In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 22 oktober 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiser en twee gedaagden, die bestuursleden zijn van de Vereniging Dutch Startup Association (DSA). De eiser, die sinds januari 2020 penningmeester was, vorderde onder andere zijn herinschrijving als bestuurder in het handelsregister, toegang tot de bankrekeningen en zijn e-mailaccount van de vereniging. De gedaagden, die de eiser per e-mail op 24 augustus 2021 hadden geïnformeerd over zijn ontheffing uit de bestuursfunctie, voerden verweer tegen de vorderingen van de eiser.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de Algemene Ledenvergadering (ALV) van DSA op 7 oktober 2021 unaniem heeft besloten om de eiser te ontheffen uit zijn functie van penningmeester. Dit besluit is volgens de statuten van DSA voorbehouden aan de ALV, en de voorzieningenrechter oordeelde dat de eiser, door dit besluit, niet langer bestuurslid is. De eiser had tijdens de zitting verklaard te accepteren dat hij niet langer penningmeester is, maar meende nog wel bestuurslid te zijn. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat dit geen houdbare stelling was.
De vorderingen van de eiser werden afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten. De kosten aan de zijde van de gedaagden werden begroot op € 1.325,00. De voorzieningenrechter verklaarde de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op 22 oktober 2021.