Op 17 november 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door de Section four of the provincial court of Cádiz in Spanje. De vordering tot overlevering werd ingediend door de officier van justitie op 14 september 2021 en de behandeling vond plaats op 3 november 2021. De opgeëiste persoon, geboren in Spanje in 1977 en gedetineerd in Nederland, heeft schriftelijk afstand gedaan van zijn recht om te worden gehoord. Zijn raadsman, mr. H.K. Jap A Joe, heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en bevestigd dat hij de Spaanse nationaliteit heeft. Het EAB betreft een vrijheidsstraf van één jaar en zes maanden, opgelegd bij vonnissen van 10 januari 2019 en 15 januari 2021. De rechtbank heeft vastgesteld dat het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet, ook naar Nederlands recht strafbaar is.
De rechtbank concludeert dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet en dat er geen weigeringsgronden zijn. Daarom heeft de rechtbank besloten de overlevering toe te staan. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, zoals bepaald in artikel 29, tweede lid, OLW.