Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Darmstadt Regional Court(Duitsland) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
placement ordervan 17 maart 2021, opgelegd door
the Darmstadt Regional Court(referentie: 100 Js 23/20 – 1KLs).
placement order, een vrijheidsbenemende maatregel van onbepaalde duur, te weten een plaatsing in een psychiatrische kliniek, door de opgeëiste persoon te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat. De
placement orderis aan de opgeëiste persoon opgelegd bij het hiervoor genoemde vonnis.
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
- in persoon is verschenen bij het proces dat tot de beslissing heeft geleid;
- tijdens de zitting werd bijgestaan door een advocaat;
- op 23 maart 2021 uitdrukkelijk is geïnformeerd over zijn recht op een verzetprocedure of een procedure in hoger beroep, waarbij hij het recht heeft aanwezig te zijn en tijdens welke de zaak opnieuw ten gronde wordt behandeld en nieuw bewijsmateriaal wordt toegelaten, die kan leiden tot herziening van de oorspronkelijke beslissing.
Tupikas, ECLI:EU:C:2017:628). Uit het feit dat de advocaat het hoger beroep heeft ingetrokken, waarna het beroep is afgewezen, leidt de rechtbank af dat hiervan geen sprake is bij het onderhavige hoger beroep. In deze zaak moet daarom alleen het vonnis van 17 maart 2021 worden getoetst aan artikel 12 OLW. Gelet op de hiervoor genoemde informatie in onderdeel d) van het EAB is de weigeringsgrond van artikel 12 OLW niet van toepassing.
5.Strafbaarheid; feit waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist
6.Slotsom
7.Toepasselijke wetsbepalingen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Darmstadt Regional Court(Duitsland).