Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Inleiding
- [medeverdachte 1] ,
- [medeverdachte 2] ,
- [medeverdachte 5] ,
- [medeverdachte 3] en
- [medeverdachte 4] .
- Beschuldiging (3)
- Waardering van het bewijs (4)
- Bewezenverklaring (5)
- Strafoplegging (6)
- Toepasselijke wettelijke voorschriften (7)
- Beslissingen (8)
3.Beschuldiging
4.Waardering van het bewijs
[medewerker 2 boekhoudkantoor 1] heeft verklaard dat [medeverdachte 5] de aangiften omzetbelasting en vennootschapsbelasting verzorgde. [medeverdachte 5] kreeg de opdrachten van en werd aangestuurd door [medeverdachte 1] . [16] Volgens [medewerkster 1 boekhoudkantoor 1] was [medeverdachte 5] samen met [medeverdachte 1] bedrijfsleider. Hij was het contact voor de Belastingdienst en was bij controles van de Belastingdienst aanwezig. [17]
24 juli 2012 tot en met 19 februari 2014 vijf bijschrijvingen zijn gedaan door [bedrijf 1] en twee door [medeverdachte 3] . De overboekingen van [medeverdachte 3] hebben als omschrijving ‘zakgeld’. De bedragen variëren tussen € 150,- en € 600,-. [35]
€ 1.500,- per maand van [verdachte (boekhoudkantoor 1)] via de bankrekening van [bedrijf 13] . De bankpas van de bankrekening van [bedrijf 13] lag op kantoor. [verdachte (boekhoudkantoor 1)] , in ieder geval [medeverdachte 3] , wist de pincode van de bankpas van [bedrijf 13] . [aandeelhouder 1 bedrijf 13] hield zich niet bezig met de financiële kant van [bedrijf 13] en had geen zicht op de bankrekening. [40] Hij maakte geen facturen van [bedrijf 13] op. [41]
[mailadres aandeelhouder bedrijf 13]aan [medeverdachte 1] : [42]
€ 167.080,- contant opgenomen. [64]
Factuur ‘invoice 1240712’ van [bedrijf 7] aan [bedrijf 3] gedateerd 31 juli 2012 (DOC-017 36/65)
Factuur ‘62107124’ van [bedrijf 15] aan [bedrijf 3] gedateerd 5 december 2011 (DOC-017 27/65)
Factuur ‘ [bedrijf 3] -2012-89’ van [bedrijf 9] aan [bedrijf 3] gedateerd 10 februari 2012 (DOC-024 37/48)
Factuur ‘13-1022’ van [bedrijf 1] aan [bedrijf 11] , gedateerd 2 september 2013 (DOC-007-06)
Factuur ‘AMN2010-201’ van [bedrijf 13] aan [bedrijf 17] , gedateerd 1 februari 2010 (DOC-356-1A)
Factuur ‘HE2011-9.05’ van [bedrijf 13] aan [bedrijf 5 en 6] gedateerd 25 september 2011 (DOC-356-5A)
Factuur ‘2012-001’ van [bedrijf 2] aan [bestuur boekhoudkantoor verdachte] , gedateerd 4 april 2012 (DOC-258)
Vrijspraak van de Factuur ‘2013-007’ van [bedrijf 2] aan [bedrijf 4] , gedateerd 4 februari 2013 (DOC-145 5/5)
Vrijspraak van de overeenkomst betreffende de transfer van [naam voetballer] naar [naam voetbalclub] tussen [bedrijf 2] en [bedrijf 4] , gedateerd 30 mei 2012 (DOC-261)
- onjuiste aangiften OB voor het eerste kwartaal van 2012 en maart 2013,
- onjuiste aangifte vennootschapsbelasting over 1 juli 2012 tot en met 31 december 2012 en
- geen aangiften OB over april, juni, juli en september tot en met december 2013.
De aangifte OB voor het eerste kwartaal van 2012
De aangifte OB voor maart 2013
[mailadres verdachte]. [120] [medeverdachte 5] heeft verklaard dat hij de aangifte VPB 2012 heeft ingediend op basis van de gegevens waarover hij op dat moment beschikte. De Belastingdienst heeft vastgesteld dat de administratie over het tweede halfjaar 2012 niet aanwezig was bij [medeverdachte 5] en dat het indienen van een aangifte met de juiste cijfers niet mogelijk was. [121] [medeverdachte 5] heeft bij de Belastingdienst verklaard dat hij niet meer administratie van [bedrijf 1] onder zich had dan dat hij de Belastingdienst ter inzage had aangeboden en dat hij niet wist waar de overige administratie was. [122]
5.Bewezenverklaring
6.Strafoplegging
7.Toepasselijke wettelijke voorschriften
8.Beslissingen
geldboetevan
€ 45.000,-(vijfenveertigduizend euro).