Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 16 december 2020,
- de akte overlegging producties van De Die BV,
- de conclusie van antwoord met producties,
- het tussenvonnis van 28 april 2021, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
- het proces-verbaal van de op 26 augustus 2021 gehouden mondelinge behandeling en de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
ontvankelijkheid
Handboek Erfrecht2020, p. 585). De erflater kan bepalen dat de executeur wel toestemming van de erfgenamen nodig heeft voor de keuze en de wijze van te gelde maken van goederen uit de nalatenschap (artikel 4:147 lid 3 BW). Dit toestemmingsvereiste heeft omwille van de rechtszekerheid slechts interne werking (Parl. Gesch. Boek 4, p. 855).
de afwikkelingvan de nalatenschap zou verzorgen, waaronder doorgaans ook de verdeling wordt verstaan. Deze omstandigheid behoefde bij [gedaagde] daarom evenmin argwaan te wekken.
€ 1.126,- (2 punten, tarief II)