ECLI:NL:RBAMS:2021:7243

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
23 november 2021
Publicatiedatum
13 december 2021
Zaaknummer
13/752023-21
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor overlevering op basis van Europees aanhoudingsbevel met terugkeergarantie

Op 23 november 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door het Amtsgericht Wiesbaden in Duitsland. De vordering tot overlevering werd ingediend door de officier van justitie op 27 september 2021. De opgeëiste persoon, geboren in Nederland, is gedetineerd in een Nederlandse penitentiaire inrichting en heeft de Nederlandse nationaliteit. Tijdens de openbare zitting op 9 november 2021 werd de identiteit van de opgeëiste persoon bevestigd en zijn er geen weigeringsgronden naar voren gebracht door zijn raadsman, mr. L.J.L.M. Dacier.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen beletselen zijn voor de overlevering. De rechtbank heeft ook de garantie ontvangen dat, indien de opgeëiste persoon in Duitsland wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf, hij deze straf in Nederland zal mogen ondergaan. Deze garantie werd verstrekt door de Generalstaatsanwaltschaft Frankfurt am Main.

De rechtbank heeft op basis van de artikelen 2, 5, 6 en 7 van de OLW besloten om de overlevering toe te staan. De uitspraak is gedaan door de voorzitter en twee andere rechters, en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/752023-21
RK nummer: 21/5266
Datum uitspraak: 23 november 2021
UITSPRAAK
op de vordering ex artikel 23 Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. Deze vordering dateert van 27 september 2021 en betreft onder meer het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB).
Dit EAB is uitgevaardigd op 2 september 2021 door het
Amtsgericht Wiesbaden(Duitsland) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon]
geboren te [geboorteplaats] (Nederland) op [geboortedag] 2004
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres] , [woonplaats]
gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [naam PI]
hierna te noemen de opgeëiste persoon.

1.Procesgang

De vordering is behandeld op de openbare zitting van 9 november 2021. Het verhoor heeft plaatsgevonden in tegenwoordigheid van de officier van justitie,
mr. K. van der Schaft. De opgeëiste persoon is bijgestaan door zijn raadsman,
mr. L.J.L.M. Dacier, advocaat te Heerlen.
Op grond van artikel 22, derde lid, OLW heeft de rechtbank de termijn waarbinnen zij op grond van het eerste lid van dit artikel uitspraak moet doen met dertig dagen verlengd omdat zij die verlenging nodig heeft om over de verzochte overlevering te beslissen.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht. De opgeëiste persoon heeft ter zitting verklaard dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat hij de Nederlandse nationaliteit heeft.

3.Standpunt raadsman

De raadsman heeft aan de officier van justitie verzocht om bij de feitelijke overlevering rekening te houden met de in Nederland lopende strafzaken en heeft voorts geen weigeringsgronden of andere beletselen tot overlevering aangevoerd.

4.Grondslag en inhoud van het EAB

In het EAB wordt melding gemaakt van een op 27 augustus 2021 door het
Amtsgericht Wiesbadenuitgevaardigd aanhoudingsbevel met dossiernummer: 70 Gs 616/21 - 7 ER 8/21
- 3350 Js 14365/21 (StA Wiesbaden).
De overlevering wordt verzocht ten behoeve van een door de justitiële autoriteiten van de uitvaardigende lidstaat ingesteld strafrechtelijk onderzoek ter zake van het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan een naar Duits recht strafbaar feit.
Dit feit is omschreven in onderdeel e) van het EAB. Een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van dit onderdeel is als bijlage aan deze uitspraak gehecht.

5.Strafbaarheid

Feit vermeld op bijlage 1 bij de OLW
Onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, moet achterwege blijven, nu de uitvaardigende justitiële autoriteit het strafbare feit heeft aangeduid als een feit vermeld in de lijst van bijlage 1 bij de OLW. Het feit valt op deze lijst onder nummer 18, te weten:
Georganiseerde of gewapende diefstal.
Uit het EAB volgt dat op dit feit naar het recht van Duitsland een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren is gesteld.

6.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW

De opgeëiste persoon heeft de Nederlandse nationaliteit. Zijn overlevering kan daarom worden toegestaan, indien naar het oordeel van de rechtbank is gewaarborgd dat, zo hij ter zake van het feit waarvoor de overlevering kan worden toegestaan in de uitvaardigende lidstaat tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf wordt veroordeeld, hij deze straf in Nederland zal mogen ondergaan.
Op 28 september 2021 heeft het Internationaal rechtshulpcentrum het volgende bericht aan de uitvaardigende justitiële autoriteit gezonden:

Mr [opgeëiste persoon] is a Dutch national. As a consequence, pursuant to Article 5, paragraph 3 of the Framework Decision on the European Arrest Warrant (2002/584/JHA), and Article 6, paragraph 1 of the Dutch Surrender Act, the surrender may only be authorised if we receive the guarantee beforehand that, in case the wanted person is sentenced to an unconditional and irrevocable prison sentence in Germany after his surrender, he will be allowed to carry out his punishment in the Netherlands (pursuant to the European Framework Decision 2008/909/JBZ).
We kindly request this guarantee of return.
De
GeneralstaatsanwaltschaftFrankfurt am Main heeft op 28 september 2021 de volgende garantie gegeven:
“After consultation with Mr [naam] from the Court of Wiesbaden and internally, I hereby inform you that [opgeëiste persoon] will be allowed to carry out his sentence in the Netherlands.”
Naar het oordeel van de rechtbank is de hiervoor vermelde garantie voldoende.

7.Slotsom

Nu is vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW, er ook overigens geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg staan en er geen sprake is van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven, dient de overlevering te worden toegestaan.

8.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 2, 5, 6 en 7 OLW.

9.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan het
Amtsgericht Wiesbaden(Duitsland).
Aldus gedaan door
mr. J.G. Vegter, voorzitter,
mrs. J.A.A.G. de Vries en H.G. van der Wilt, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.L. van Loon, griffier,
en uitgesproken ter openbare zitting van 23 november 2021.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.