ECLI:NL:RBAMS:2021:6547

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
17 november 2021
Publicatiedatum
16 november 2021
Zaaknummer
AWB - 21_4505
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig nemen van besluit op bestemmingsplanherziening

In deze zaak heeft eiseres op 25 augustus 2021 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar aanvraag voor herziening van het bestemmingsplan Lutkemeerpolder 2002. De rechtbank Amsterdam heeft op 17 november 2021 uitspraak gedaan in deze bodemzaak. De rechtbank oordeelt dat verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, onbevoegd heeft beslist op het bezwaar van eiseres, waardoor eiseres niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank stelt vast dat verweerder de brief van 12 augustus 2020, waarin het verzoek van eiseres buiten behandeling is gesteld, als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft aangemerkt. Echter, de rechtbank concludeert dat er geen rechtsmiddelenclausule in deze brief aanwezig was, wat heeft geleid tot onduidelijkheid bij eiseres over de status van haar verzoek. Hierdoor is de rechtbank van mening dat verweerder het griffierecht van eiseres moet vergoeden, ondanks dat eiseres niet in aanmerking komt voor vergoeding van proceskosten, aangezien de gemachtigde ook bestuurder is van eiseres. De rechtbank draagt verweerder op om binnen twee weken een correcte rechtsmiddelenverwijzing toe te voegen aan de beslissing van 12 augustus 2020.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 21/4505

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , eiseres

( [gemachtigde eiseres] ),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, verweerder.
( [gemachtigde verweerder] )

Procesverloop

Eiseres heeft op 25 augustus 2021 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar aanvraag.
Verweerder heeft een verweerschrift ingestuurd.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Tegen het niet tijdig nemen van een besluit kan beroep worden ingesteld. [1] Het beroepschrift kan worden ingediend als het bestuursorgaan niet tijdig een besluit heeft genomen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen. [2]
3. Eiseres heeft op 24 februari 2020 verzocht om herziening van het bestemmingsplan Lutkemeerpolder 2002. Met de brief van 12 augustus 2020 heeft verweerder het verzoek buiten behandeling gesteld omdat eiseres niet als belanghebbende kan worden aangemerkt. Verweerder stelt zich in het verweerschrift van 21 oktober 2021 op het standpunt dat daarmee is beslist op het verzoek.
4. De rechtbank stelt vast dat uit dit standpunt volgt dat verweerder de brief van
12 augustus 2020 als een besluit in de zin van de Awb aanmerkt. Tegen een besluit in de zin van de Awb staan rechtsmiddelen open. De rechtbank stelt vast dat een rechtsmiddelenclausule ontbreekt bij de brief van 12 augustus 2020. De rechtbank overweegt dat eiseres daarom mogelijk niet heeft onderkend dat verweerder met deze brief heeft bedoeld om een beslissing op het verzoek te nemen. De rechtbank betrekt daarbij de email van 4 mei 2021. Hierin stelt verweerder zich uitdrukkelijk op het standpunt dat de brief van 12 augustus 2020 geen besluit is. In de email is immers aan eiseres medegedeeld dat verweerder nog niet op het verzoek heeft beslist. Daarnaast is medegedeeld dat de gemeenteraad bevoegd is te beslissen op een verzoek om een bestemmingsplanherziening en dat deze bevoegdheid niet is gemandateerd aan het dagelijks bestuur. De rechtbank overweegt dat de omstandigheid dat niet het dagelijks bestuur, maar de gemeenteraad bevoegd is om te beslissen op een dergelijk verzoek niet wegneemt dat het college op 12 augustus 2020 heeft beslist om het verzoek buiten behandeling te stellen. Ook een beslissing van een onbevoegd orgaan is immers een besluit in de zin van de Awb waartegen rechtsmiddelen open staan, langs welke weg een betrokkene het betreffende orgaan in rechte kan aanspreken. In die zin volgt de rechtbank het gewijzigde standpunt van verweerder uit het verweerschrift.
5. Het voorgaande brengt met zich mee dat het beroep niet voldoet aan de voorwaarden voor het instellen van een beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit. Het beroep is om die reden niet ontvankelijk.
6. De rechtbank begrijpt dat het voor eiseres onvoldoende duidelijk is dat op het verzoek is beslist in het licht van het e-mail bericht van 4 mei 2021 en de ontbrekende rechtsmiddelen clausule. Daarom moet verweerder het griffierecht van eiseres vergoeden.
7. Eiseres komt niet in aanmerking voor vergoeding van de proceskosten omdat gemachtigde ook bestuurder is van eiseres. De werkzaamheden kunnen daarom niet worden aangemerkt als kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, zoals volgt uit artikel 1 onder a van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) .

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
  • draagt verweerder op om binnen twee weken dat deze uitspraak een correcte rechtsmiddelenverwijzing tot te voegen aan de beslissing van 12 augustus 2020.
en
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 360,- aan eiseres te vergoeden;
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.M.L.A.T. Doll, rechter, in aanwezigheid van
mr. N. van der Kroft, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken.
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden gedaan bij deze rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, in samenhang met artikel 7:1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Awb.
2.Artikel 6:12, tweede lid, van de Awb