Op 9 november 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam. Eiseres had een aanvraag ingediend voor woningurgentie op basis van de Huisvestingswet 2016, die door de gemeente op 17 december 2018 werd afgewezen. De gemeente verklaarde het bezwaar van eiseres ongegrond in een besluit van 25 juli 2019. Eiseres, die samenwoont met zeven andere personen in een vierkamerwoning, stelde dat zij medische redenen had voor haar aanvraag, waaronder een hernia. De gemeente had echter geconstateerd dat eiseres niet alle gevraagde documenten had ingeleverd, waardoor de aanvraag niet kon worden beoordeeld. De GGD-arts concludeerde dat de medische beperkingen van eiseres niet ernstig genoeg waren om een urgente verhuizing te rechtvaardigen. Tijdens de zitting op 14 oktober 2021 verzocht eiseres om aanhouding van de zaak, omdat haar advocaat zich had onttrokken. De rechtbank wees dit verzoek af, omdat eiseres voldoende tijd had gehad om een nieuwe advocaat te vinden. De rechtbank oordeelde dat de gemeente op goede gronden de aanvraag had afgewezen, aangezien er geen sprake was van een urgent huisvestingsprobleem. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond.