4.4.1.Overwegingen
Zaak A, onder 1 en 2.
Aangeefster heeft in haar aangifte aangegeven dat ze gedurende de nacht wakker werd van geluid in huis en dat ze dacht dat ze voetstappen hoorde. Ze was uit bed gesprongen om te kijken of er iemand in huis was en zag bij de voordeur een man staan die bij de jassen aan de kapstok rondstruinde. De man bevroor en rende vervolgens weg toen ze tegen hem schreeuwde. Ze geeft in haar aangifte een omschrijving van de man. Bij haar verhoor (strafdossier pagina 146) heeft aangeefster desgevraagd verklaard dat zij de dader in het donker heeft gezien, dat hij bij de deur stond en dat er wel een buitenlamp brandde en dat zij een silhouet van de dader heeft gezien.
Gelet hierop acht de rechtbank het niet onbegrijpelijk dat aangeefster de leeftijd van verdachte verkeerd heeft geschat.
Verder steunt de bewezenverklaring van deze feiten in belangrijke mate op meerdere herkenningen van verbalisanten aan de hand van camerabeelden.
Zaak B, onder 1 en 2.
Anders dan de raadsman ziet de rechtbank niet waarom een fietsstandaard niet als breekijzer zou kunnen dienen, noch waarom de leeftijd en fysieke conditie van verdachte in de weg zouden staan aan een effectief gebruik van een fietsstandaard als breekijzer. Een fietsstandaard is immers een hard, onbuigzaam, langwerpig voorwerp waarmee een fiets zelfstandig rechtop kan worden neergezet. Een dergelijke fietsstandaard kan dan ook in beginsel effectief als hefboom dienen tussen een deur en een deursponning. Voor het gebruik van een dergelijke hefboom is niet een dermate grote kracht vereist dat moet worden aangenomen dat verdachte niet over die kracht beschikte. De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsman ten aanzien van de fietsenstandaard als ondeugdelijk middel.
4.4.2.Bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat verdachte
1.
op 13 juli 2020, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, te Amsterdam, uit een woning gelegen aan de [adres 2] , met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een portemonnee met inhoud, te weten bankpassen en rijbewijzen en een heuptasje met inhoud, te weten autosleutels en een kentekenbewijs en een portemonnee, toebehorende aan [persoon 1] en een andere bewoner van voornoemde woning;
2.
op 13 juli 2020, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd te Amsterdam, in de woning gelegen aan de [adres 2] , bij een ander, te weten bij [persoon 1] , in gebruik wederrechtelijk is binnengedrongen;
3.
op 17 juli 2020 te Amsterdam, uit een woning aan de [adres 3] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om één of meerdere tot op heden onbekend gebleven goederen, toebehorende aan [persoon 2] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak, kracht heeft uitgeoefend op de voordeur van voornoemde woning,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
op 11 augustus 2020, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, te Amsterdam, uit een woning gelegen aan de [adres 4] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om één of meerdere tot op heden onbekend gebleven goederen, toebehorende aan [persoon 3] en/of [persoon 4] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak, (met kracht) met een hard voorwerp, tegen de deur van voornoemde woning heeft gedrukt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
In zaak B:
1.
op 9 september 2020 te Amsterdam, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning aan de [adres 6] weg te nemen geld en/of goed(eren), toebehorende aan [persoon 5] , en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak,
- een fietsenstandaard tussen de deur en de deurpost/deursponning van die woning heeft
gestopt/gestoken en
- vervolgens met die fietsenstandaard tussen die deur en de deurpost/deursponning van die
woning heeft gewrikt;
2.
op 19 september 2020 te Amsterdam, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning gelegen aan het [adres 7] , weg te nemen geld en/of goed(eren), toebehorende aan een ander dan aan hem verdachte, en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak,
- een fietsenstandaard tussen de deur en de deurpost/deursponning van die woning heeft
gestopt/gestoken en
- vervolgens met die fietsenstandaard tussen die deur en de deurpost/deursponning van die
woning heeft gewrikt;
In zaak C:
op 28 februari 2019 te 11:00 uur te Amsterdam, opzettelijk niet heeft voldaan aan een krachtens artikel 2.9 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008, namens de burgemeester van Amsterdam, zijnde een ambtenaar met de uitoefening van enig toezicht belast, gegeven bevel, inhoudende - zakelijk weergegeven - om zich uit het overlastgebied
3 Zuid-Oost te verwijderen en zich daar gedurende 24 uur niet meer te bevinden.