ECLI:NL:RBAMS:2021:5802

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
8 oktober 2021
Publicatiedatum
13 oktober 2021
Zaaknummer
21/3526
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoekschrift zorgmachtiging in het kader van forensische zorg

Op 8 oktober 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoekschrift tot zorgmachtiging, ingediend door de officier van justitie. Het verzoekschrift, dat op 2 juni 2021 bij de rechtbank is binnengekomen, betreft de betrokkene, geboren in 1971, die verblijft in een detentieadres. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op 8 oktober 2021 gehouden, waarbij de betrokkene, haar raadsman, de officier van justitie en de deskundige R. Boon aanwezig waren.

De officier van justitie heeft verzocht om afwijzing van het verzoekschrift tot zorgmachtiging. De advocaat van de betrokkene heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank en aangegeven dat de betrokkene bereid is om in het kader van een tbs met voorwaarden te worden opgenomen en behandeld. De deskundige R. Boon heeft toegelicht dat de betrokkene op korte termijn kan worden opgenomen in een forensisch kader.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een bipolaire-I-stoornis met psychotische kenmerken, wat leidt tot ernstig nadeel voor haarzelf en anderen. Ondanks de voorgestelde verplichte zorg, heeft de rechtbank geoordeeld dat deze zorg naar verwachting onvoldoende effectief zal zijn. De rechtbank heeft daarom besloten dat forensische zorg in een strafrechtelijk kader noodzakelijk is en heeft de betrokkene veroordeeld tot een gemaximeerde tbs-maatregel met voorwaarden. Het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging is afgewezen.

De beslissing is genomen door de voorzitter en twee rechters, en er staat beroep in cassatie open voor zowel de betrokkene als de officier van justitie.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK Amsterdam
Afdeling Strafrecht
Locatie: Amsterdam
Verzoekschrift tot zorgmachtiging (artikel 2.3, eerste lid, Wet forensische zorg (Wfz) jo. art. 6:5, aanhef en onderdeel a, Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz))
Rekestnummer: 21/3526
Beschikking van de rechtbank op het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 Wvggz, ten aanzien van:
[betrokkene]
geboren op [geboortedag] 1971 te [geboorteplaats],
ingeschreven op het adres [verblijfadres],
verblijvende in [detentieadres],
bijgestaan door haar raadsman mr. G. Th. Offreins, advocaat te Noord-Holland,
hierna te noemen: betrokkene.

1.Procesverloop

1.1.
De officier van justitie heeft verzocht een zorgmachtiging ten behoeve van betrokkene te verlenen. Dit verzoekschrift is op 2 juni 2021 bij de rechtbank binnengekomen. Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring van 26 maart 2021;
  • het zorgplan inclusief de bijlagen van 25 mei 2021;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur van 26 mei 2021;
  • de Pro Justitia-rapportage van het psychiatrisch onderzoek van 19 februari 2021;
  • de Pro Justitia-rapportage van het psychologisch onderzoek van 21 april 2021;
  • het reclasseringsadvies rechtszitting van 12 mei 2021;
  • de politiegegevens en de strafvorderlijke en justitiële gegevens van betrokkene die relevant kunnen zijn voor de beoordeling van het ernstig nadeel.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 8 oktober 2021 in het gebouw van de rechtbank.
1.3.
Ter zitting zijn aanwezig en worden gehoord:
  • betrokkene;
  • de raadsman van betrokkene;
  • de officier van justitie;
  • de deskundige R. Boon, reclasseringswerker.

2.Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht tot afwijzing van het verzoekschrift tot zorgmachtiging.

3.Standpunt van betrokkene

De advocaat van betrokkene heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Betrokkene heeft zich bereid verklaard in het kader van een tbs met voorwaarden te worden opgenomen en behandeld. Zij heeft tevens verklaard akkoord te gaan met de voorwaarden zoals deze door de reclassering zijn geadviseerd in het reclasseringsrapport t.a.v. tbs met voorwaarden van 30 augustus 2021.

4.Toelichting reclasseringswerker R. Boon

Mevrouw Boon heeft toegelicht dat betrokkene op zeer korte termijn, te weten 11 oktober 2021, kan worden opgenomen en behandeld in een forensisch kader bij de Forensisch Psychiatrische Kliniek Inforsa te Amsterdam.

5.Beoordeling

5.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van een bipolaire-I-stoornis met psychotische kenmerken.
5.2.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische en immateriële schade, maatschappelijke teloorgang;
de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept;
de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
5.3.
Om:
een crisissituatie af te wenden;
ernstig nadeel af te wenden;
de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren;
e geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat zij haar autonomie zoveel mogelijk herwint.
heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
5.4.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg volgens de geneesheer-directeur nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op
:het zorgplan, de medische verklaring.
De volgende vormen van zorg worden voor na te noemen duur verzocht:
Vorm van zorg
Duur
toedienen van medicatie
6 maanden
het verrichten van medische controles
6 maanden
beperken van de bewegingsvrijheid
6 maanden
insluiten
2 maanden
uitoefenen van toezicht op betrokkene
2 maanden
onderzoek aan kleding of lichaam
6 maanden
onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedragsbeïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen
6 maanden
controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen
6 maanden
aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen
6 maanden
opnemen in een accommodatie
6 maanden
De rechtbank is van oordeel dat de voorgestelde verplichte zorg naar verwachting onvoldoende effectief is, nu betrokkene al jaren als zorgwekkende zorgmijder onvoldoende profijt heeft kunnen hebben van vele verplichte opnames in de reguliere GGZ. Gezien het matig tot hoge recidiverisico en het belang van een behandeling gericht op recidivebeperking met aandacht voor delictscenario’s is forensische zorg in een strafrechtelijk kader noodzakelijk. De rechtbank heeft daarom betrokkene in de strafzaak veroordeeld tot een gemaximeerde tbs-maatregel met voorwaarden, die dadelijk uitvoerbaar is verklaard. Het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging zal dan ook worden afgewezen.

6.Beslissing

De rechtbank
wijst afhet verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van een zorgmachtiging.
Deze beslissing is op 8 oktober 2021 gegeven door
mr. W.M.C. van den Berg, voorzitter,
mrs. E.G.C. Groenendaal en J.J.C.M. Wirken, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A. Koudadi, griffier.
Tegen de beschikking van deze rechtbank staat voor betrokkene en officier van justitie beroep in cassatie bij de Hoge Raad open,
in te stellen door een advocaat middels het indienen van een verzoekschrift bij de griffie van de Hoge Raad,
binnen drie maanden na de dag van de uitspraak van deze beschikking.