Op 22 september 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de tussentijdse toetsing van de ISD-maatregel van een veroordeelde, geboren in Polen en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland. De ISD-maatregel was eerder opgelegd op 15 oktober 2020 voor de duur van twee jaren. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende stukken, waaronder het verzoekschrift van de advocaat mr. J.M. Buchel en het toetsingsverslag van de Senior Casemanager en plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de Penitentiaire Inrichting. Tijdens de zitting op 8 september 2021 zijn de raadsvrouw, de officier van justitie en een getuige-deskundige gehoord.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde meewerkt aan zijn terugkeer naar Polen en dat hij de nodige interventies volgt, waaronder gesprekken met Stichting [naam 3] in verband met zijn verslaving. De rechtbank oordeelt dat de voortzetting van de ISD-maatregel noodzakelijk is, omdat de veroordeelde zich in het verleden schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten en er een risico op recidive bestaat. De rechtbank benadrukt dat de ISD-maatregel niet alleen gericht is op de problematiek van de veroordeelde, maar ook op de bescherming van de maatschappij. De rechtbank heeft besloten dat de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel wordt voortgezet, zodat de veroordeelde kan worden begeleid in zijn terugkeer naar Polen.
De beslissing is genomen door mr. G. Oldekamp, voorzitter, en mrs. E. Akkermans en C.M. Georgiades, rechters, in aanwezigheid van griffier mr. J.G.R. Becker, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 22 september 2021.