De beoordeling
7. In dit kort geding dient te worden beoordeeld of de in deze zaak aannemelijk te achten omstandigheden een ordemaatregel vereisen dan wel of de vordering van De Key in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat het gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen door het treffen van een voorziening zoals gevorderd. Het navolgende behelst dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
8. Bij de beoordeling of op grond van een gestelde tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst als voorlopige voorziening in kort geding een zeer ingrijpende maatregel als veroordeling tot ontruiming kan worden getroffen, dient grote terughoudendheid te worden betracht, gelet op de waarborgen waarmee de wet de rechten van huurders van woonruimte omkleedt. Daarbij komt dat in een kortgedingprocedure geen plaats is voor een diepgaand onderzoek naar bestreden feiten. Voor de toewijzing van een dergelijke vordering zal dan ook slechts plaats zijn indien in hoge mate waarschijnlijk is dat de bodemrechter tot toewijzing van die vordering zal komen, terwijl bovendien sprake moet zijn van een zodanige ernstige tekortkoming dat de beslissing in de bodemzaak niet kan worden afgewacht.
9. Voldoende aannemelijk is dat De Key een spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorziening gelet op haar plicht als verhuurder zorg te dragen voor het woongenot van haar huurders. Daarbij komt dat de woning een relatief schaarse sociale huurwoning is.
10. De Key heeft gesteld dat de door [naam gedaagde] veroorzaakte overlast bestaat dan wel heeft bestaan uit -onder meer- ernstige geluidsoverlast, zowel overdag als ’s nachts, door het draaien van luide muziek, schreeuwen, ruzie maken en schelden, uit stankoverlast, vernieling, bedreiging en intimidatie van omwonenden en een steekincident in de woning. Ook de bezoekers van [naam gedaagde] veroorzaken overlast doordat zij vaak (ook ’s nachts) bij omwonenden aanbellen en zich ophouden in de gemeenschappelijke ruimtes.
11. Ter onderbouwing van de gestelde overlast heeft De Key schriftelijke meldingen van meerdere omwonenden over de overlast in het geding gebracht, alsmede kopieën van diverse brieven van de Key aan [naam gedaagde] , waarin De Key hem sommeert de overlast te stoppen, en de einde interventieverklaring van het Meldpunt.
12. De kantonrechter acht het, gelet op de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting, voldoende aannemelijk dat [naam gedaagde] de door De Key gestelde overlast (heeft) veroorzaakt. Niet betwist is dat de politie in de periode van 6 mei 2019 tot 22 september 2021 eenendertig keer betrokken is geweest bij incidenten rond de woning. Uit de einde interventieverklaring van 22 september 2021 blijkt dat zelfs intensieve inspanningen van de convenantpartners niet tot het terugdringen van de overlast tot een aanvaardbaar niveau hebben geleid. De gestelde overlast is onvoldoende door [naam gedaagde] weerlegd. Ook de overlast die zijn bezoekers veroorzaken moet aan [naam gedaagde] worden toegerekend, want hij is verantwoordelijk voor de overlast die derden veroorzaken die zich met zijn toestemming in de gemeenschappelijke gedeelten van het wooncomplex en in de woning bevinden.
13. Door het veroorzaken van overlast is [naam gedaagde] zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst niet nagekomen. Het woongenot van de omwonenden is al tweeënhalf jaar ernstig aangetast door zijn gedrag. Zij hebben aangegeven zich onveilig te voelen, stress te ervaren en slecht te slapen. Met name de rol van het drugsgebruik, de angst die het gedrag van [naam gedaagde] bij omwonenden veroorzaakt en de gebruikers die [naam gedaagde] aantrekt zijn verontrustend. Daaraan doet niet af dat [naam gedaagde] sinds enkele weken weer onder behandeling is bij de Jellinek. Toen [naam gedaagde] in 2020 onder behandeling van de Jellinek stond zijn er immers ook vele klachten van omwonenden over zijn gedrag geweest. Ter zitting heeft [naam gedaagde] toegegeven dat hij (tijdelijke) terugvallen heeft gehad. De Jellinek was ook betrokken bij het afgeven van de einde interventieverklaring van 22 september 2021, slechts twee maanden geleden. Op dat moment was Jellinek blijkbaar ook van mening dat de overlast door [naam gedaagde] niet op korte termijn zou stoppen. Niet valt in te zien dat dat nu anders zou zijn. De kantonrechter begrijpt dat een ontruiming voor [naam gedaagde] ingrijpend zal zijn, maar de nieuwe behandelfase rechtvaardigt niet een voortzetting van de ernstige aantasting van het recht op ongestoord woongenot van de omwonenden.
14. De kantonrechter komt daarom tot de conclusie dat de aard, de intensiteit, de duur en de frequentie van de overlast dermate ernstig zijn dat voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter de huurovereenkomst tussen partijen zal ontbinden. Op grond van het voorgaande is het gerechtvaardigd om thans op de uitkomst van de bodemprocedure vooruit te lopen. Ook is er aanleiding het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. De vordering tot ontruiming van de woning zal worden toegewezen.
15. De bewindvoerder, in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van [naam gedaagde] , zal tot de ontruiming worden veroordeeld, waarbij wordt opgemerkt dat dit niets afdoet aan het feit dat [naam gedaagde] aan de ontruiming gebonden is. [naam gedaagde] blijft in deze ook de materiële partij uit wier vermogen de betaling van de hierna te geven betalingsveroordelingen dient te geschieden.
16. Gelet op het voorgaande is het niet meer nodig de overige door De Key gestelde tekortkomingen van [naam gedaagde] te beoordelen.
17. De vordering terzake de huurachterstand is niet betwist en derhalve toewijsbaar.
18. [naam gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partijen worden veroordeeld in de kosten van het geding.