Op 22 oktober 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam een tussentijdse toetsing uitgevoerd met betrekking tot de ISD-maatregel die eerder was opgelegd aan de veroordeelde. De ISD-maatregel was op 22 juli 2020 opgelegd voor de duur van twee jaren. De rechtbank heeft de officier van justitie, de veroordeelde, zijn raadsman en een deskundige gehoord tijdens een openbare zitting. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende documenten, waaronder het verzoek van de veroordeelde en zijn raadsman om een tussentijdse toetsing van de ISD-maatregel, en een voortgangsverslag van de PI waar de veroordeelde verbleef.
Uit het voortgangsverslag blijkt dat de veroordeelde in het verleden meerdere ambulante trajecten negatief heeft afgerond en dat er een klinisch traject in een FPK geïndiceerd was. De veroordeelde heeft kenmerken van een antisociale persoonlijkheidsstoornis en is gemotiveerd voor een ambulant traject, mits dit onder strikte voorwaarden plaatsvindt. De rechtbank heeft besloten om de ISD-maatregel voort te zetten, omdat de kans op recidive hoog wordt ingeschat en de noodzaak tot beveiliging van de maatschappij aanwezig blijft. De behandeling van de veroordeelde gericht op het terugdringen van de kans op recidive zal op 26 oktober 2021 aanvangen.
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot voortzetting van de ISD-maatregel, terwijl de raadsman heeft verzocht om opheffing. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten het verzoek tot opheffing af te wijzen en de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel voort te zetten, met als doel de maatschappij te beveiligen en recidive te voorkomen. Deze beslissing is genomen door de rechters in tegenwoordigheid van de griffiers en is op de openbare zitting uitgesproken.