Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechter
[eiseres]
gedaagde sub 1, nader te noemen: NRE
2. [gedaagde sub 2]
niet verschenen.
HET PROCESVERLOOP
- de dagvaarding van 29 oktober 2020 met producties;
- de conclusie van antwoord van NRE van 4 december 2020 met producties;
- het schriftelijk verweer van [gedaagde sub 2] , ingekomen op 16 november 2020;
- het tussenvonnis van 18 december 2020 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 2 april 2021;
- de akte van NRE met een productie;
- het faxbericht van [eiseres] van 18 mei 2021 met aanvullende producties;
- het proces-verbaal van de voortzetting van de mondelinge behandeling/bezichtiging op 25 mei 2021 ter plaatse van [adres 1] (huurwoning [gedaagde sub 2] ) en [adres 2] grond (huurwoning van [eiseres] ), waarbij [eiseres] haar vordering heeft gewijzigd;
- de akte uitlating na descente tevens akte inzake rechtsopvolging gedaagde van [eiseres] van 25 juni 2021 met producties;
- de antwoord-akte na descente van NRE van 6 augustus 2021;
- de e-mail van [gedaagde sub 2] van 29 juli 2021, waarin hij stelt dat hetgeen in laatstgenoemde akte van NRE staat door hem wordt onderschreven.
Feiten
1 januari 2001 tegen een kale huurprijs van laatstelijk € 812,68 per maand.
(..) De vloerbedekking van de privé-gedeelten voor zover het de woningscheidende vloeren betreft dienen van een zodanige samenstelling te zijn dat contactgeluiden zoveel mogelijk worden tegengegaan. Het is niet toegestaan op deze vloeren parket, stenen vloeren of andere harde vloeren caso quo vloerbedekking aan te brengen, tenzij dit geschiedt met inachtneming van de normen die bij huishoudelijk reglement of door de vergadering zijn vastgesteld en geen onredelijke hinder kan ontstaan voor de overige eigenaars en/of gebruikers. (..)
BUREAU-EXPERTISEEr heeft door ZNEB Expertise en Taxatie BV ter plaatse geen expertise plaatsgevonden. Wij hebben de casus beoordeeld aan de hand van de aan ons overgelegde bescheiden, alsmede op basis van de rapportage van de op ons verzoek door Quattro Expertise te Oosterhout (..) uitgevoerde geluidsmeting.(..)GeluidsmetingTen behoeve van de waardering van de geluidsklachten hebben wij een geluidsmeting laten uitvoeren door Quattro. (..) De meting van Quattro heeft plaatsgevonden zonder verwijdering van de aanwezige vloerafwerkingen.(..)CONCLUSIE(..) In die context kan men het destijds tijdens de splitsing vigerende Bouwbesluit 2012 (..) niet van toepassing verklaren, noch het Bouwbesluit van 2003. Wel zijn beide Bouwbesluiten als graadmeter te zien (beide Bouwbesluiten hebben enigszins vergelijkbare waarden en men kan de beide Bouwbesluiten als handvat gebruiken voor de vergelijking van de gemeten waarden omtrent wat thans op basis van deze Bouwbesluiten als toelaatbaar wordt gezien).
1. Inleiding(..) Het onderzoek omvat metingen van het contactgeluidniveau ten einde te kunnen toetsen aan de splitsingsakte/huishoudelijk reglement van het gebouw. (..)De metingen zijn uitgevoerd op vrijdag 3 mei 2013 tussen 11:00 en 13:00.2. MethodeDe metingen worden uitgevoerd conform NEN 5077:2012.(..)5. ToetsingWegens het bouwjaar van het pand (1928) is het huidige Bouwbesluit (2012) niet van toepassing op de vloerconstructie en omdat ter plaatse besloten is de vloerafwerking niet te verwijderen ten behoeve van de meting kan er geen vergelijking gemaakt worden tussen de vloerconstructie met en zonder vloerafwerking.6. Meetresultaten(..) Aan de hand van bovenstaande resultaten kan worden geconcludeerd dat de vloer tussen beide woonkamers niet voldoet aan het bouwbesluit 2012, wél aan dat van 2003. De vloer tussen beide slaapkamers voldoet niet aan beide bouwbesluiten.
Het geschil
€ 55.000,- als vergoeding voor materiële en immateriële schade vanwege het niet tijdig verhelpen van het gebrek, alsmede € 50,- per dag tot de datum waarop de overlast is verholpen;
De beoordeling
15 november 2019 (waarin verwezen wordt naar een rapport van Quattro) en een notitie van Leer van 24 juni 2021, opgemaakt na afloop van de bezichtiging ter plaatse.
14 februari 2018. Ook als deze incidenten komen vast te staan is dat, hoe ongehoord het gedrag ook, onvoldoende om [gedaagde sub 2] op grond daarvan op straffe van een dwangsom te gebieden zich (in het algemeen) te onthouden van overlast gevende gedragingen dan wel hem een contactverbod op te leggen. Ook de naar aanleiding hiervan gevorderde schadevergoeding wordt afgewezen.