Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
zaak A) en 13/090847-21 (
zaak B) (ter terechtzitting gevoegd)
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
art. 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art. 304 ahf/sub 3 Wetboek van Strafrecht)
art. 181 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
art. 310 Wetboek van Strafrecht, art. 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
3.Waardering van het bewijs
zaak A)
zaak B)
4.Het bewijs
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf
8.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
zaak Abewezene niet strafbaar en
ontslaat hem van alle rechtsvervolgingterzake daarvan.
zaak Bbewezene tot een
gevangenisstrafvan
6 (zes) maanden.
vordering van de benadeelde partij [persoon 2]toe tot een bedrag van
€ 250,- (tweehonderdvijftig euro)aan vergoeding van
immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade 17 mei 2021) tot aan de dag van de algehele voldoening.
overige niet-ontvankelijkin haar vordering is.