ECLI:NL:RBAMS:2021:5813
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering wegens onvoldoende bewijs van informatieverplichtingen bij online overeenkomst
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 21 oktober 2021 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Direct Pay Services B.V. als eisende partij en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij vorderde een bedrag van € 207,76 met nevenvorderingen, zoals omschreven in de dagvaarding van 20 mei 2020. De gedaagde partij heeft geen uitstel verzocht en heeft niet gereageerd op de dagvaarding, waardoor verstek is verleend.
De kantonrechter heeft ambtshalve onderzocht of de bedingen in de overeenkomst tussen partijen niet oneerlijk zijn in de zin van Richtlijn 93/13 EG en of de eisende partij haar informatieverplichtingen heeft nageleefd. De eisende partij stelde dat er een overeenkomst op afstand was gesloten met de gedaagde partij, maar de overgelegde schermafdrukken van het bestelproces uit 2020 konden niet aantonen dat aan de informatieverplichtingen was voldaan ten tijde van het sluiten van de overeenkomst in 2017.
De kantonrechter concludeerde dat de eisende partij niet voldoende had aangetoond dat de relevante precontractuele informatieplichten waren nageleefd. De schermafdrukken gaven geen duidelijkheid over het bestelproces op het moment van de overeenkomst, waardoor de vordering niet toewijsbaar was. De kantonrechter wees de vordering af en veroordeelde de eisende partij in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde partij op nihil werden begroot.