Op 27 oktober 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door het Amtsgericht Aachen in Duitsland. De vordering tot overlevering was ingediend door de officier van justitie op 1 september 2021. De opgeëiste persoon, geboren in Congo en gedetineerd in Nederland, werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. A. Timorason, en een tolk. Tijdens de zitting werd de identiteit van de opgeëiste persoon bevestigd en werd vastgesteld dat hij de Congolese nationaliteit heeft.
De rechtbank heeft de inhoud van het EAB beoordeeld, waarin melding wordt gemaakt van een vonnis van 16 december 2015, waarbij de opgeëiste persoon een vrijheidsstraf van zeven maanden is opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, valt onder de lijst van bijlage 1 bij de Overleveringswet (OLW), en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak met dertig dagen verlengd om een weloverwogen beslissing te kunnen nemen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat het EAB voldoet aan de eisen van de OLW en dat er geen belemmeringen zijn voor de overlevering. De rechtbank heeft daarom besloten de overlevering van de opgeëiste persoon aan Duitsland toe te staan. Deze beslissing is genomen door de voorzitter, mr. M.E.M. James-Pater, en de rechters mrs. P. van Kesteren en J.A.A.G. de Vries, en is uitgesproken in openbare zitting.