Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het vonnis in incident van 25 maart 2020, met de daarin genoemde stukken,
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie, met producties,
- de conclusie van antwoord in reconventie, met producties,
- het tussenvonnis van 16 september 2020 waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- het proces-verbaal van de op 7 december 2020 gehouden mondelinge behandeling met de daarin genoemde stukken,
- het proces-verbaal van de op 11 januari 2021 gehouden voortgezette mondelinge behandeling.
2.De feiten
2.Looptijd
3.Rente
4.Terugbetaling
6.Vervroegde opeising
Schuldenaar niet of niet tijdig betaalt of een andere verplichting uit hoofde van deze overeenkomst, niet tijdig en/of volledig nakomt;
7.Verplichtingen Schuldenaar
4.De beoordeling
in conventie
7.998,00(2 punten × tarief € 3.999,00)