Op 17 november 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door het Amtsgericht Flensburg in Duitsland. De vordering tot overlevering was ingediend door de officier van justitie op 16 september 2021 en de behandeling vond plaats op 3 november 2021. De opgeëiste persoon, geboren in Bulgarije en thans gedetineerd in Nederland, heeft afstand gedaan van zijn recht om ter zitting aanwezig te zijn. Zijn raadsman, mr. T.G.M. Houben, heeft het woord gevoerd en zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit van de opgeëiste persoon correct is en dat hij de Bulgaarse nationaliteit heeft. Het EAB vermeldt een arrestatiebevel van 11 augustus 2021 en betreft een strafrechtelijk onderzoek naar vermoedelijke strafbare feiten die de opgeëiste persoon in Duitsland zou hebben gepleegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de feiten voldoen aan de eisen van dubbele strafbaarheid, zoals neergelegd in de Overleveringswet (OLW).
De rechtbank concludeert dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering en dat het EAB voldoet aan de wettelijke eisen. De rechtbank heeft daarom besloten de overlevering toe te staan. De uitspraak is gedaan door mr. J.A.A.G. de Vries, voorzitter, en mrs. J.P.W. Helmonds en J.H. Beestman, rechters, in aanwezigheid van griffier mr. M.A. Dijk. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open.