Op 5 november 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam een zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden aan een betrokkene, geboren in 1990, die lijdt aan een psychische stoornis in de vorm van schizofrenie en een stoornis in cannabisgebruik. De officier van justitie had op 21 september 2021 een verzoek ingediend voor deze zorgmachtiging, waarbij verschillende bijlagen waren gevoegd, waaronder een medische verklaring en een zorgplan. De mondelinge behandeling vond plaats op 22 oktober 2021, waarbij de betrokkene, zijn raadsvrouw, de officier van justitie en een deskundige aanwezig waren.
De rechtbank oordeelde dat de betrokkene ernstig nadeel ondervond, waaronder lichamelijk letsel en een gevaar voor de algemene veiligheid. Er waren geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis, waardoor verplichte zorg noodzakelijk was. De rechtbank besloot dat de zorgmachtiging ook de door de geneesheer-directeur geadviseerde vormen van verplichte zorg moest omvatten, zoals insluiting en toezicht op de betrokkene. De rechtbank benadrukte dat de zorgmachtiging bij voorraad uitvoerbaar is en geldig is tot en met 5 mei 2022.
De rechtbank concludeerde dat aan de criteria voor verplichte zorg was voldaan en dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar waren. De beslissing is genomen met inachtneming van de veiligheid van de betrokkene en de noodzaak om zijn geestelijke gezondheid te stabiliseren. De rechtbank heeft ook aandacht besteed aan de eerdere repatriëringen van de betrokkene naar zijn geboorteland, waarbij het van belang werd geacht dat er een concreet plan van aanpak ligt voor opvang en behandeling in het buitenland.