Beoordeling
5. In dit kort geding dient te worden beoordeeld of de in deze zaak aannemelijk te achten omstandigheden een ordemaatregel vereisen dan wel of de vorderingen van eiseres in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben dat het gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen door het treffen van een voorziening zoals gevorderd. Het navolgende behelst dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
Ontvankelijkheid van de Bewonersvereniging
6. Variaprop heeft aangevoerd dat de Bewonersvereniging niet-ontvankelijk is nu er ingevolge artikel 1018c lid 2 Rv bij een collectieve actie op grond van artikel 3:305a BW een aantekening moet worden gemaakt in het Centraal register voor collectieve vorderingen en dit niet is gebeurd. Ook voldoet de Bewonersvereniging niet aan alle voorwaarden genoemd in artikel 3: 305a BW. Zo beschikt zij niet over een toezichthoudend orgaan, een passend mechanisme tot besluitvorming en heeft zij geen algemeen toegankelijke internetpagina met daarop specifieke informatie omtrent de organisatie van de vereniging.
7. Wat betreft de voorwaarden als genoemd in artikel 3: 305a lid 2 BW waarnaar Variaprop in dit verband verwijst, bepaalt het zesde lid van dit artikel dat de rechter een rechtspersoon alsnog ontvankelijk kan verklaren indien de aard van de vordering en het ideële doel van de vereniging hiertoe aanleiding geven, hetgeen, mede gelet op de ernst van de kwestie en de doelstelling van de Bewonersvereniging, hier het geval wordt geacht. Verder wordt in dit geval voorbijgegaan aan de verplichting tot het aantekenen van de vordering en dagvaarding in het daarvoor bedoelde register. Deze verplichting strekt ertoe andere partijen de mogelijkheid te bieden eveneens een collectieve actie in te stellen voor dezelfde gebeurtenis, hetgeen in de onderhavige situatie niet aan de orde zal zijn en in een kortgedingprocedure als de onderhavige bovendien van geen belang, terwijl het door de Bewonersvereniging gevorderde zonder meer als spoedeisend moet worden aangemerkt. Zij is daarom ontvankelijk.
Vordering tot afgifte van de meetresultaten aan de Bewonersvereniging
8. Variaprop heeft ten aanzien van deze vordering aangevoerd niet over meetrapporten te beschikken. Zij was ook niet de opdrachtgever tot het meten van het loodgehalte, dat zijn de vijf VvE’s. Tussen de VvE’s en DLB, die de watertesten aan alle bewoners heeft opgestuurd en die de testen vervolgens zelf dienden af te nemen, is bovendien afgesproken de resultaten van die testen slechts met de besturen van de VvE’s te delen en niet met de afzonderlijke bewoners. Variaprop zelf is slechts in bezit van een beperkt en niet compleet overzicht van testresultaten per adres, zodat zij niet aan de vordering kan voldoen. Tot slot stelt zij dat in een overleg met de Bewonersvereniging is afgesproken dat de resultaten pas met de Bewonersvereniging worden gedeeld op het moment dat deze compleet zijn, hetgeen niet het geval is nu niet alle bewoners/huurders een monster van het drinkwater hebben ingeleverd. Deze afspraak is bij monde van haar voorzitter ter zitting uitdrukkelijk door de Bewonersvereniging betwist.
9. Geoordeeld wordt dat de individuele testresultaten, althans de gegevens die Variaprop hiervan in haar bezit heeft, met de leden van de Bewonersvereniging moeten worden gedeeld. Ter zitting is desgevraagd verklaard dat Variaprop beschikt over testresultaten van bepaalde adressen, te weten de woningen van de huurders die het monster hebben ingeleverd (het in de pleitnota zogenoemde “summiere overzicht”). Als goed verhuurder is Variaprop gehouden deze huurders te informeren over bij haar bekende gebreken aan het gehuurde en derhalve ook over het loodgehalte in het drinkwater nu daaraan zeer ernstige gezondheidsrisico’s kunnen zijn verbonden. Te meer nu, gelet op de wel reeds bekende resultaten, te verwachten is dat er bij een aantal van de leden van de Bewonersverenging sprake is van een grote tot zeer grote normoverschrijding. Dat op dit punt een andere afspraak bestaat tussen haar en de Bewonersvereniging heeft Variaprop onvoldoende onderbouwd, en doet aan bedoelde verplichting niets af.
10. Aan de veroordeling wordt geen dwangsom verbonden nu de kantonrechter erop vertrouwt dat Variaprop haar toezegging ter zitting aan een dergelijke veroordeling ook zonder dwangsom te zullen voldoen, gestand zal doen.
Huurprijsvermindering voor die leden waarvan zal blijken dat hun loodgehalte te hoog is
11. Hoewel Variaprop inmiddels actie heeft ondernomen om sanering van de leidingen in het [naam complex] bij de VvE’s op de agenda te zetten en zij in veel gevallen van de medewerking van VvE’s afhankelijk is om tot daadwerkelijke sanering te kunnen overgaan in de appartementen die zij verhuurt, doet dat niet af aan het feit dat normoverschrijding van het loodgehalte in eerdere rechtspraak alsmede door de Huurcommissie in haar Gebrekenboek als gebrek in de zin van in artikel 7: 204 BW is aangemerkt. Voldoende aannemelijk is dan ook dat in een bodemprocedure zal worden geoordeeld dat het verminderde huurgenot dat daarvan het gevolg is - eruit bestaande dat van de kranen in het gehuurde geen normaal gebruik meer kan worden gemaakt nu aangeraden wordt deze eerst een aantal minuten voor gebruik te laten doorstromen alsmede het water niet te drinken - aanleiding zal zijn de huurprijs te verlagen tot het gebrek verholpen zal zijn. Hierop kan en zal dan ook in kort geding worden vooruitgelopen. Daarbij zal ook worden aangeknoopt bij het beleid van de Huurcommissie dat met ingang van juli 2021 een loodgehalte van 5 microgram per liter of hoger als ernstig gebrek kwalificeert. Wel wordt aanleiding gezien om te differentiëren tussen een normoverschrijding van tussen de 5 en 10 microgram lood per liter en alles dat daar boven uitkomt, zodanig dat een normoverschrijding van tussen de 5 en 10 microgram per liter in redelijkheid tot een huurverlaging van 40% van de geldende huurprijs dient te leiden en boven 10 tot, zoals eerder reeds in kort geding is beslist, 60% van de geldende huurprijs.
12. Het vorenstaande leidt er toe dat bij wijze van voorschot een huurkorting van 60% van de geldende huurprijs met terugwerkende kracht wordt toegewezen voor die leden waarvan uit de door Variaprop te verstrekken testresultaten blijkt van een normoverschrijding van meer dan 10 microgram lood per liter. Voor die leden waarvan het loodgehalte tussen de 5 en 10 microgram lood per liter is, waaronder [eiser 2] zal een korting van 40% worden bepaald.
13. Opgemerkt wordt hierbij nog dat de wet ten aanzien van de terugwerkende kracht onderscheid maakt tussen niet geliberaliseerde en geliberaliseerde woonruimte, waarbij de terugwerkende kracht in het laatste geval op grond van artikel 7: 257 lid 3 BW beperkt is tot zes maanden voorafgaande aan het instellen van de vordering. Aangenomen wordt dat beide huurregimes in het woningbestand van Variaprop in het [naam complex] voorkomen, zodat daarmee in het dictum rekening zal worden gehouden als hierna te bepalen.
14. Het vorenstaande leidt tevens tot toewijzing van de vordering van [eiser 2] als hierna te bepalen.
15. Bij deze uitkomst wordt Variaprop belast met de proceskosten.