Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
Correspondentie met de gemeentestaat:
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak vorderde de eiseres, een besloten vennootschap, nakoming van twee koopovereenkomsten met de gedaagden, Abeja Ontwikkeling B.V. en Blantema B.V., met betrekking tot onroerend goed in Vinkeveen en Amstelhoek. De eiseres stelde dat op 29 september 2019 een onvoorwaardelijke koopovereenkomst tot stand was gekomen, maar de gedaagden voerden aan dat zij niet gehouden waren om de koopovereenkomsten na te komen vanwege het ontbreken van cruciale informatie over de ontwikkelingsmogelijkheden en de financiële verplichtingen van de betrokken vennootschappen. De voorzieningenrechter oordeelde dat het verweer van de gedaagden niet als kennelijk ongegrond kon worden aangemerkt, waardoor de vordering tot nakoming van de koopovereenkomst in kort geding werd afgewezen. De rechter concludeerde dat er onvoldoende aannemelijkheid was dat de bodemrechter het standpunt van de eiseres zou volgen, en dat de informatievoorziening tussen partijen altijd onderwerp van discussie was geweest. De vorderingen in reconventie van de gedaagden werden eveneens afgewezen, en de proceskosten werden toegewezen aan de gedaagden.