Op 8 december 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1995 en thans gedetineerd. De zaak betreft meerdere woninginbraken en diefstal van een auto. De rechtbank heeft de zaken, die onder verschillende parketnummers zijn aangebracht, gevoegd behandeld. Tijdens de zitting op 24 november 2021 heeft de officier van justitie, mr. J. Geurts, de vordering gedaan, terwijl de verdachte en zijn raadsman, mr. R.J.H. Titahena, hun verweer hebben gevoerd. De tenlastelegging omvat onder andere diefstal met braak in vereniging van goederen uit woningen en diefstal van een auto met een valse sleutel. De rechtbank heeft de bewijsvoering beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de verdachte voor de diefstal van de BMW op 12 augustus 2021 schuldig was, maar sprak hem vrij van de andere tenlastegelegde feiten in zaak A. In zaak B werd de verdachte wel schuldig bevonden aan de diefstal van goederen uit een woning en de rechtbank legde een gevangenisstraf van 12 maanden op, met aftrek van voorarrest. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan ernstige feiten die een grote inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers met zich meebrachten. De rechtbank volgde het advies van de reclassering en legde een straf op zonder bijzondere voorwaarden, gezien de eerdere veroordelingen van de verdachte en het risico op recidive.