4.3.Oordeel van de rechtbank
Bewijsoverwegingen ten aanzien van het primair ten laste gelegde
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan een poging tot doodslag.
Uit het dossier blijkt het volgende.
Melding
Op 6 oktober 2020 kreeg de politie een melding dat een buschauffeur van lijn 21 van het GVB in de bus in elkaar werd geslagen. Ter plaatse troffen de verbalisanten de buschauffeur liggend in de bus aan. Zij zagen dat de buschauffeur letsel had in zijn gezicht. Hij had bloed op zijn gezicht en er lag bloed in de bus, vermoedelijk door de verwondingen in zijn gezicht.
Aangifte
Op 7 oktober 2020 heeft de buschauffeur aangifte gedaan. Hij heeft verklaard dat hij op 6 oktober 2020 werkte als buschauffeur op buslijn 21 in Amsterdam. Op die dag stapte een man samen met een vrouw en een kinderwagen de bus in. Aangever zag dat de man zijn mondkapje onder zijn kin had bungelen. Hij sprak die man op het niet juist dragen van zijn mondkapje aan, waarna de man boos reageerde. Hij zag vervolgens dat de man op hem af kwam lopen, maar dat hij werd tegengehouden door de vrouw waarmee hij was. Vervolgens probeerde de man opnieuw naar hem toe te lopen en trok deze de plastic linten die vlak achter de stoel van de buschauffeur waren gespannen, weg en kwam naast hem staan. Aangever had op de noodknop gedrukt en verzocht de man om naar achteren te gaan. Aangever pakte vervolgens zijn jas en drukte deze, ter bescherming tegen besmetting met corona door de man, voor zijn hoofd. Daarna werd hij door de man in zijn stoel geduwd. Aangever heeft verder verklaard dat hij door de man hard in zijn hals werd geknepen, dat hij werd gestompt tegen zijn oog en dat hij een stoot tegen zijn neus kreeg. Vervolgens is hij door de man over de cabinedeur heen getrokken en is hij op de grond gevallen, waarna hij meerdere harde klappen op zijn hoofd heeft gekregen en de man hem in beide handen heeft gebeten, waarmee aangever de man bij diens trui vast had gegrepen. Aangever heeft na het bijten zijn bewustzijn verloren en hij kan zich niet herinneren wat er daarna is gebeurd.
Aangever heeft verklaard dat hij na het incident last had van een pijnlijke borstkast, gekneusde ribben, een hersenschudding, een pijnlijk hoofd met verwondingen, een gekneusde neus en diverse verwondingen op zijn handen. Tot slot heeft hij verklaard dat er vier tanden uit zijn mond missen en dat meerdere tanden los zitten.
Letselverklaring
Er is op 8 oktober 2020 door een forensisch arts geconstateerd dat aangever schaafwonden en bloeduitstortingen op de voorzijde, achterzijde, linkerzijde en rechterzijde van het hoofd had. Er waren schaafwonden in de hals en bloeduitstortingen op de rug, schouders, linkerbovenarm en de rechterpols en bijtwonden en bloeduitstortingen op de vingers van beide handen. Daarnaast had hij een zwelling op zijn neus en bovenlip en kneuzingen van zijn hoofd, hals, borstkas en ribben. Verder heeft hij een lichte hersenschudding gehad en heeft hij loszittende en afgebroken gebitselementen. Volgens de forensische arts is er sprake van blijvend letsel, omdat enkele gebitselementen moeten worden vervangen door implantaten. Dit blijkt ook uit het tandheelkundig verslag na trauma.
Getuigen
Er waren meerdere getuigen in de bus aanwezig bij het incident. Zij hebben allemaal – in grote lijnen – verklaard dat er tussen de man en de buschauffeur een woordenwisseling ontstond over een mondkapje, dat de man aangever in de bus aanviel en dat hij aangever sloeg en schopte. Ook verklaren verschillende getuigen dat meerdere mensen de man meermalen hebben proberen tegen te houden. Eén getuige heeft verklaard dat de man aangever wurgde. De getuigen hebben ook verklaard dat aangever op een gegeven moment op de vloer van de bus was gevallen en dat de man hem op zijn hoofd trapte, waarna hij wegrende.
Camerabeelden
Van het incident zijn meerdere camerabeelden gemaakt. Er zijn camerabeelden van vaste beveiligingscamera’s in de bus en camerabeelden die door een omstander zijn gemaakt en geplaatst zijn op de mediawebsite
www.dumpert.nl.(‘Boosmeneer vecht met buschauffeur’, geplaatst op 6 oktober 2020). De beelden uit de bus zijn bekeken en beschreven door de politie. Ook de gemaakte audio-opname uit de bus is uitgeluisterd en geverbaliseerd.
Een filmpje van de camerabeelden van de verschillende camera’s in de bus, met het bijbehorende opgenomen geluid, en het genoemde filmpje van Dumpert zijn ook tijdens het onderzoek ter terechtzitting getoond. Verdachte heeft bevestigd dat hij de bedoelde man op de beelden is en dat de vrouw met wie hij was zijn vriendin was.
Op de beelden en audio is onder meer te zien en te horen – kort samengevat – dat verdachte instapt, gelijk met zijn vriendin met een kind in een buggy. De chauffeur zegt ‘
Meneer, mondkapjes op en niet teveel praten.’ Vervolgens is te horen dat een discussie tussen verdachte en de chauffeur ontstaat en verdachte zich steeds meer opwindt. Korte tijd later is te zien dat de bus stopt en dat de deuren van de bus open gaan en dat verdachte richting de deur loopt. Daarna sluiten de deuren weer en is te zien dat verdachte zich omdraait en richting de voorzijde van de bus loopt. Daarbij wordt verdachte bij zijn arm vastgehouden door zijn vriendin en verdachte stopt vóór de rood-witte linten om de discussie met aangever voort te zetten. Op de beelden van de bus is te zien dat de buschauffeur, aangever, opstaat, het deurtje naast zijn stoel openmaakt en zich omdraait richting de passagiers. De buschauffeur zegt dat het zó is de regels: mondkapje op en niet praten. Verdachte blijft in discussie en te zien is dat een andere passagier naar voren loopt en probeert op een rustige manier de steeds bozer lijkende verdachte bij de rood-witte linten en van aangever weg te leiden. Aangever gaat weer achter het stuur zitten en maakt aanstalten om verder te rijden. Vervolgens is op de beelden te zien dat verdachte wilde armbewegingen maakt, dat hij zijn jas uit doet en die op de grond smijt. De busdeuren openen zich naast verdachte. Verdachte wordt nog steeds min of meer rustig gehouden door de medepassagier, terwijl de vriendin van verdachte met de kinderwagen uitstapt. Verdachte blijft in de openstaande deur staan en aangever zegt dat hij niet gaat rijden totdat verdachte is uitgestapt. Verdachte komt dan direct, half struikelend over een stoel, richting aangever gerend. Hij wordt door meerdere omstanders getracht tegen te houden. Vervolgens is op de beelden te zien dat verdachte de rood-witte linten kapot trekt tussen de stoel van de buschauffeur en het zitgedeelte van de passagiers. Wanneer verdachte vlakbij aangever komt, staat aangever op en ontstaat er wat duw- en trekwerk tussen aangever en verdachte. De bril van aangever vliegt van zijn gezicht af. Vervolgens is op de beelden te zien dat verdachte zijn arm naar achteren haalt, dat hij zijn hand tot een vuist balt en deze met snelheid en ogenschijnlijk met kracht naar voren beweegt. Hij maakt twee keer een slaande beweging richting het hoofd en de romp van aangever. Aangever reageert door verdachte bij zijn kleding vast te pakken. Verdachte is daarna bovenop aangever, die dan in de stoel van de buschauffeur zit, te zien. Op de beelden is te zien dat verdachte slaande bewegingen maakt en dat hij daarna duwt, trekt en schopt richting aangever. Meerdere personen schreeuwen en proberen aangever en verdachte uit elkaar te halen, hetgeen hen niet lukt. Op enig moment is te zien dat aangever in het gangpand van de bus staat en dat verdachte met kracht slaande en schoppende bewegingen maakt richting aangever, waarna aangever op de grond valt. Aangevers handen houden verdachte ter hoogte van diens halsboord aan de trui vast. Verdachte staat voorover gebogen en te horen is dat hij zegt ‘Laat me los’. Te horen is dat aangever, die dan niet op beeld te zien is, roept, ‘Ik laat niet los, politie moet komen’. Dan zijn drie harde schreeuwen te horen en aangever die roept: ‘Hij bijt me!’ Daarna is te zien dat verdachte los is gekomen en nogmaals ogenschijnlijk met kracht slaande en schoppende bewegingen maakt richting aangever. Tot slot is op de beelden te zien dat verdachte zich vasthoudt aan de stangen in de bus, met beide voeten op het lichaam van aangever staat, zich af lijkt te zetten met zijn voeten en dan via het lichaam van aangever weg loopt. Hierna stopt het geweld, verlaat verdachte de bus en loopt weg.
Op de beelden van de website Dumpert is – kort samengevat - te zien dat verdachte aangever in een nekklem heeft en aangever zo tegen de grond werkt. Aangever ligt met het gezicht naar beneden op de grond en tracht zich kennelijk wat op te richten. Te zien is dat verdachte zich aan de stangen van de bus vasthoudt en dan eerst met de ene voet achter op de nek gaat staan en vervolgens met de andere voet op het hoofd van aangever gaat staan. Het hoofd van aangever wordt hierdoor richting de grond geduwd.
Aanhouding en verklaringen verdachte
Verdachte werd een week na het incident, op 13 oktober 2020, door de politie aangehouden.
Na zich in eerste instantie grotendeels op zijn zwijgrecht te hebben beroepen, is verdachte gaan verklaren.
Hij heeft bij de politie verklaard dat aangever tegen hem zei dat hij zijn mondkapje op moest doen en dat hij zijn mond dicht moest houden. Volgens verdachte werd dit gezegd met een bepaalde toon en houding, waardoor verdachte zich beledigd en gekwetst voelde. Verdachte vond dat aangever geen respect had. Er was geschreeuw en uiteindelijk heeft verdachte de rode linten stuk getrokken en kwam hij naast aangever te staan. Hij heeft vervolgens verklaard dat hij zich niet kan herinneren dat hij slaande en trappende bewegingen heeft gemaakt noch dat hij aangever heeft gewurgd, maar wel dat hij heeft gebeten in de hand van aangever. Hij heeft echter, na confrontatie met de beelden, verklaard dat hij in begon te zien dat hij aangever had geschopt en geslagen.
In een daaropvolgend verhoor heeft verdachte bij de politie verklaard dat er in zijn beleving sprake was van een worsteling.
Ter zitting heeft verdachte verklaard dat hij op het moment dat hij de bus kon verlaten, voordat het fysieke incident plaatsvond, hij ‘te ver heen’ was om de bus te verlaten. Er was in zijn beleving sprake van duw- en trekwerk tussen hem en aangever en hij deed er alles aan om los te komen. Hij weet niet meer of hij aangever heeft geslagen. Hij weet wel dat hij hem niet heeft geschopt, maar dat hij afstand wilde creëren waardoor hij zich aan een paal vasthield en zich afzette. Hij heeft aangever ook niet geslagen en geschopt toen deze op de grond lag. Tot slot heeft verdachte verklaard dat hij wel in de hand van aangever heeft gebeten, zodat hij los kon komen.
Tussenconclusie
Op grond van alle hiervoor genoemde onderzoeksbevindingen, in onderlinge samenhang bezien, komt de rechtbank tot de conclusie dat verdachte de keel van aangever heeft dichtgeknepen, meerdere malen met forse kracht met vuisten tegen het gezicht, hoofd en bovenlichaam van aangever heeft geslagen. De rechtbank gaat daarbij uit van de verklaring van aangever, dat verdachte hem meerdere keren sloeg en hem over de cabinedeur heen heeft getrokken, waarna aangever op de grond is gevallen en meerdere klappen op zijn hoofd heeft gekregen. Dit wordt ook bevestigd door de getuigenverklaringen en door de camerabeelden. Daaruit blijkt ook dat verdachte, terwijl aangever op de vloer van de bus lag, aangever nogmaals meerdere malen met forse kracht met vuisten tegen het gezicht, hoofd en bovenlichaam heeft geslagen en geschopt en dat verdachte op het hoofd en lichaam van aangever heeft gestaan en daarover heen heeft gelopen. De rechtbank acht dit ook bewezen.
Poging tot doodslag
De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of verdachte zich hiermee schuldig heeft gemaakt aan de onder primair ten laste gelegde poging tot doodslag.
Opzet
De rechtbank is van oordeel dat er geen bewijs is dat verdachte aangever willens en wetens wilde doden (geen vol opzet).
Voorwaardelijk opzet
De vervolgvraag is of bij verdachte sprake is geweest van voorwaardelijk opzet op de dood van aangever.
Er is sprake van voorwaardelijk opzet op de dood indien door de gedragingen van verdachte:
- een aanmerkelijke kans op de dood wordt ingeroepen,
- verdachte wetenschap had van die aanmerkelijke kans en
- verdachte deze aanmerkelijke kans bewust heeft aanvaard.
Bij de beoordeling of van een aanmerkelijke kans sprake is, zijn de aard van de gedragingen en de omstandigheden waaronder deze zijn verricht van belang. Bepaalde gedragingen kunnen naar hun uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zo zeer gericht op een bepaald gevolg dat het, behoudens contra-indicaties, niet anders kan zijn dan dat verdachte de aanmerkelijke kans op het desbetreffende gevolg heeft aanvaard.
- Aanmerkelijke kans op de dood
Hoewel de rechtbank heeft bewezen dat verdachte de keel van aangever heeft dichtgeknepen, stelt zij vast dat het dossier onvoldoende informatie oplevert over de duur, de kracht en de intensiteit van het dichtknijpen van de keel om vast te kunnen stellen dat sprake is geweest van een aanmerkelijke kans dat aangever hierdoor zou komen te overlijden. Daarom zal de rechtbank deze handeling verder niet meenemen in de beoordeling of sprake is van een poging tot doodslag van aangever.
Verdachte heeft meerdere malen met forse kracht met zijn vuisten tegen het hoofd, gezicht en bovenlichaam van aangever geslagen. Ook toen aangever op de vloer van de bus was beland. Daarnaast heeft hij meerdere malen met forse kracht tegen het gezicht, hoofd en lichaam van aangever geschopt en heeft verdachte op het hoofd en lichaam van aangever gestaan en is hij daarover heen gelopen, terwijl aangever op de grond lag.
Naar algemene ervaringsregels brengt het met kracht slaan tegen het hoofd/gezicht en hals, het met kracht met geschoeide voet schoppen tegen het hoofd/gezicht en hals, en het op het hoofd/gezicht en op de hals van iemand staan en daarover heen lopen, de aanmerkelijke kans met zich mee dat dit tot de dood van het slachtoffer leidt. Het hoofd en de hals zijn immers kwetsbare en vitale delen van het menselijk lichaam. Uit de letselverklaring blijkt ook dat aangever naast kneuzingen van zijn hoofd en hals ook meerdere bloeduitstortingen had op de voor- en achterzijde en linker- en rechterzijde van het hoofd. Gelet op voornoemde feiten en omstandigheden, in onderlinge samenhang en verband beschouwd, moet de kans op de dood als gevolg van de gedragingen van verdachte als aanmerkelijk worden aangemerkt.
- Wetenschap van de aanmerkelijke kans
Het is een feit van algemene bekendheid dat het hoofd en de hals kwetsbare onderdelen zijn van het lichaam. Verdachte wist dus dat door het veelvuldig met kracht slaan en schoppen tegen het hoofd, gezicht en hals, en daarop staan en erover heen lopen, een aanmerkelijke kans op de dood ontstond. Daar komt bij dat verdachte kon zien dat aangever een man op leeftijd is en daardoor gemiddeld genomen extra kwetsbaar.
- Aanvaarden van de aanmerkelijke kans
Door aangever met forse kracht tegen het hoofd, gezicht en hals te slaan en te trappen en daar op te staan en erover heen te lopen, had verdachte moeten begrijpen dat dit mogelijk tot zijn dood kon leiden. Uit de beelden en de verklaring van verdachte blijkt dat verdachte zichzelf niet meer in de hand had en redeloos kwaad op aangever was toen hij dit geweld uitoefende. Naar het oordeel van de rechtbank bestond bij het op dusdanige wijze uitoefenen van geweld op het hoofd, gezicht en de nek de aanmerkelijke kans dat aangever daardoor zou komen te overlijden. Verdachte heeft die kans voor lief genomen en had dus ook voorwaardelijk opzet op de dood van aangever.
Conclusie
De rechtbank acht op grond van het voorgaande bewezen dat verdachte voorwaardelijk opzet had op de dood van aangever. Daarmee is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich op 6 oktober 2020 schuldig heeft gemaakt aan een poging tot doodslag van aangever.