Uitspraak
Beslissingen van de rechtbank ten aanzien van de geparkeerde vragen in 26Marengo
- uit hoofde van zijn stand, zijn beroep of zijn ambt tot geheimhouding verplicht is (artikel 218 Sv);
- door de vraag te beantwoorden zichzelf aan het gevaar van een strafrechtelijke veroordeling zou blootstellen (artikel 219 Sv);
- door de vraag te beantwoorden zijn bloed- of aanverwanten in de rechte lijn of in de zijlijn in de tweede of derde graad of zijn (ex-)echtgenoot of zijn (ex-)geregistreerd partner aan het gevaar van een strafrechtelijke veroordeling zou blootstellen (artikel 219 Sv).
- p. 106: U zegt mij dat u een vraag die u in april 2021 al aan mij stelde herhaalt. U vraagt mij of ik toen, in april, de beschikking had over een niet-reguliere, geheime telefoon.
- p. 107: U vraagt mij of dat schriftelijk is vastgelegd. Ik kan daar in verband met mijn overeenkomst geen antwoord op geven.
- p. 107: U, mr. I.N. Weski, vraagt mij of het klopt dat de beschermingsovereenkomst is opgezegd.
- p. 108: U zegt mij dat u weet dat de beschermingsovereenkomst pas tot stand is gekomen nadat de kroongetuigenovereenkomst is gesloten. U vraagt mij of ik mag zeggen wanneer dat was.
- p. 109: U vraagt mij of ik sinds januari 2017 celinspectie heb gehad.
- p. 109: U, mr. I.N. Weski, vraagt mij of ik sinds het tekenen van de overeenkomst celinspecties heb gehad.
- p. 110: U vraagt mij of er cel controles zijn geweest die door mij als symbolisch werden ervaren.
- p. 110: Kunt u zich herinneren of u ooit met uw vrouw over symbolische cel controles sprak?
- p. 110: U vraagt mij of er met mij is afgesproken dat er slechts symbolische cel controles zouden plaatsvinden.
- p. 112: De vraag aan de kroongetuige is of er met derden is gesproken over het feit dat de cel controles slechts symbolisch plaatsvonden. (…) U vraagt mij of dat kan, dat ik daarover heb gesproken met derden.
- p. 119: U vraagt mij of ik iemand kapitein noemde.
- p. 120: U vraagt mij of ik op enig moment in het kader van mijn gesprek met de rechter-commissaris heb opgemerkt dat TGB honden zijn.
- p. 122: U vraagt mij of ik op enig moment de mogelijkheid kreeg om een weekendje weg te gaan of om überhaupt het huis van bewaring te verlaten.
- p. 122: U vraagt mij of ik ooit heb overwogen om de deal niet door te laten gaan, waarbij dit soort aspecten, als een weekendje weg of meer luxe, een rol speelden.
- p. 123: U, mr. I.N. Weski vraagt mij of ik ooit heb gedacht dat ik niet door zou gaan omdat ik niet had wat ik vraag, zoals weekendjes weg.
- p. 125: U vraagt mij of ik ooit het maximale heb nagestreefd bij de deal, in de zin van minder straf, of misschien wel geld.
- p. 131: U, mr. I.N. Weski vraagt mij of ik op enig moment meende dat het Openbaar Ministerie vieze spelletjes speelde.
- p. 132: Heeft u weleens opnames gemaakt of laten maken van gesprekken met het Openbaar Ministerie en/of de recherche?
- p. 156: U, kroongetuige, had volgens het proces-verbaal een televisie met een afstandsbediening. Klopt dat, had u dat in die periode?
- p. 159: Is er op enig moment door u ook onderhandeld over geld?
- p. 159: U vraagt mij of er op enig moment tijdens de onderhandelingen – ten aanzien van de basisdeal of de strafrechtelijke deal of anderszins, dat maakt me even niet uit – is gesproken over wat er met de kroongetuige in de zaak Passage na ommekomst van de straf voor financiële regeling is geweest.
- p. 159: U vraagt mij of ik mijzelf weleens heb verdiept in het Passageproces ten aanzien van wat er daar is uitonderhandeld door de kroongetuige (opmerking rechtbank: voor zover de kroongetuige heeft geweigerd te antwoorden met betrekking tot de fase waarin hij vastzat).
- p. 159: U vraagt mij of er op enig moment met justitie is gesproken over wat zijn regeling is geweest.
- p. 160: U vraagt mij of het nou klopt dat ik geen geld krijg.
- p. 160: U vraagt mij of ik, als ik uit de bajes kom, geld krijg.
- p. 161: Is het zo dat er afspraken zijn over hoeveel geld u meekrijgt en of u bijvoorbeeld uw eigen veiligheid mag regelen?
- p. 161: Dus is mijn vraag aan u, kroongetuige, of er is onderhandeld over hoeveel geld u meekrijgt na ommekomst van uw straf (…) in het kader van al dan niet beveiliging. Is daarover onderhandeld?
- p. 162: U zegt mij dat u mij berichten van 13 december 2017 wilt voorhouden en dat u wilt beginnen bij het bericht met nummer 4055. U zegt mij dat het berichten zijn tussen mij en mijn partner. U zegt mij dat ik heb gestuurd: ‘ [naam kroongetuige ander proces] heeft een kind’, ‘Maar die zat al vast’, ‘Had niks te zeggen’, ‘Maar is naar buitenland toe met 1.8 miljoen en zonder tgb’. U zegt mij dat ik daarna een knipoogje stuur. U vraagt mij of ik kan toelichten waar dit over gaat.
- p. 162: U zegt mij dat ik ook nog zeg: ‘Lening…’, ‘Onder voorwaarde’ en ‘0% rente’. U zegt mij dat u mij ziet knikken. Ik herken de berichten. U zegt mij dat u, als u dit zo leest, denkt: nou, op de een of andere manier is hij hiermee bezig geweest. U vraagt mij of ik dit kan toelichten of dat dit een van de dingen is die uit zijn verband is gerukt.
- p. 163: U zegt dat ik daar tegen mijn partner zeg: ‘Dit gaat de grote zaak ooit worden kwa liqui’. (…) U vraagt mij waarom dat interessant voor mij was en waarom ik dit bespreek.
- p. 163: U zegt mij dat ik ook heb gestuurd: ‘Mogen we dan ook het maximale eruit halen ?’ en dat u zich dan echt afvraagt: wat bedoelt hij daar nou mee?
- p. 163: U zegt mij dat ik heb gestuurd: ‘Ja eerst 62828 jaar gaan discussiëren etc zodat iedereen hoofdpijn heeft’, ‘Weg trappen en klaar ? No way helemaal uitzuigen’ en ‘Tot de laatste cent.’ U zegt mij dat u zich dan echt afvraagt waar ik hier nu mee bezig was.
- p. 165: U vraagt mij nog een keer of ik nou heb gehoord dat [naam kroongetuige ander proces] 1.8 miljoen en, ik citeer u, zonder TGB heeft meegekregen.
- p. 177: U, mr. I.N. Weski, vraagt mij wie er aanwezig waren bij die inspectie, het meenemen van die spullen.
- p. 173: U, mr. Den Blanken, vraagt mij of ik in februari 2020 een telefoon in mijn cel had.
- p. 174: U, mr. Den Blanken, zegt mij dat ik eerder heb verklaard dat ik wel mocht telefoneren toen die beperkingen erop zaten en u vraagt mij of, en zo ja met wie, binnen de penitentiaire inrichting ik dat heb besproken.
- p. 113: U vraagt mij of ik op enig moment iets heb gefikst met een telefoon met een relaxte bewaarder.
- p. 114: U, mr. I.N. Weski, vraagt mij of ik op enig moment een leidinggevende heb gechanteerd.
- p. 117: Mr. I.N. Weski verklaart: De algemene vraag was of de kroongetuige in het huis van bewaring personen, leidinggevenden wellicht, heeft gechanteerd.
- p. 119: U vraagt mij of in dat kader van chanteren en afpersen op enig moment door mij is gesproken met mensen van justitie, dat dat zou hebben plaatsgevonden.
- p. 158: U zegt mij dat u het mij toch even wil voorhouden en dat u heeft gelezen dat er een
- p. 167: U praat daar over 160K, volgens mij gaat dat over 160 000 euro denk ik, of dollar, dat u dat bij iemand heeft liggen. Wilt u daar iets meer over vertellen?
- p. 167: U vraagt mij of ik dat geld misschien bij u had liggen.
- p. 168: U vraagt mij of ik heb gehandeld in wiet vanuit Spanje.
- p. 168: U zegt mij dat het wel in die berichten staat en dat ik volgens u ook in mijn verklaringen heb gesproken over drugs en ook over wiet uit Spanje.
- p. 168: U, mr. Meijering, vraagt mij of ik mij tijdens mijn detentie nog bezig heb gehouden met strafbare feiten.
- p. 120: U citeert WhatsApp-berichten met nummers 13531, 13532 en 13534 – 13536: ‘TGB’, ‘Zijn honden’, ‘Rechter commasaris’, ‘Die me getoetst heeft’ en ‘Is ooit bedreigd geweest’. U zegt mij dat ik dit zou hebben gezegd en u vraagt mij of ik dit heb verzonden.
- p. 120: U vraagt mij of ik van iemand anders heb gehoord dat dat zo was, over de rechter-commissaris.
- p. 126: U vraagt mij of ik, los daarvan, daarover heb nagedacht, wat ik hier allemaal mee kan, zoals eventueel geld, minder straf of geld via media.
- p. 129: U verwijst naar berichten die ik aan mijn vrouw zou hebben gestuurd: ‘Meer gaat er denk ik niet komen…’ en ‘Ze hebben fouten gemaakt maar ik sta niet op het spel’. U vraagt mij wat voor fouten ze zouden hebben gemaakt.
- p. 126: U vraagt mij of ik mij kan herinneren dat iemand tegen mij heeft gezegd, in mijn onderhandelingspositie: ‘the sky is the limit’.
- p. 126: U vraagt mij of er in het kader van mijn onderhandelingen nog is gesproken over media, zoals boeken of trilogieën.
- p. 170: En de berichten: ‘Ik weet dag die [voornaam advocaat] is geil’ en ‘ [voornaam advocaat] wilt graaaaaaaaag mijn advocaat worden?’ Dat heeft u ook geschreven op uw iPhone, toch?
chatsover een advocaat die eventueel een zaak van de kroongetuige zou willen aannemen, relevant zijn in het strafproces. De beantwoording van deze vragen wordt dan ook belet.