Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
(hierna: de verdediging)naar voren hebben gebracht.
2.Tenlastelegging
bijlagedie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
(hierna: ARM-7)op de Noordzee binnen de territoriale wateren van Frankrijk. Naar aanleiding van een risicoanalyse wilden inspecteurs [naam 4] , [naam 5] en [naam 3] van de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit
(hierna: NVWA)de ARM-7 aan een visserijcontrole onderwerpen. De drie inspecteurs zijn daartoe samen met bestuurder [naam 2] en navigator [naam 1] met een
rigid hull inflatable boat(een speciaal klein en wendbaar inspectievaartuig)
(hierna: RHIB)van het moederschip de Barend Biesheuvel naar de ARM7 gevaren. Om 23:50 uur kregen de inspecteurs de ARM-7 in het zicht. De inspecteurs zagen dat op dat moment werd gevist met visnetten. De RHIB is naast de ARM-7 gaan varen en de ARM-7 is verschillende keren via de marifoon opgeroepen, maar hierop kwam geen reactie. Ook werd niet gereageerd op het met een schijnwerper aanschijnen van de brug van het schip. Vervolgens is de RHIB aan bakboorzijde langszij de ARM-7 geplaatst zodat de inspecteurs konden overstappen en de visserijcontrole op het schip konden uitvoeren.
gebruikvan deze binnenkuilen was op dat moment niet - of in ieder geval niet op grond van artikel 16 van Verordening 850/98 - verboden.
5.Vordering van de benadeelde partij
6.Beslissing
spreekt verdachtedaarvan
vrij.