Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedag] 1976,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres
[BRP-adres] .
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
€ 96.171,39 althans € 57.159,64 en € 17.333,43 afzonderlijk zijn opgenomen. Het is bovendien onduidelijk waarop het Openbaar Ministerie doelt met de bedragen € 96.171,39 althans € 57.159,64 en nagelaten is om te specificeren op welke facturen en/of betalingen wordt gedoeld.
4.Waardering van het bewijs
€ 553.018,89 uitgegeven, zowel contant (€ 215.071,51) als per bank (€ 186.547,38) en daarbij opgeteld het contante geld dat in de kluis is aangetroffen (€ 151.400,-). De betalingen aan [Getuige] dan wel [bedrijf 1] kunnen niet onomstotelijk worden vastgesteld en kunnen niet bijdragen aan het vermeende witwassen. Nu het gezamenlijk inkomen van verdachte en [medeverdachte] in 2016 € 95.594,- was en in 2017 € 73.492,-, is het wellicht begrijpelijk dat een witwasvermoeden is ontstaan.
€ 50.000,- in contanten, in briefjes van vijfhonderd euro, van [medeverdachte] hebben ontvangen. [6]
€ 10.000,-’. [17] Volgens [Getuige] is de paraaf van hem en is het de factuur voor de derde termijn. [18]
€ 5.715,65 is gestort.
€ 153.175,- in contanten aangetroffen [19] , alsmede 154 sieraden. Deze kluis werd gehuurd door verdachte en [medeverdachte] . [20]
€ 20.187,31 privé opgenomen, in 2017 € 16.473,37 en in 2018 € 12.500,-. [34]
(€ 72.919,85) en betalingen ten behoeve van de aankoop roerende goederen van de woning
(€ 50.000,-), de keuken (€ 19.800,-) en de badkamer (€ 5.769,-).
€ 17.331,43. [Getuige] heeft verklaard dat hij geld van [medeverdachte] heeft gekregen voor de factuur van 3 juli 2017 dat hij vervolgens aan [bedrijf 1] heeft gegeven. Over de factuur van 19 juli 2017 heeft hij verklaard dat hij dat geld zal hebben ontvangen en aan [bedrijf 1] gegeven zal hebben. [37] De verklaring van [Getuige] ondersteunt de aangetroffen geparafraseerde facturen met daarop vermeld de contante betalingen € 7.431,43 en € 9.900,-, opgeteld
€ 17.331,43.
- 10.695,- euro en 10.640,- euro, bestaande uit bijschrijvingen op rekening en
- 72.919,85 euro, bestaande uit contante stortingen op rekening *1406 tnv verdachte en
- 50.000 euro, bestaande uit een contante betaling mbt roerende zaken woning en
- 19.800 euro, bestaande uit een contante betaling mbt een keuken en
- 5.769 euro, bestaande uit een contante betaling mbt een badkamer en
- 96.171,39 euro, bestaande uit contante betalingen voor verbouwing aan de woning en
- 17.331,43 euro, bestaande uit contante betalingen aan [bedrijf 1] en
- 153.175 euro, bestaande uit een contant geldbedrag aangetroffen in een kluis
5.Het bewijs
6.De strafbaarheid van het feit en van verdachte
7.Motivering van de straf
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
9 (negen) maanden.
mrs. A. van der Pol en B.G.L. van der Aa, rechters,
in tegenwoordigheid van mrs. D. Spaan en C. Wolswinkel, griffiers,
- [---]
- [---]
- [---]
- [---]
- [---]
- [---]
- [---]
- [---]
- [---]
- [---]