Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
3. Duur/opzegging
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 3 september 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting [eiseres] en de bewindvoerder van [gedaagde]. De zaak betreft de ontruiming van een woonruimte in een begeleide woonvoorziening. Stichting [eiseres] heeft de begeleidings- en huurovereenkomst met [gedaagde] opgezegd, omdat hij zich niet aan de afspraken hield en zich agressief gedroeg. De rechtbank oordeelde dat de opzegging van de overeenkomst rechtsgeldig was en dat [gedaagde] geen huurbescherming genoot, omdat het zorgelement in de overeenkomst overheersend was. De voorzieningenrechter heeft Stichting [eiseres] in het gelijk gesteld en [gedaagde] veroordeeld om binnen 48 uur de woonruimte te ontruimen. Tevens is [gedaagde] veroordeeld tot betaling van huurachterstand en proceskosten. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gevolgen van de ontruiming voor [gedaagde] zwaar zijn, maar dat de omstandigheden van het geval rechtvaardigen dat Stichting [eiseres] haar bevoegdheid tot opzegging heeft uitgeoefend. De vorderingen van [gedaagde] in reconventie zijn afgewezen.