ECLI:NL:RBAMS:2021:6252

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
29 september 2021
Publicatiedatum
3 november 2021
Zaaknummer
C/13/706452 / KG ZA 21-719
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over geldvordering met verstektoewijzing

In deze zaak, die diende als kort geding, heeft de voorzieningenrechter op 29 september 2021 uitspraak gedaan. Eiseres, Juno Holdings Ltd., gevestigd in George Town (Kaaimaneilanden), heeft op 10 september 2021 een dagvaarding uitgebracht tegen de gedaagde, Tennor Holding B.V., die niet is verschenen. Tijdens de mondelinge behandeling op 22 september 2021 heeft eiseres haar vorderingen toegelicht en verzocht om vonnis. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding aan de wettelijke vereisten voldeed, waardoor verstek tegen de gedaagden werd verleend. De vordering van eiseres werd niet onrechtmatig of ongegrond bevonden en werd toegewezen. Gedaagden werden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 11.211.438,36, vermeerderd met contractuele rente van 5,75% vanaf 16 augustus 2021. Daarnaast werden gedaagden veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van eiseres zijn begroot op € 5.106,18. De voorzieningenrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat eiseres het bedrag direct kan vorderen, ongeacht een eventuele hoger beroep.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/706452 / KG ZA 21-719 EAM/MvG
Vonnis in kort geding van 29 september 2021
in de zaak van
de vennootschap naar buitenlands recht
JUNO HOLDINGS LTD,
gevestigd te George Town (Kaaimaneilanden),
eiseres bij dagvaarding van 10 september 2021,
advocaat mr. R.P. van Campen te Amsterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TENNOR FINANCE B.V.,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TENNOR HOLDING B.V.,
beide gevestigd te Amsterdam,
gedaagden,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Tijdens de mondelinge behandeling van dit kort geding op 22 september 2021 heeft eiseres gesteld en gevorderd overeenkomstig de dagvaarding. Vervolgens heeft eiseres verzocht vonnis te wijzen en is de vonnisdatum bepaald op heden.
1.2.
Tijdens de mondelinge behandeling was namens eiseres mr. Van Campen aanwezig. Gedaagden zijn niet verschenen en hebben zich ook niet door een advocaat laten vertegenwoordigen.

2.De beoordeling

2.1.
Bij de dagvaarding zijn de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht genomen, zodat het gevraagde verstek tegen gedaagden zal worden verleend.
2.2.
Het gevorderde komt niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal als volgt worden toegewezen.
2.3.
Gedaagden zullen als de in het ongelijk gestelde partij hoofdelijk in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiseres worden begroot op € 250,18 aan dagvaardingskosten, € 4.200,00 aan griffierecht en € 656,00 aan salaris advocaat.
2.4.
De gevorderde nakosten zullen worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
2.5.
Het bedrag tot voldoening waarvan gedaagden zullen worden veroordeeld, geldt als voorschot op en ter nadere verrekening met hetgeen gedaagden ten gronde zullen blijken verschuldigd te zijn.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk tot betaling aan eiseres van een bedrag van € 11.211.438,36 (zegge: elfmiljoen tweehonderdelfduizend vierhonderdachtendertig euro en zesendertig eurocent), te vermeerderen met de contractuele rente van 5,75% over dat bedrag, berekend vanaf 16 augustus 2021 tot aan de dag van algehele voldoening,
3.2.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 5.106,18,
3.3.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 voor salaris advocaat, te vermeerderen met € 85,00 en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit vonnis plaatsvindt,
3.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.A. Messer, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M.F. van Grootheest, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 29 september 2021. [1]

Voetnoten

1.type: MvG