Op 16 december 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1998, die beschuldigd werd van vuurwapenbezit. De zaak kwam voort uit een incident op 24 augustus 2021, waarbij de verdachte een omgebouwd gas/alarmpistool met munitie bij zich had. Tijdens de terechtzitting op 2 december 2021 heeft de verdachte verklaard dat hij het wapen had gevonden, maar de rechtbank achtte deze verklaring ongeloofwaardig. De rechtbank baseerde haar oordeel op de feiten en omstandigheden, waaronder de bekennende verklaring van de verdachte en het proces-verbaal van bevindingen van de politie. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank overwoog dat het ongecontroleerd bezit van een vuurwapen ernstige gevolgen kan hebben en dat er streng tegen opgetreden moet worden. De verdachte had eerder een taakstraf opgelegd gekregen, maar had zich niet aan de voorwaarden gehouden, wat leidde tot de tenuitvoerlegging van die straf. De rechtbank concludeerde dat de verdachte strafbaar was en dat er geen rechtvaardigingsgrond voor zijn handelen was.