In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 14 december 2021 uitspraak gedaan in een bodemprocedure over de afwijzing van een aanvraag voor zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Eiseres, een 62-jarige vrouw met somatische aandoeningen, gehoorbeperkingen en psychische klachten, had een aanvraag ingediend voor een indicatie voor zorg thuis in de vorm van een Persoonsgebonden Budget (Pgb). Het CIZ heeft de aanvraag afgewezen, omdat er volgens hun medisch advies geen noodzaak was voor 24-uurs zorg in de nabijheid. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij zij aanvoert dat haar medische situatie door het CIZ is onderschat en dat de combinatie van haar beperkingen wel degelijk 24-uurs zorg vereist.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er bij eiseres sprake is van een somatische grondslag, maar dat er geen blijvende behoefte is aan 24-uurs zorg. De rechtbank heeft het medisch advies van het CIZ als zorgvuldig en volledig beoordeeld en heeft geconcludeerd dat er geen aanknopingspunten zijn om te twijfelen aan de conclusie dat eiseres niet onder de criteria voor Wlz-zorg valt. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, wat betekent dat zij geen gelijk krijgt en dat er geen aanleiding is voor vergoeding van griffierecht of proceskosten.
De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldig medisch advies bij aanvragen voor zorg en de criteria die gelden voor de toekenning van zorg op basis van de Wlz. Eiseres kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep.