter terechtzitting heeft afgelegd, inhoudende dat verdachte heeft verklaard dat hij een fout heeft gemaakt en de herkomst van de fietsen niet heeft gecontroleerd. De rechtbank verwerpt daarom het verweer van de raadsvrouw ten aanzien van het ontbreken van de wetenschap van verdachte.
De rechtbank acht ook bewezen dat verdachte in de periode van 1 juli 2020 tot en met 26 juni 2020, tezamen en in vereniging met medeverdachte [medeverdachte 1] , fietsen heeft verkocht of getracht te verkopen aan de personen zoals genoemd op de tenlastelegging met uitzondering van getuige [getuige 12] , terwijl zij wisten dat deze fietsen van diefstal afkomstig waren
Dat niet alle fietsen op de tenlastelegging daadwerkelijk als gestolen stonden geregistreerd, staat niet aan een bewezenverklaring in de weg. Gelet op de staat waarin de fietsen zich bevonden, veelal zonder (hoefijzer)slot, een doorgekrast framenummer, overgespoten en soms met ontbrekende onderdelen (bijvoorbeeld een accu) of toegevoegde accessoires (zoals een kinderzitje), en de plek waar de (potentiële) verkoop plaatsvond, acht de rechtbank het aannemelijk dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] wisten dat zij door misdrijf verkregen goederen voorhanden hebben gehad en/of hebben verhandeld. Hetzelfde geldt voor de aangetroffen fietsen in de woning op [adres 2] en in de nabije omgeving daarvan.
Voorts dient de rechtbank de vraag te beantwoorden of verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] hier een gewoonte van hebben gemaakt. Of een meervoud aan gedragingen kan worden gekwalificeerd als het maken van een “gewoonte”, hangt af van de concrete omstandigheden van het geval. Daarbij kan onder meer betekenis toekomen aan de aard van de gedragingen en de omstandigheden waaronder deze zijn verricht, alsmede aan het aantal gedragingen en het tijdsbestek waarbinnen deze zich hebben afgespeeld. De rechtbank heeft hiervoor vastgesteld dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] veelvuldig fietsen voorhanden hadden en weer verkochten. Uit de verklaringen van de buurtbewoners kan worden opgemaakt dat dit gedurende een langere periode op dagelijkse basis gebeurde. Dit blijkt eveneens uit het onderzoek over de hoeveelheid advertenties die op Marktplaats zijn geplaatst. De rechtbank is van oordeel dat deze meervoud aan gedragingen, op dagelijkse basis, gedurende een langere periode maakt dat sprake is van gewoonteheling en gewoontewitwassen.
De rechtbank spreekt verdachte ten aanzien van feit 1 vrij van de heling van de Wheeler, nu de rechtbank niet kan vaststellen dat verdachte deze fiets voorhanden heeft gehad.
Ten aanzien van feit 2 geldt dat getuige [getuige 12] heeft verklaard dat zij de fiets in juli 2019 heeft gekocht, terwijl de fiets volgens de aangifte van [aangever 2] zou zijn gestolen in de periode van 2 maart 2020 tot en met 10 maart 2020. Nu dit qua tijdlijn onmogelijk is, spreekt de rechtbank verdachte ten aanzien van deze koper vrij.
De rechtbank spreekt verdachte ten aanzien van feit 2 eveneens vrij van het witwassen van het contant aangetroffen geldbedrag. De verdachte heeft over de herkomst van het geld verklaard dat dit afkomstig is van een schadebedrag van een ongeval en vakantiegeld en dit met stukken onderbouwd.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte daarmee een verklaring over de herkomst van het contante geldbedrag heeft gegeven, die concreet, min of meer verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk is. Nu (door de officier van justitie aangekondigd) nader onderzoek door het Openbaar Ministerie naar de herkomst van het contante geldbedrag is uitgebleven, kan niet met voldoende mate van zekerheid worden uitgesloten dat dit contante geldbedrag een legale herkomst heeft. Dit betekent dat niet kan worden bewezen dat verdachte het contante geldbedrag heeft witgewassen, zodat hij daarvan wordt vrijgesproken.
Ten aanzien van de Gazelle CityZen met framenummer [nummer 1] is sprake van een eendaadse samenloop. Immers hebben verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] de Gazelle CityZen in de periode van 18 juni 2020 tot en met 26 juni 2020 voorhanden gehad, hetgeen zowel opzetheling als witwassen oplevert.
4.4
Bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat verdachte
feit 1 primair:
in de periode van 1 februari 2020 tot en met 26 juni 2020, te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander, een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van opzetheling, immers hebben verdachte en zijn mededader op na te melden tijdstippen, na te melden
goederen verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn
mededader ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die goederen wisten dat het door misdrijf verkregen goederen betrof:
1. in of omstreeks de periode van 7 februari 2020 tot en met 12 februari 2020 te Amsterdam, een elektrische bakfiets (framenummer [nummer 2] ), aangifte [nummer 3] ,
2. in of omstreeks de periode van 3 februari 2020 tot en met 20 februari 2020 te Amsterdam, een fiets, van het merk Cortina, aangifte [nummer 4] ,
3. in of omstreeks de periode van 17 februari 2020 tot en met 20 februari 2020 te Amsterdam, een fiets, van het merk Babboe, aangifte [nummer 5] ,
4. in of omstreeks de periode van 19 juni 2020 tot en met 26 juni 2020 te Amsterdam, een fiets, van het merk Gazelle, aangifte [nummer 6] ,
6. in of omstreeks de periode van 14 juni 2020 tot en met 26 juni 2020 te Amsterdam,
een fiets, van het merk Peugeot, aangifte [nummer 7] ;
feit 2:
in de periode van 1 juli 2019 tot en met 26 juni 2020, te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers hebben verdachte en zijn mededader voorwerpen, te weten een groot aantal, althans meerdere fietsen verkocht of getracht te verkopen aan de volgende personen:
- mevrouw [getuige 3] en
- mevrouw [getuige 13] en
- mevrouw [getuige 14] en
- mevrouw [getuige 15] en
- de heer [getuige 30] en
- de heer [getuige 4] en
- mevrouw [getuige 16] en
- mevrouw [getuige 17] en
- mevrouw [getuige 5] en
- mevrouw [getuige 6] en
- de heer [getuige 18] en
- mevrouw [getuige 19] en
- de heer [getuige 7] en
- mevrouw [getuige 20] en
- mevrouw [getuige 21] en
- de heer [getuige 22] en
- mevrouw [getuige 8] en
- mevrouw [getuige 31] en
- de heer [getuige 9] en
- de heer [getuige 24] en
- mevrouw [getuige 25] en
- de heer [getuige 26] en
- de heer [getuige 27] en
- mevrouw [getuige 28] en
- de heer [getuige 10] en
- de heer [getuige 29]
en
een groot aantal, althans meerdere fietsen voorhanden gehad, te weten:
- een vouwfiets van het merk HOPTOWN 300, voorzien van het framenummer
[nummer 8] en
- een groenkleurige dames fiets van het merk SPIRIT, voorzien van het framenummer [nummer 9] en
- een witkleurige damesfiets van het merk POPAL, voorzien van het framenummer
[nummer 10] en
- een fiets van het merk ROCKRIDER, voorzien van het framenummer [nummer 11] en
- een zwartkleurige damesfiets van het merk CORTINA, voorzien van het framenummer [nummer 12] en
- een rosekleurige damesfiets van het merk SPIRIT, voorzien van het framenummer
[nummer 13] en
- een blauwkleurige herenfiets van het merk GAZELLE CITYZEN, voorzien van het
framenummer [nummer 1] en
- een grijze damesfiets van het merk BATAVUS DIVA, voorzien van het framenummer [nummer 14] en
- een zwartkleurige damesfiets van het merk DESIRE, voorzien van het framenummer [nummer 15] en
- een witkleurige damesfiets van het merk VELORETTI, voorzien van het framenummer [nummer 16] ,
- een fiets van het merk Batavus, voorzien van het framenummer [nummer 17] ,
en hebben hij en zijn mededader daarmee die fietsen voorhanden gehad, overgedragen en omgezet, terwijl hij en zijn mededader wisten dat die voorwerpen geheel of gedeeltelijk, - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf.

5.De strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

7.Motivering van de straf

7.1
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte een gevangenisstraf van 34 dagen, waarvan 30 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren, een taakstraf van 150 uren en een geldboete van € 3.500,- wordt opgelegd.
7.2
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht om bij de strafoplegging te volstaan met een taakstraf. De raadsvrouw heeft zich daarnaast op het standpunt gesteld dat er ten aanzien van verdachte geen strafverzwarende omstandigheid is en heeft daarom verzocht om, in lijn met de eis van medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , geen geldboete op te leggen.
7.3
Oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft gedurende een langere periode samen met zijn vriendin op professionele wijze gehandeld in gestolen fietsen. Verdachte heeft hiermee getoond geen respect te hebben voor de eigendommen van een ander en veel (financiële) overlast veroorzaakt. Deze overlast werd, gelet op de getuigenverklaringen, met name veroorzaakt in de buurt van [straatnaam 1] . Op dergelijke feiten kan volgens de rechtbank in beginsel niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Bij het bepalen van de duur van de op te leggen straf heeft de rechtbank gelet op het strafblad van verdachte, waaruit volgt dat hij meerdere malen is veroordeeld voor vermogensdelicten. Dit heeft hem er kennelijk niet van weerhouden om opnieuw vermogensdelicten te plegen.
De rechtbank houdt ook rekening met de persoon van verdachte. Uit het reclasseringsrapport van 18 november 2021, opgesteld door reclasseringswerker [persoon] , is gebleken dat bij verdachte mogelijk sprake is van een verstandelijke beperking. Uit informatie van de toezichthouder van de reclassering als van de klantmanager van het WPI blijkt dat verdacht zich moeilijk begeleidbaar en bepalend opstelt. Of hierbij sprake is van onwil of onvermogen is daarbij onduidelijk. De reclassering adviseert om bij een veroordeling aan verdachte een straf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen, omdat zij geen mogelijkheden zien om met interventies of toezicht de risico’s te beperken of het gedrag van verdachte te veranderen.
De rechtbank vindt, mede gelet op het tijdsverloop, dat de eis van de officier van justitie recht doet aan de persoon van verdachte. De rechtbank zal daarom een gevangenisstraf voor de duur van 34 dagen, waarvan 30 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren, en een taakstraf van 150 uren opleggen. De rechtbank vindt een voorwaardelijk strafdeel belangrijk, zodat verdachte een stok achter de deur heeft en zich zal weerhouden van het plegen van (vermogens)delicten. De rechtbank zal de door de officier van justitie gevorderde geldboete niet aan verdachte opleggen, omdat zij de indruk heeft dat de gevorderde geldboete enkel is ingegeven door het contante geldbedrag dat bij verdachte in beslag is genomen. Het opleggen van een geldboete doet daarbij geen recht aan de aard en ernst van het feit.

8.Beslag

8.1.
Verbeurdverklaring
De rechtbank is van oordeel dat de volgende inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerpen dienen te worden verbeurdverklaard:
1 STK Hangslot (goednummer 5935446);
9 STK Hangslot (goednummer 5935447);
1 STK Gereedschap (goednummer 5935455);
1 STK Gereedschap (goednummer 59354721).
Deze voorwerpen zijn vatbaar voor verbeurdverklaring, nu het gaat om voorwerpen met behulp waarvan het bewezen verklaarde feit is begaan.
8.2.
Teruggave
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voorts gebleken dat de volgende voorwerpen in beslag zijn genomen:
1. 21 STK Sleutels (goednummer 5935167).
Niet is gebleken dat de goederen onder 1 vatbaar zijn voor verbeurdverklaring. Evenmin is het bezit van deze goederen strafbaar. De rechtbank zal gelasten dat deze voorwerpen aan de verdachte zullen worden geretourneerd.
8.3
Bewaren ten behoeve van de rechthebbende
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de volgende voorwerpen in beslag zijn genomen:
STK fiets, merk Rockrider (goednummer 5935307);
1 STK fiets, merk Veloretti (goednummer 5935319);
1 STK fiets, merk Popal (goednummer 5935321);
1 STK fiets, merk Batavus (goednummer 5935330);
1 STK fiets, merk Spirit (goednummer 5935303);
1 STK vouwfiets, merk Hoptown (goednummer 5935338);
1 STK Fiets (goednummer: 5931280);
1 STK Fiets (goednummer: 5911854).
Voornoemde voorwerpen dienen te worden bewaard ten behoeve van de rechthebbende.
8.4
Geldbedrag ad € 3.697,-
De raadsvrouw van verdachte heeft verzocht het beslag op het geldbedrag op te heffen en aan verdachte terug te geven.
De rechtbank stelt vast dat het strafvorderlijke beslag op het geldbedrag reeds is opgeheven. Er resteert conservatoir beslag. De rechtbank kan daarom niet gelasten dat het geldbedrag aan verdachte wordt teruggeven.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 47, 55, 57, 416, 417, 420ter en 420bis van het Wetboek van Strafrecht.

10.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4.4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op (de eendaadse samenloop van)
feit 1 primair:
medeplegen van gewoonteheling; en
feit 2:
medeplegen van gewoontewitwassen.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
34 (vierendertig) dagen.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte van
30 (dertig) dagenvan deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van
2 (twee) jarenvast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast, indien de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet aan de volgende algemene voorwaarden houdt.
Veroordeelt verdachte tot een taakstraf van
150 (honderdvijftig) uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 75 (vijfenzeventig) dagen [.]
Heft op het - geschorste - bevel tot voorlopige hechtenis.
Verklaart verbeurd:
  • 11 STK Hangslot (goednummer 5935446);
  • 9 STK Hangslot (goednummer 5935447);
  • 1 STK Gereedschap (goednummer 5935455);
  • 1 STK Gereedschap (goednummer 59354721).
Gelast de teruggave aan verdachte van:
21 STK Sleutels (goednummer 5935167).
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van:
  • 1 STK fiets, merk Rockrider (goednummer 5935307);
  • 1 STK fiets, merk Veloretti (goednummer 5935319);
  • 1 STK fiets, merk Popal (goednummer 5935321);
  • 1 STK fiets, merk Batavus (goednummer 5935330);
  • 1 STK fiets, merk Spirit (goednummer 5935303);
  • 1 STK vouwfiets, merk Hoptown (goednummer 5935338);
  • 1 STK Fiets (goednummer: 5931280);
  • 1 STK Fiets (goednummer: 5911854).
Dit vonnis is gewezen door
mr. E. van den Brink, voorzitter,
mrs. G.P.C. Janssen en L. Medema-Baroud, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K. Kanters, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 16 december 2021.

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Een proces-verbaal van aangifte met nummer [nummer 4] p. A 0049; Een proces-verbaal van aangifte met nummer [nummer 5] p. A 0052; Een geschrift, te weten een kennisgeving van inbeslagneming met nummer [nummer 18] , p. A 0045; Een geschrift, te weten een kennisgeving van inbeslagneming met nummer [nummer 19] , p. A 0046.
3.Een proces-verbaal van bevindingen met nummer [nummer 20] p. A 0016.
4.Een proces-verbaal van aangifte met nummer [nummer 28] , p. A 0004.
5.Een proces-verbaal van bevindingen met nummer [nummer 21] , p. A 0007.
6.Een proces-verbaal van bevindingen met nummer [nummer 22] , p. A. 0008.
7.Een proces-verbaal van bevindingen met nummer [nummer 23] , p. A 0009.
8.Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 24] , p. A 0056.
9.Een proces-verbaal van bevindingen met nummer [nummer 3] , p. A 0011.
10.Een proces-verbaal van bevindingen met nummer [nummer 20] , p. A 0016.
11.Een proces-verbaal van bevindingen met nummer [nummer 25] , p. B 0129.
12.Een proces-verbaal van bevindingen met nummer [nummer 26] , p. B 0150.
13.Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 27] , p. E 0011.
14.Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 29] , p. F 0001; Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 30] , p. F. 0009.
15.Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 31] , p. F 0073; Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 32] , p. F. 0078.
16.Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer 12847876, p. F 0115; Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 33] , p. F. 0119.
17.Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 34] , p. F 0132; Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 35] , p. F 0145.
18.Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 36] , p. F 0184; Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 37] , p. F 0188.
19.Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer 12883644, F. 0233; Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 38] , p. F 0235.
20.Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 34] , p. F 0264; Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 39] , p. F 0273.
21.Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 40] , p. F 0333; Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 41] , p. F 0336.
22.Een proces-verbaal van verhoor met documentnummer [nummer 42] , p. F 0338.
23.Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 43] , F 0016; Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 44] , p. F 0018.
24.Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 45] , p. F 0029.
25.Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 46] , p. F 0042; Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 47] , p. F 0044.
26.Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 48] , p. F 0093; Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 49] , p. F 0095.
27.Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 50] , p. F 0105; Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 51] , p. F 0112.
28.Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 52] , p. F 0155; Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 53] , p. F 0175.
29.Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 54] , p. F 0170; Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 55] , p. F 0172.
30.Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 56] , p. F 0200; Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 57] , p. F 0202.
31.Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 58] , p. F 0209; Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 59] , p. F 0211.
32.Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 60] , p. F 0222; Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 61] , p. F 0224.
33.Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 62] , p. F 0246; Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 63] , p. F 0257.
34.Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 64] , p. F 0282; Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 65] , p. F 0285.
35.Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 66] , p. F 0287.
36.Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 67] , p. F 0297; Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 68] , p. F 0305.
37.Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 69] , p. F 0307; Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 70] , p. F 0309.
38.Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 71] , p. F 0324; Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 72] , p. F 0327.
39.Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 73] , p. F 634; Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 74] , p. F 639.
40.Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 75] , p. F 0065.
41.Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 76] , p. B 0167.
42.Een proces-verbaal van bevindingen met nummer [nummer 26] , p. B 0150.
43.Een proces-verbaal van aangifte met nummer PL1300- [nummer 7] , p. B 0165.
44.Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 77] , p. B 0158.
45.Een proces-verbaal van aanhouding met nummer [nummer 78] , p. G 0009.
46.Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 79] , p. H 0002; Een geschrift, te weten een kennisgeving van inbeslagneming met nummer [nummer 80] , p. H 0013.
47.Een proces-verbaal van bevindingen met nummer [nummer 81] , p H 0010.
48.Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 82] , p. H 0030.
49.Een proces-verbaal van aangifte met nummer PL1300- [nummer 6] -1, p. H 0031.
50.Een proces-verbaal van bevindingen met documentnummer [nummer 83] , p. C 0042.
51.Een proces-verbaal van verhoor met documentnummer [nummer 84] , p. G 0015.
52.Een proces-verbaal van verhoor verdachte bij de rechter-commissaris van 29 juni 2020 met rc-nummer [rc nummer] .