ECLI:NL:RBAMS:2021:6732
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen niet tijdig beslissen op verzoeken op grond van de AVG
In deze zaak heeft eiser op 17 september 2021 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van besluiten door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op zijn verzoeken op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Eiser had op 24 mei 2021 drie verzoeken ingediend bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) om zijn persoonsgegevens in het kader van het Rijksvaccinatieprogramma niet meer te verwerken. De rechtbank overweegt dat de verweerder binnen vier weken op een AVG-verzoek moet beslissen, tenzij er een geldige verlenging van de beslistermijn is. In dit geval heeft de verweerder de beslistermijn met twee maanden verlengd, wat betekent dat de uiterste reactiedatum op 24 augustus 2021 viel.
De rechtbank stelt vast dat de verweerder op 16 augustus 2021 al had beslist op het verzoek van eiser, wat betekent dat er op het moment van het indienen van het beroep al een beslissing was genomen. Eiser had verweerder in gebreke gesteld op 13 juli 2021, maar de rechtbank concludeert dat de verlenging van de beslistermijn volgens de AVG correct is toegepast. Hierdoor voldoet het beroep niet aan de voorwaarden voor het instellen van beroep tegen een niet tijdig besluit, en is het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank heeft ook vastgesteld dat het griffierecht in de zaken 21/4726 en 21/4694 niet is voldaan, en eiser zal hierover in een afzonderlijke beslissing worden geïnformeerd. De uitspraak is gedaan door mr. M.M.L.A.T. Doll, rechter, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van mr. N. van der Kroft, griffier.