Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de meervoudige kamer in de zaken tussen
Procesverloop
20 juli 2021. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde en vergezeld door haar begeleider [naam] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden.
Overwegingen
€ 364,44 voor het jaar 2017 en € 397,18 voor het jaar 2018. Voor het overige is het beroep ongegrond.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond voor zover gericht op de terugvordering ten bedrage van € 364,44 voor het jaar 2017 en € 397,18 voor het jaar 2018;
- vernietigt de bestreden besluiten in zoverre;
- herroept de primaire besluiten, voor wat betreft de terugvordering ten bedrage van € 364,44 voor het jaar 2017 en € 397,18 voor het jaar 2018;
- verklaart het beroep ongegrond voor het overige;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde gedeelte van de bestreden besluiten;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 96,- aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van
.De beslissing wordt in het openbaar uitgesproken.
Rechtsmiddel
Bijlage I: Overige toepasselijk wettelijk kader
EG Verordening nr. 883/2004 (EG verordening)
geschorstter hoogte van het bedrag dat bij de wetgeving van de eerste lidstaat is vastgesteld en, zo nodig, wordt het deel dat dit bedrag overschrijdt u
itbetaald in de vorm van een aanvullende toeslag. Als het recht op de uitkering in kwestie alleen gebaseerd is op de woonplaats, hoeft deze aanvullende toeslag echter niet te worden uitgekeerd voor kinderen die in een andere lidstaat wonen.”