In deze strafzaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 26 mei 2021 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van diefstal met geweld en openlijke geweldpleging. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van beide tenlastegelegde feiten, omdat er geen wettig en overtuigend bewijs aanwezig was dat de verdachte opzet had op het openlijk geweld en dat hij hieraan een significante bijdrage heeft geleverd. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 24 september 2019, waarbij de aangever werd mishandeld en beroofd van zijn horloge. De verdachte had de aangever in zijn auto meegenomen, maar de rechtbank concludeerde dat zijn handelen niet kan worden gekwalificeerd als een wezenlijke bijdrage aan het geweld. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet betrokken was bij de diefstal en dat zijn intentie niet was om de aangever te verwonden. De vordering van de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen straf of maatregel aan de verdachte was opgelegd. De rechtbank gelastte de teruggave van een in beslag genomen telefoon aan de verdachte en hefte het bevel tot voorlopige hechtenis op.