ECLI:NL:RBAMS:2021:6570

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
19 november 2021
Publicatiedatum
17 november 2021
Zaaknummer
AMS - 20 _ 3456
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding na intrekking beroep inzake urgentieverklaring Huisvestingswet

In deze zaak heeft eiseres, een inwoner van Amsterdam, een aanvraag ingediend voor een urgentieverklaring op grond van de Huisvestingswet 2016. De gemeente Amsterdam heeft deze aanvraag op 20 februari 2020 afgewezen. Eiseres heeft vervolgens bezwaar aangetekend, maar dit bezwaar werd op 12 mei 2020 ongegrond verklaard. Tegen deze beslissing heeft eiseres beroep ingesteld bij de rechtbank. De zitting vond plaats op 14 oktober 2021, waar eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde en een tolk. Tijdens de procedure heeft eiseres op 18 oktober 2021 haar beroep ingetrokken, met het verzoek om de gemeente te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten.

De rechtbank heeft in haar overwegingen uiteengezet dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemeente niet tegemoet is gekomen aan het beroep van eiseres, en dat er geen aanleiding is om de gemeente te veroordelen in de proceskosten. De rechtbank heeft het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen, omdat de gemeente het bestreden besluit niet heeft ingetrokken en niet aan de eisen voor proceskostenvergoeding voldeed.

De uitspraak is gedaan door mr. A.K. Mireku en is openbaar uitgesproken op 19 november 2011. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 20/3456

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 november 2011 in de zaak tussen

[eiseres] , te Amsterdam, eiseres

(gemachtigde: mr. L. Veenman),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, gemeente

(gemachtigde: mr. D.C. Tjoen-A-Choy)

Procesverloop

Met het besluit van 20 februari 2020 (het primaire besluit) heeft de gemeente de aanvraag van eiseres om een urgentieverklaring op grond van de Huisvestingswet 2016 afgewezen.
Met het besluit van 12 mei 2020 (het bestreden besluit) heeft de gemeente het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het onderzoek op de zitting heeft plaatsgevonden op 14 oktober 2021. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Ook waren aanwezig E.E.H. Willems, tolk Spaans, en [naam] (Leger des Heils). Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Eiseres heeft het beroep op 18 oktober 2021 ingetrokken met daarbij het verzoek verweerder te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten.
De gemeente heeft op 8 november 2021 gereageerd op het verzoek om een proceskostenveroordeling.

Overwegingen

De veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en nader uitgewerkt in het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb). Als een beroep wordt ingetrokken, omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoet gekomen, kan de rechtbank op verzoek van de indiener dat bestuursorgaan bij afzonderlijke uitspraak veroordelen in de proceskosten. Dit is geregeld in artikel 8:75a van de Awb.
Eiseres heeft het beroep ingetrokken nadat zij een nieuwe aanvraag heeft gedaan voor het uitstroomtraject P&G292. De gemachtigde van de gemeente heeft daarbij uit coulance ondersteuning geboden door de Instroomtafel van de aanvraag op de hoogte te stellen en te informeren naar de mogelijkheden voor huisvesting voor de inmiddels meerderjarige dochter van eiseres.
De rechtbank stelt vast dat de gemeente het bestreden besluit niet heeft ingetrokken en niet aan het beroep van eiseres tegemoet is gekomen. Daarom is geen aanleiding om de gemeente te veroordelen in de proceskosten.

Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek om vergoeding van de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.K. Mireku, rechter, in aanwezigheid van mr. E.H. Kalse-Spoon, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
19 november 2011.
de griffier
rechter
is verhinderd om de uitspraak
te ondertekenen
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het met deze uitspraak niet eens?

Partijen kunnen tegen deze uitspraak binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.