Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de voorzieningenrechter van 12 oktober 2021 in de zaak tussen
Bewonersvereniging [verzoekster] , te Amsterdam, verzoekster
de gemeente Amsterdam,vergunninghouder
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 12 oktober 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van de Bewonersvereniging [verzoekster] tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam. De zaak betreft een omgevingsvergunning die door de gemeente is verleend voor het aanbrengen van een tijdelijke noodconstructie ter versterking van een kademuur. De bewonersvereniging is van mening dat de gekozen aanpak te rigoureus is en dat de kademuur niet in zo'n slechte staat verkeert dat de noodconstructie noodzakelijk is. De voorzieningenrechter heeft op 11 oktober 2021 de zitting gehouden, waarbij de partijen zich door gemachtigden lieten vertegenwoordigen.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de gemeente Amsterdam te maken heeft met verouderde bruggen en kademuren en dat er een actieplan is vastgesteld voor de vernieuwing hiervan. De tijdelijke noodconstructie is bedoeld om de veiligheid te waarborgen en is goedgekeurd door de relevante instanties. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de bewonersvereniging als belanghebbende kan worden aangemerkt, ondanks het standpunt van het college.
Na een belangenafweging heeft de voorzieningenrechter geconcludeerd dat het college geen aanleiding had om de omgevingsvergunning te weigeren. De vergunning is rechtmatig verleend en er zijn geen gronden om de uitvoering van de vergunning te schorsen. Het verzoek om voorlopige voorziening is dan ook afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt en ondertekend door de voorzieningenrechter en de griffier.