7.3.Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan rekening gehouden met de omstandigheid dat aan verdachte in de zaak met rekestnummer 21/3376, die tegelijkertijd met de onderhavige strafzaak is behandeld, een zorgmachtiging op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Wet forensische zorg (Wfz) is verleend voor de duur van zes maanden. De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mishandeling en bedreiging van een willekeurig persoon die met het openbaar vervoer op weg naar huis was. Uit het dossier komt naar voren dat verdachte agressief reageerde op het moment dat het slachtoffer hem aankeek en dat hij het slachtoffer tot twee keer toe (op het perron en in de trein) uit het niets heeft gestompt. Dit is voor het slachtoffer zeer beangstigend geweest en het slachtoffer heeft hier nog steeds last van, zo blijkt uit het schade-onderbouwingsformulier.
Persoon van verdachte
Uit het Pro Justitia rapport van psychiater J. Marx van 26 april 2021 komt onder meer het volgende naar voren. Verdachte heeft verteld dat hij stemmen hoort (akoestische hallucinaties) waardoor hij het idee heeft dat andere mensen over hem spreken. Uit opgevraagde informatie van de GZ-psycholoog verbonden aan het Justitieel Complex [plaats 1] , waar verdachte verblijft, blijkt dat verdachte sinds begin maart 2021 Olanzapine gebruikt (anti-psychotische medicatie). Hierdoor is zijn psychische toestand verbeterd. Toch hebben zich twee incidenten voorgedaan waarbij verdachte agressief reageerde en weer op de crisisafdeling moest worden geplaatst.
Deze akoestische hallucinaties kunnen worden geduid als een psychotisch fenomeen en bij verdachte is naar alle waarschijnlijkheid sprake van een psychotische stoornis. Classificatie volgens SDM-5: Ongespecificeerde schizofrenie-spectrum- of andere psychotische stoornis. Dit was naar alle waarschijnlijkheid ook aan de orde ten tijde van het tenlastegelegde. Onderzoeker is van mening dat er evidente aanwijzingen zijn voor een zorgwekkend patroon waarbij verdachte andere personen aanvalt onder invloed van psychotische symptomen (horen van stemmen). Het is onduidelijk wat de triggers/stressoren zijn bij deze handelingen en hoe deze kunnen worden beïnvloed. Akoestische hallucinaties lijken een (belangrijke) rol te spelen.
Alles overwegende adviseert onderzoeker verdachte de tenlastegelegde feiten in verminderde mate toe te rekenen. Het risico op vergelijkbare feiten als het tenlastegelegde is -zonder behandeling- reëel. Er zijn bij verdachte duidelijke aanwijzingen voor de aanwezigheid van psychotische symptomen. Tevens is een behandeling met antipsychotica in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum effectief gebleken ten aanzien van het verminderen van de psychotische verschijnselen.
Een psychiatrische behandeling is aangewezen om het recidiverisico tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen, namelijk
- Nadere (beloops)diagnostiek ten aanzien van de oorzaak van de psychotische symptomen;
- Continueren van de antipsychotische medicatie;
- Psycho-educatie;
- Abstinentie van middelen.
Momenteel is verdachte aangewezen op praktische hulp ten aanzien van huisvesting, financiën en werk/dagbesteding. Er is geen zorgkader aanwezig buiten detentie, zodat in eerste instantie wordt gedacht aan een klinische opname (zoals op een FPA). Na stabilisatie kan mogelijk worden toegewerkt naar ambulante begeleiding (zoals door een Forensisch FACT-team).
Verdachte heeft geen ziekte-inzicht en is daardoor vermoedelijk niet in staat zich (geheel) aan een behandeling te conformeren. Daar is vooralsnog dwang voor nodig, bij voorkeur in het kader van een zorgmachtiging, nu het risico vooral wordt veroorzaakt door een psychiatrische stoornis. Er is reeds een zorgmachtiging aangevraagd.
Geadviseerd wordt om naast de zorgmachtiging tevens behandeling/begeleiding op te nemen als bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijk strafdeel. In het bijzonder na een (aanvankelijke) klinische opname kan de reclassering dan toezicht houden op het naleven van afspraken ten aanzien van medicatie, abstinentie, huisvesting, dagbesteding en financiën.
De rechtbank heeft eveneens kennis genomen van het reclasseringsadvies van 11 mei 2021, opgesteld door reclasseringswerker M. Hamels van het Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering.
Bij een veroordeling kan worden gesproken van een beginnend delict patroon van geweldsdelicten. Een directe risicofactor is de aanwezigheid van een ongespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis, welke is vastgesteld door het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) in het kader van het psychiatrisch onderzoek.
De kans op recidive met letselschade wordt ingeschat als hoog. Tijdens de huidige detentie hebben zich agressie-incidenten voorgedaan. Ondanks verhoging van de medicatie is er nog weinig effect te zien op de achterdochtigheid van verdachte en de stemmen in zijn hoofd. Een opname op een Forensische Psychiatrische Afdeling is geïndiceerd.
Bij een veroordeling wordt een (deels) voorwaardelijke straf geadviseerd. Ook wordt geadviseerd hieraan de volgende bijzondere voorwaarden te koppelen: een meldplicht bij Jeugdbescherming & Reclassering van het Leger des Heils, een opname in FPA [plaats 2] of soortgelijke zorginstelling, ambulante behandeling bij polikliniek Fivoor (of soortgelijke zorgverlener) gedurende de gehele proeftijd, begeleid wonen of maatschappelijke opvang en meewerken aan middelencontrole. De bijzondere voorwaarden en het toezicht dienen dadelijk uitvoerbaar te worden verklaard, omdat de kans op een misdrijf met schade voor personen groot is.
Er is door het [justitieel complex] een zorgmachtiging aangevraagd. De reclassering heeft een aanmelding bij Indicatiestelling Forensische Zorg (IFZ) gedaan. Uit mailcontact met het IFZ blijkt dat de zorgmachtiging onderliggend is en een justitie-indicatie (met opname in een zorginstelling) prevaleert boven een eventuele zorgmachtiging. De huidige status van de IFZ aanmelding is dat de indicatie is afgegeven en betrokkene is aangemeld voor FPA [plaats 2] (GGZ Noord-Holland Noord). De reclassering vraagt tevens bij Dienst Individuele Zaken (DIZ) overbruggingszorg aan. Wat de startdatum is, is momenteel nog onbekend.
De officier van justitie heeft op de terechtzitting aangegeven dat hij contact heeft opgenomen met de reclassering. Op dit moment is er nog geen opnamedatum bekend. Als de bijzondere voorwaarden worden opgelegd, is overbruggingszorg nodig van enkele weken. Dit moet dan wel in combinatie met een zorgmachtiging. De toegevoegde waarde is dat als verdachte niet meewerkt aan de bijzondere voorwaarden, de zorgmachtiging nog aanwezig is.
Ten slotte heeft de rechtbank acht geslagen op het Uittreksel Justitiële Documentatie (het strafblad) van verdachte van 28 april 2021. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder in Nederland is veroordeeld, maar wel meermalen in Groot-Brittannië, onder andere voor geweldsmisdrijven en drugsdelicten.
De straf
Alles afwegende zal de rechtbank aan verdachte een gevangenisstraf opleggen voor de duur van 200 (tweehonderd) dagen, waarvan 85 dagen voorwaardelijk en met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft gezeten en een proeftijd van twee jaren. Met deze straf wordt enerzijds rekening gehouden met de ernst van de bewezenverklaarde feiten en anderzijds met het advies van de reclassering, het psychiatrisch rapport en het verhandelde op de terechtzitting. Daarnaast is rekening gehouden met de omstandigheid dat de rechtbank in de civielrechtelijke procedure, die naast deze strafzaak loopt, een zorgmachtiging verleent.
De rechtbank zal aan het voorwaardelijke strafdeel de volgende bijzondere voorwaarden verbinden: een meldplicht bij Jeugdbescherming en Reclassering van het Leger des Heils, een klinische opname in FPA [plaats 2] of soortgelijke zorginstelling met een maximale duur van een jaar, ambulante behandeling bij polikliniek Fivoor (of soortgelijke zorgverlener) gedurende de gehele proeftijd, begeleid wonen of maatschappelijke opvang en meewerken aan middelencontrole.
De rechtbank zal bepalen dat de bijzondere voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn. Dit is mogelijk omdat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan misdrijven die gevaar hebben veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van personen en omdat blijkens de inhoud van de rapporten over de persoon van verdachte de kans op recidive wordt ingeschat als hoog.