Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
bijlagebij dit vonnis en geldt als hier ingevoegd.
3.Waardering van het bewijs
4.Bewezenverklaring
5.De strafbaarheid van de feiten en van verdachte
“Die jongen liep naar de man toe. Ik weet niet waarom. Toen de jongen dichterbij kwam zag ik dat de man een mes trok. Ik zag dat de man het mes voor zich hield. Ik zag dat de jongen wegrende, eerst richting de dreef, de man rende achter de jongen aan.”Uit die verklaring blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat aangever op loopsnelheid op verdachte af kwam, aangezien de getuige in woordkeuze duidelijk het onderscheid maakt met dat de jongen “wegrende”. De aangever heeft gedetailleerd en consistent verklaard dat hij (inderdaad) eerst op verdachte is af gelopen, en op een afstand is blijven staan. Naar het oordeel van de rechtbank vindt de feitelijke toedracht die de verdediging aan het verweer ten grondslag legt, namelijk dat aangever met gebalde vuisten op verdachte is afgelopen, of zelfs afgerend, dan ook geen steun in het dossier. Niet aannemelijk is dan ook, dat verdachte de hem verweten gedraging verricht heeft in een situatie waarin en op een tijdstip waarop voor hem de noodzaak bestond tot verdediging van eigen lijf tegen een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding, dan wel het onmiddellijk dreigend gevaar daarvoor. Er is naar het oordeel van de rechtbank dus op basis van de feiten geen sprake van een noodweersituatie en dus ook niet van noodweerexces.
6.Motivering van de straf en maatregelen
( [persoon 2] ), vader ( [naam vader] ) en zoon ( [persoon 1] ) van het gezin, en met getuige [getuige] . De rechtbank ziet wel aanleiding om dit contactverbod aan verdachte op te leggen. De rechtbank zal dit niet doen als bijzondere voorwaarde bij het voorwaardelijke strafdeel, maar als zelfstandige vrijheidsbeperkende maatregel op grond van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht (Sr), waarbij de rechtbank het contactverbod dadelijk uitvoerbaar verklaart. De rechtbank is van oordeel dat is voldaan aan het criterium van artikel 38v, vierde lid, Sr. De rechtbank vindt namelijk op basis van het dossier dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte zich opnieuw belastend gedraagt tegen deze personen, temeer nu de rechtbank verdachte op basis van onder andere de verklaringen van deze personen veroordeelt.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
bedreiging met zware mishandeling;
eenvoudige belediging;
handelen in strijd met artikel 27, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
[verdachte], daarvoor strafbaar.
90 (negentig) dagen.
[persoon 2] , [persoon 1] ( [geboortejaar] ), [persoon 1] ( [geboortejaar] ) en/of [getuige] , beveelt de rechtbank, gelet op artikel 38v, vierde lid, Sr dat de opgelegde maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
(16 oktober 2020) tot aan de dag van de algehele voldoening.
- [Bijlage{...}]
- [Bijlage{...}]
- [Bijlage{...}]
- [Bijlage{...}]
- [Bijlage{...}]
- [Bijlage{...}]