ECLI:NL:RBAMS:2021:5821

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
7 oktober 2021
Publicatiedatum
14 oktober 2021
Zaaknummer
13/752772-21
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor overlevering op basis van Europees aanhoudingsbevel

Op 7 oktober 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een vordering ex artikel 23 Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie. Deze vordering, gedateerd op 5 augustus 2021, betreft de behandeling van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door het Criminal Court No.3 in Ciudad Real, Spanje, op 28 april 2021. Het EAB is gericht op de aanhouding en overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in Polen in 1982, die momenteel gedetineerd is in Nederland.

De behandeling van de vordering vond plaats op 23 september 2021, waarbij de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. H.G. Koopman, en een tolk. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak met dertig dagen verlengd om een weloverwogen beslissing te kunnen nemen. Tijdens de zitting heeft de opgeëiste persoon bevestigd dat zijn personalia correct zijn en dat hij de Poolse nationaliteit bezit.

In het EAB wordt melding gemaakt van een vrijheidsstraf van drie jaren en één dag, waarvan nog 366 dagen resteert. De raadsman heeft verzocht om de overlevering te weigeren, omdat de opgeëiste persoon in Spanje in aanmerking zou komen voor voorwaardelijke invrijheidsstelling. De officier van justitie heeft echter betoogd dat de overlevering kan worden toegestaan, en dat eventuele discussies over de hoogte van het strafrestant in Spanje moeten worden gevoerd.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de door de raadsman aangedragen omstandigheden niet in de weg staan aan de overlevering, aangezien het EAB voldoet aan de eisen van de OLW. De rechtbank heeft besloten de overlevering toe te staan, en er zijn geen weigeringsgronden aanwezig. De uitspraak is gedaan door mr. O.P.M. Fruytier, voorzitter, en mrs. P. van Kesteren en H.G. van der Wilt, rechters, en is uitgesproken ter openbare zitting op 7 oktober 2021.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Parketnummer: 13.752772-21
RK nummer: 21/4380
Datum uitspraak: 7 oktober 2021
UITSPRAAK
op de vordering ex artikel 23 Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. Deze vordering dateert van 5 augustus 2021 en betreft onder meer het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB).
Dit EAB is uitgevaardigd op 28 april 2021 door de
Criminal Court No.3 in Ciudad Real(Spanje) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon]
geboren te [geboorteplaats] (Polen) op [geboortedag] 1982,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedetineerd in de [detentieplaats] ,
hierna te noemen de opgeëiste persoon.

1.Procesgang

De vordering is behandeld op de openbare zitting van 23 september 2021. Het verhoor heeft middels een videoverbinding plaatsgevonden in tegenwoordigheid van de officier van justitie mr. C.L.E. McGivern. De opgeëiste persoon is bijgestaan door zijn raadsman, mr. H.G. Koopman, advocaat te Amsterdam en door een tolk in de Poolse taal.
Op grond van artikel 22, derde lid, OLW heeft de rechtbank de termijn waarbinnen zij op grond van het eerste lid van dit artikel uitspraak moet doen met dertig dagen verlengd omdat zij die verlenging nodig heeft om over de verzochte overlevering te beslissen.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht. De opgeëiste persoon heeft ter zitting verklaard dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat hij de Poolse nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

In het EAB wordt melding gemaakt van een
judgementvan
the Criminal Court no. 3 in Ciudad Real within the rulings contantined in summary proceedings no. 281/2016van 20 oktober 2016, (kenmerk: 481/2016).
In het EAB staat vermeld dat de opgeëiste persoon in persoon is verschenen bij het proces dat tot de beslissing heeft geleid.
De overlevering wordt verzocht ten behoeve van de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf voor de duur van drie jaren en één dag, door de opgeëiste persoon te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat. Van deze straf resteren volgens het EAB nog 366 dagen. De vrijheidsstraf is aan de opgeëiste persoon opgelegd bij het hiervoor genoemde vonnis.
Dit vonnis betreft feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB. Een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van dit onderdeel is als bijlage aan deze uitspraak gehecht.
De raadsman heeft verzocht de overlevering te weigeren, omdat er geen strafrestant meer openstaat. De opgeëiste persoon zou in Spanje in aanmerking komen voor voorwaardelijke invrijheidsstelling, waardoor het strafrestant niet meer hoeft te worden uitgezeten. Voorwaardelijke invrijheidsstelling is bijna een recht in Spanje, dat niet verloren is gegaan door eenmaal niet terugkomen van verlof.
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de overlevering kan worden toegestaan en dat een eventuele discussie over de hoogte van het strafrestant in Spanje moet worden gevoerd en niet aan overlevering in de weg staat. De uitvaardigende justitiële autoriteit heeft het EAB niet ingetrokken. Aldus is het EAB onverkort van kracht.
De rechtbank is van oordeel dat de door de raadsman aangedragen – niet onderbouwde omstandigheden – niet in de weg staan aan het toestaan van de overlevering. De rechtbank dient immers uit te gaan van het EAB, waarin een strafrestant van 366 dagen staat vermeld. Het verweer wordt verworpen.

4.Strafbaarheid

Feit vermeld op bijlage 1 bij de OLW
Onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, moet achterwege blijven, nu de uitvaardigende justitiële autoriteit de strafbare feiten heeft aangeduid als feiten vermeld in de lijst van bijlage 1 bij de OLW. Het feit valt op deze lijst onder nummer 5, te weten:
Illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen
Volgens de in rubriek c) van het EAB vermelde gegevens is op dit feit naar het recht van Spanje een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren gesteld.

5.Slotsom

Nu is vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW, er ook overigens geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg staan en er geen sprake is van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven, dient de overlevering te worden toegestaan.

6.Toepasselijke wetsbepalingen

De artikelen 2, 5 en 7 OLW.

7.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan de
Criminal Court No.3 in Ciudad Real(Spanje).
Aldus gedaan door
mr. O.P.M. Fruytier, voorzitter,
mrs. P. van Kesteren en H.G. van der Wilt, rechters,
in tegenwoordigheid van mrs. K. Spanjaart en F.A. Potters, griffiers,
en uitgesproken ter openbare zitting van 7 oktober 2021.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.