ECLI:NL:RBAMS:2021:6921
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot verschoning van de rechter in een civiele procedure wegens objectieve omstandigheden en mogelijke schending van onpartijdigheid
In deze zaak heeft de Wrakingskamer van de Rechtbank Amsterdam op 11 november 2021 een verzoek tot verschoning toegewezen. De rechter in opleiding, mr. J.M. van den Berg, had verzocht zich te verschonen van de behandeling van een civiele zaak (zaaknummer C/13/685885 / HA ZA 20-652) vanwege objectieve omstandigheden die de onpartijdigheid in gevaar zouden kunnen brengen. De rechter was eerder verbonden aan het advocatenkantoor Höcker Advocaten B.V. te Amsterdam, waar hij van 1 januari 2000 tot 1 april 2021 werkzaam was. Eiser had in een andere procedure een advocaat van dit kantoor ingeschakeld, wat leidde tot de vrees dat de rechter niet volledig onpartijdig zou kunnen oordelen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de rechter zich niet meer vrij voelde om de zaak te behandelen, gezien de verwevenheid met de advocaat van eiser en de lange verbondenheid met het kantoor. De rechtbank oordeelde dat er omstandigheden waren die het vertrouwen in de rechterlijke onpartijdigheid zouden kunnen schaden. Gelet op de aanbevelingen in de Leidraad onpartijdigheid en nevenfuncties in de rechtspraak, werd het verzoek tot verschoning toegewezen. De procedure in de hoofdzaak zal worden voortgezet met een andere rechter.
De beslissing is genomen zonder mondelinge behandeling, conform artikel 40 van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering, en tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open. De rechtbank heeft bepaald dat een afschrift van deze beslissing moet worden toegezonden aan de betrokken partijen en de rechter.