Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
beschikking van de kantonrechter
[verzoeker] ,
LAWPOINT GERECHTSDEURWAARDERS, namens mw. [verweerster]
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Uitgangspunten
“Op basis van de bij ons bekende gegevens geldt met ingang van augustus 2021 voor uw cliënt een beslagvrije voet ad € 1.665,00 per maand. U heeft wederom verzocht om herberekening in verband met de woonkosten van uw cliënt. Conform het bepaalde in art. 475da lid 5 Rv geldt dat de beslagvrije voet voorten hoogste zes maandenwordt verhoogd voor de duur dat uw cliënt hogere woonkosten heeft. Op 19 februari 2021 hebben wij reeds rekening gehouden met de woonkosten van uw cliënt. De destijds geldende verhoogde beslagvrije voet bedroeg € 1.984,00 per maand. Met inachtneming van de hiervoor genoemde termijn van zes maanden heeft uw cliënt recht op een verhoogde beslagvrije voet tot juli 2021. Voornoemde termijn is inmiddels verstreken, zodat met ingang van augustus 2021 de wettelijke normen ten aanzien van de beslagvrije voet voor uw cliënt geldt.Conform art. 475da lid 6 Rv kan op verzoek van een geëxecuteerde voornoemde termijn van zes maanden nogmaals voor ten hoogste zes maanden worden verlengd, indien binnen die termijn de vordering waarvoor het beslag is gelegd volledig kan worden voldaan. Hiervan is echter geen sprake in het dossier. (…) Op basis hiervan heeft uw cliënt geen recht op nogmaals een verhoging van een beslagvrije voet in verband met zijn woonkosten.”
“Daar sprake is van een problematische schuldenlast wordt gekeken naar de mogelijkheden van de start van een schuldregelingstraject. Tot op heden werd getracht toe te werken naar de start van een minnelijke schuldregeling, echter door het gelegde beslag is het niet mogelijk om deze regeling ook daadwerkelijk op te starten. De financiële situatie is daarvoor te instabiel. Door de beslagvrije voet van 1665 euro die op dit moment wordt gehanteerd, ontstaan er elke maand nieuwe vorderingen. Dit zorgt er voor dat een minnelijke schuldregeling niet gestart kan worden. (…) Indien de beslagvrije voet wordt opgehoogd naar aanleiding van dit verzoekschrift, dan naar verwachting een budget passend kunnen worden bereikt. Er zal dan gekeken worden of het haalbaar is om binnen zeer korte periode een minnelijke regeling op te starten of als nog over te gaan tot een rechtstreeks verzoek tot toelating van de wettelijke schuldsanering.”