ECLI:NL:RBAMS:2021:5678

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
7 oktober 2021
Publicatiedatum
7 oktober 2021
Zaaknummer
13/154624-21
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor voltooien, maar veroordeling voor voorbereiding van het invoeren en vervoeren van 841 kilogram cocaïne en witwassen van meer dan € 700.000

Op 7 oktober 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het voorbereiden van de invoer en het vervoer van 841 kilogram cocaïne, evenals van witwassen van bedragen van meer dan € 700.000. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan de voorbereiding van de invoer en het vervoer van de cocaïne, maar sprak hem vrij van de voltooide invoer. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de cocaïne daadwerkelijk was ingevoerd of verhandeld. De verdachte werd echter wel schuldig bevonden aan gewoontewitwassen van verschillende geldbedragen en een scooter, waarbij de rechtbank concludeerde dat de herkomst van deze voorwerpen vermoedelijk van misdrijf afkomstig was. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 66 maanden op, waarbij rekening werd gehouden met de ernst van de feiten en de rol van de verdachte in de drugshandel.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/154621-21 (Promis)
Datum uitspraak: 7 oktober 2021
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1988,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres [BRP-adres]
,
gedetineerd in het Justitieel Complex [plaats detentie] .

1.Onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 16 september 2021 en 7 oktober 2021. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. U.E.A. Weitzel en van wat verdachte en zijn raadsman mr. S.L.J. Janssen naar voren hebben gebracht.

2.Beschuldiging

Verdachte wordt kort gezegd beschuldigd van het samen met anderen
1. voorbereiden van het telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, vervaardigen, invoeren en/of uitvoeren van in totaal 1091 kilogram cocaïne in de periode van 20 november 2020 tot en met 7 maart 2021 te Amsterdam, althans in Nederland, dan wel in Ecuador;
2. telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, vervaardigen, invoeren en/of uitvoeren van in totaal 1091 kilogram cocaïne in de periode van 20 november 2020 tot en met 7 maart 2021 te Amsterdam, althans in Nederland, dan wel in Ecuador;
3. witwassen van merkartikelen ter waarde van € 3.263,96, geldbedragen van in totaal € 1.181.900, een scooter en meerdere horloges in de periode van 17 november 2016 tot en met 21 juni 2021 te Amsterdam, althans in Nederland.
De volledige tenlastelegging staat in bijlage I.

3.Waardering van het bewijs

3.1.
Inleiding
In een ander strafrechtelijk onderzoek, genaamd Argus, wordt onderzoek gedaan naar de gebruikers van cryptocommunicatie via de aanbieder SkyECC (hierna Sky). Daarbij zijn veel encrypted berichten ontdekt en ontsleuteld. Door daarin te zoeken met zoekwoorden in de categorie ‘cocaïne’ zijn berichten van de gebruiker [ID 1] in beeld gekomen. Het onderzoeksteam concludeert dat [ID 1] deelneemt aan (groeps)chats waarin gesproken wordt over drugs en grote geldbedragen. Dit heeft geleid tot de start van het onderzoek in deze zaak, genaamd Plati. In nog een ander onderzoek, genaamd Coffee, worden de gebruikers van Sky geïdentificeerd. Uit dit onderzoek is de verdenking ontstaan dat verdachte gebruikmaakt van Sky-ID [ID 1] .
3.2.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie vindt dat alle feiten kunnen worden bewezen. Het bewijs is rechtmatig verkregen. Er is informatie uit een buitenlands opsporingsonderzoek, waarbij sprake is van internationale strafrechtelijke samenwerking. In internationale samenwerking geldt het vertrouwensbeginsel, wat maakt dat niet alle informatie over het opsporingsonderzoek in het buitenland hoeft te worden verstrekt. De informatie die wel is verstrekt, geeft voldoende inzicht in de beslissingen en opsporingshandelingen die van belang zijn voor een oordeel over de rechtmatigheid van het bewijs.
Uit het dossier blijkt dat verdachte de gebruiker is van het Sky-ID [ID 1] . Niet alle Sky-berichten van verdachte zijn ontsleuteld, maar uit wat er in de chatgroepen waaraan hij deelneemt gezegd wordt, kan worden afgeleid dat het over de handel in cocaïne gaat. Zo voerde hij gesprekken over het invoeren en het vervoeren van 841 kilogram cocaïne. Uit de chats blijkt dat deze partij cocaïne daadwerkelijk is binnengekomen. Ook kan uit die chats worden afgeleid dat verdachte zich heeft beziggehouden met het verwerken, bewerken en vervoeren van 102 blokken van elk 1 kilo) cocaïne en de levering van 100 kilococaïne in zakken. De 50 kilo die daarnaast nog is ten laste gelegd, kan niet worden bewezen.
Ook kan worden bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan witwassen. Het leveren van grote geldbedragen aan verdachte ging steeds op dezelfde manier, namelijk met een verstopplek in een auto en het gebruik van een code. De tenlastegelegde geldbedragen worden genoemd in de chats. Dat het hierbij om legale geldstromen gaat, is gezien de manier van overdragen uitgesloten. De bedragen van € 400.000 en € 500.000 zijn rechtstreeks te koppelen aan het verhandelen van de 841 kilo cocaïne en zijn daarmee van misdrijf afkomstig. Door bij het overdragen hiervan gebruik te maken van tokens heeft verdachte geprobeerd de herkomst van het geld te verhullen. De merkartikelen en de scooter zijn contant betaald. Verdachte heeft een laag legaal inkomen, waarmee deze uitgaven niet kunnen worden verklaard. Verdachte heeft geen verifieerbare verklaring gegeven over het geld waarmee hij deze goederen heeft betaald. Verdachte moet vrijgesproken worden van het witwassen van de horloges, omdat de Rolex door zijn broer is aangekocht en het ander horloge nep is.
3.3.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de rechtbank verzocht de berichten uit onderzoek Argus uit te sluiten van het bewijs. Omdat er dan geen bewijs overblijft moet verdachte worden vrijgesproken van feit 1 en 2. Met de beperkte informatie die het Openbaar Ministerie heeft gegeven kan de rechtbank niet toetsen of het bewijs rechtmatig is verkregen. De Sky-chats komen uit een Frans onderzoek, maar de stukken van de Franse rechter-commissaris en de JIT-overeenkomst zijn niet verstrekt. Ook ontbreekt de machtiging van de rechter-commissaris van 11 maart 2021 om de informatie uit Argus te gebruiken om onderzoek Plati te starten. Dit is des te meer van belang omdat uit de brief van de zaaksofficieren van het onderzoek Argus van 13 september 2021 lijkt te volgen dat sprake is van nauwere samenwerking tussen het Openbaar Ministerie en het onderzoeksteam in Frankrijk dan eerder is voorgespiegeld. Het heeft er alle schijn van dat het Openbaar Ministerie controle door de Nederlandse rechter heeft willen ontwijken en zich op deze manier heeft willen verschuilen achter het vertrouwensbeginsel.
Als de rechtbank daar niet in meegaat, kan niet worden bewezen dat verdachte gebruik heeft gemaakt van Sky-ID [ID 1] . Voor die identificatie is te weinig bewijs en daarnaast is niet uit te sluiten dat er meerdere gebruikers zijn geweest van dat account.
Als de rechtbank wel zou vaststellen dat verdachte de gebruiker van het Sky-ID [ID 1] is, dan is er onvoldoende bewijs voor betrokkenheid van verdachte bij de tenlastegelegde 100, 50 en 100 kilogram cocaïne. Daarnaast blijkt uit niets dat de 841 kilo cocaïne daadwerkelijk is aangekomen, laat staan in Nederland.
Verdachte moet worden vrijgesproken van het witwassen van de merkkleding, de horloges en de scooter. Het ene horloge is nep en het andere horloge is van de broer van verdachte. De merkartikelen zijn in een periode van 5 jaar gekocht. Verdachte had werk en verdiende geld bij door het geven van sportlessen. Voor de scooter heeft verdachte geld geleend van een vriend. Ook van het witwassen van € 400.000 en € 500.000 moet verdachte worden vrijgesproken. Of deze bedragen, die in verband worden gebracht met de 841 kilogram cocaïne, daadwerkelijk betaald zijn wordt niet duidelijk. Als de bedragen daadwerkelijk zijn betaald blijkt onvoldoende van betrokkenheid van [ID 1] hierbij om hem als (mede)pleger aan te merken.
3.4.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank vindt bewezen dat verdachte zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan voorbereiding van invoer en vervoer van 841 kilogram cocaïne (feit 1). Van de rest van de handelingen in de tenlastelegging ten aanzien van deze partij cocaïne wordt verdachte vrijgesproken. De rechtbank vindt de voorbereidingshandelingen ten aanzien van de 100, 50 en 100 kilogram op de tenlastelegging ook niet bewezen.
De rechtbank vindt niet bewezen dat de cocaïne daadwerkelijk is verhandeld of ingevoerd (feit 2). Ook van de rest van de handelingen in de tenlastelegging onder 2 wordt verdachte vrijgesproken. De rechtbank vindt bewezen dat verdachte zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan gewoontewitwassen van 5 geldbedragen en de scooter. Voor het geldbedrag van € 400.000, de merkartikelen en de horloges wordt verdachte vrijgesproken.
Rechtmatigheid van het bewijs
De rechtbank kan aan de hand van de verstrekte stukken voldoende controleren of het bewijs rechtmatig is verkregen. De informatie komt uit een Frans onderzoek, waarvoor het vertrouwensbeginsel geldt; het is niet de taak van de Nederlandse rechter om te controleren of de Franse procedures wel juist zijn doorlopen. Het Franse onderzoek is getoetst door een Franse rechter-commissaris, die onderworpen is aan het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Dat bij dat Franse onderzoek een Nederlandse interceptietool is gebruikt, is niet voldoende om van het vertrouwensbeginsel af te wijken. Het proces-verbaal van de Nederlandse rechter-commissaris van 14 september 2021 geeft voldoende inzicht in de individuele belangenafwegingen die zijn gemaakt bij het besluit om de informatie uit Argus te gebruiken om het onderzoek Plati te starten. Voor de suggestie van de verdediging dat de rol van het Nederlandse Openbaar Ministerie in het Franse onderzoek groter is dan het Openbaar Ministerie doet geloven, zijn geen concrete aanknopingspunten gegeven. De rechtbank gaat aan die suggestie dan ook voorbij. De berichten die voortkomen uit het onderzoek Argus kunnen voor het bewijs in deze zaak worden gebruikt.
Identificatie van Sky-ID [ID 1]
De telefoon waarop [ID 1] actief is, bevindt zich op 28 januari 2021 op de [straatnaam] [perceelnummer 1] of [perceelnummer 2] in Amsterdam. Verdachte woont op nummer [perceelnummer 1] van die straat.
Dezelfde telefoon verplaatst zich op 9 februari 2021 tegelijk met de telefoon waarop Sky-ID [ID 2] actief is. Uit de bewegingen blijkt dat beide telefoons tegelijk bij een tankstation in Breukelen zijn. Op camerabeelden van dit tankstation zijn rond dat moment twee mannen te zien die lijken op verdachte en [medeverdachte] . Op de camerabeelden wordt gezien dat deze personen tegelijk bij het tankstation aankomen en apart vertrekken. Dit komt overeen met de verplaatsingen van de telefoons waarop genoemde Sky-ID’s actief zijn. De telefoon met Sky-ID [ID 2] wordt op 23 februari 2021 aangetroffen in de woning waar [medeverdachte] staat ingeschreven. Verdachte heeft bij zijn aanhouding een telefoon over het balkon gegooid. Op foto’s op deze weggegooide telefoon zijn afbeeldingen te zien van een andere telefoon met daarop foto’s, die overeenkomen met verzonden en/of ontvangen foto’s in chats van het Sky-ID [ID 1] .
De rechtbank stelt op grond hiervan vast dat verdachte de gebruiker is van Sky-ID [ID 1] .
3.4.1.
Feiten 1 en 2 – Voorbereiding invoer / vervoer / bewerken (etc.) cocaïne
841 kilo cocaïne
Uit het dossier blijkt dat verdachte (als gebruiker van [ID 1] ) tussen 24 februari en 7 maart 2021 met onder andere een contact uit Colombia (Sky-ID [ID 3] ) chat. In een chat met (alleen) verdachte spreekt het contact uit Colombia over werken vanuit Ecuador en stuurt hij foto’s van voorwerpen die lijken op ingepakte blokken cocaïne. Door het contact uit Colombia wordt vervolgens “total 841” gestuurd. In een door verdachte aangemaakte groepschat met in totaal drie deelnemers spreekt het contact uit Colombia over “final destination msc 1742” hetgeen overeenkomt met de benaming van een terminal in de haven van Antwerpen. In een chat tussen verdachte en het contact uit Colombia wordt gesproken over een bepaalde verdeling, waarbij de som van die verdeling ook 841 is.
De partij zou € 1,2 miljoen waard zijn, zo blijkt uit een chat van verdachte en de gebruiker van Sky-ID [ID 4] , waarna wordt spreken over de risico’s van vooraf betalen. In chats met de gebruiker van Sky-ID [ID 5] spreekt verdachte verder over de risico’s als de partij “valt”, bij de “uithaal” in “antje” of in “eq”. De rechtbank stelt op basis hiervan vast dat in de berichten wordt gesproken over het vanuit Ecuador verschepen van een partij cocaïne van 841 kilogram naar Antwerpen .
Niet alle berichten zijn ontsleuteld. Daardoor is niet bij alle chats die zich in het dossier bevinden duidelijk of verdachte binnen een (groeps)chat zelf ook berichten stuurt. Uit de berichten van verdachte die wel beschikbaar zijn, blijkt dat verdachte een rol speelt bij deze partij. Verdachte schrijft aan de gebruiker met Sky-ID [ID 5] dat hij “met die Ecuador verhaal bezig (800)” is. Hij zegt tegen die zelfde persoon dat hij gaat praten over garanties als de partij “valt” en spreekt over de verantwoordelijkheid voor de partij. Met Sky-ID [ID 4] controleert verdachte de afspraken over de prijs en het moment en plaats van betaling. Verdachte schrijft aan die persoon ook berichten over zegels die op een box moeten en vraagt of de “uithaal” nog gezakt is met de prijs. Aan Sky-ID [ID 5] laat verdachte weten dat er donderdag iemand van “de overkant” komt met alle info die “uithaal” moet hebben Tot slot schrijft verdachte aan Sky-ID [ID 4] dat de spullen veilig in de haven zijn en vraagt hij wanneer “die” vertrekt. Op 5 maart 2021 krijgt hij van zijn Colombiaanse contact de bevestiging: “Hermano the job 100% good”. Op 6 en 7 maart 2021 wordt nog door verdachte aan Sky-ID [ID 4] geschreven over een afgegeven bedrag van € 500.000, waarvoor verdachte een token heeft gestuurd. De rol van verdachte bij de voorbereiding van de invoer en het vervoer van de partij cocaïne komt duidelijk naar voren uit de berichten.
Uit de chats blijkt dat de “uithaal” in de haven van Antwerpen was geregeld. Daarmee vindt de rechtbank bewezen dat de voorbereidingshandelingen gericht waren op het vervoer van de partij cocaïne per schip naar de haven van Antwerpen. Verder is het een feit van algemene bekendheid dat een schip met als eindbestemming Antwerpen, via Nederlandse wateren moet varen waardoor de partij cocaïne binnen het grondgebied van Nederland komt. Daarmee zou de invoer in Nederland ook al voltooid zijn. Daarnaast geldt dat verdachte vanuit Nederland de verdeling, het vervoer, de uithaal en de betaling coördineert. Dit maakt dat het evident is dat de drugs (deels) bedoeld waren om in Nederland aan te komen. Al met al kan worden bewezen dat de voorbereidingshandelingen ten aanzien van de partij cocaïne gericht waren op de invoer en vervoer van deze partij cocaïne. Voor (de voorbereiding van) de rest van de handelingen in de tenlastelegging wordt verdachte vrijgesproken.
Uit de berichten blijkt dat verdachte samenwerkte met anderen bij de voorbereidingen voor de invoer en het vervoer van de cocaïne.
De rechtbank spreekt verdachte vrij van de voltooide invoer van feit 2. De partij is niet onderschept. In het dossier zit onvoldoende bewijs dat de partij daadwerkelijk is ingevoerd en vervoerd. Ook van de rest van de handelingen in de tenlastelegging onder 2 wordt verdachte vrijgesproken.
100, 50 en 100 kilo cocaïne
De rechtbank vindt niet bewezen dat verdachte betrokken was bij voorbereidingshandelingen ten aanzien van de andere tenlastegelegde hoeveelheden cocaïne. In de chatberichten over deze hoeveelheden komen helemaal geen berichten van verdachte zelf voor, maar alleen berichten van anderen waarmee hij in (groeps)chats zat. Dat die andere Sky-gebruikers in die chats berichten over voorbereidingshandelingen ten aanzien van deze hoeveelheden hebben gestuurd, is onvoldoende om de actieve betrokkenheid van verdachte hierbij vast te stellen. Verdachte wordt dus zowel vrijgesproken van de voorbereidingshandelingen (onderdeel van feit 1) als van de voltooide feiten (onderdeel van feit 2) ten aanzien van deze hoeveelheden.
3.4.2.
Feit 3 - Witwassen
Vrijspraken
De rechtbank vindt dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte witwashandelingen heeft verricht met de € 400.000. Net als de officier van justitie en de verdediging vindt de rechtbank niet bewezen dat verdachte de horloges heeft witgewassen. Van het Cartier horloge kan niet worden vastgesteld dat het echt is. Van het Rolex horloge kan niet worden vastgesteld dat het van verdachte is. Ook van het witwassen van de merkartikelen wordt verdachte vrijgesproken. De spullen ter waarde van circa € 3.000 zijn in de loop van vijf jaar aangekocht. Dat zijn niet zodanige uitgaven, ook niet in verband met de rest van het dossier bezien, dat daar een ernstig vermoeden van witwassen uit voortvloeit. Van deze onderdelen van de tenlastelegging wordt verdachte vrijgesproken.
Gewoontewitwassen van de andere geldbedragen en de scooter
De rechtbank kan op basis van het dossier niet vaststellen dat de resterende geldbedragen en de scooter afkomstig zijn van de betrokkenheid bij de in- en vervoer van cocaïne. Ook als niet duidelijk is uit welk specifiek misdrijf het geld en de scooter afkomstig zijn, kan witwassen bewezen worden. Het gaat dan om gevallen waarbij het op grond van de feiten en omstandigheden niet anders kan dan dat de voorwerpen van misdrijf afkomstig zijn. Als de feiten en omstandigheden in het dossier zodanig zijn dat zonder meer sprake is van een vermoeden van witwassen mag van verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft over de legale herkomst van het geld. Zo’n verklaring moet concreet en verifieerbaar zijn, en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk. Vervolgens ligt het op de weg van het Openbaar Ministerie om nader onderzoek te doen naar die verklaring. Als uit dit onderzoek blijkt dat met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat het geld een legale herkomst heeft en dat dus een criminele herkomst de enige aanvaardbare verklaring is, kan het witwassen van het geld en de scooter worden bewezen.
De rechtbank vindt dat sprake is van een ernstig witwasvermoeden ten aanzien van het geld en de scooter.
Geld
Uit de chats met encrypted telefoons blijkt dat verdachte betrokken is bij de overdracht van geld op 3, 8, 16 en 17 februari 2021. Ten aanzien van het laatst bedoelde bedrag is ten laste gelegd dat dit is overgedragen op 17 maart 2021. De rechtbank ziet dit, in samenhang met het dossier, als een kennelijke verschrijving en leest de tenlastelegging dan ook verbeterd.
Verdachte schrijftop 13 februari 2021 in een chat aan de gebruiker van het Sky-ID [ID 6] in antwoord op de vraag hoeveel papieren hij daar totaal heeft liggen dat hij op 3 februari 2021 € 60.010 en op 8 februari 2021 € 109.830 heeft ontvangen. Op 17 februari 2021 schrijft verdachte eveneens aan Sky-ID [ID 6] dat hij op 16 februari 2021 € 70.810 en op 17 februari 2021 € 41.250 ontvangen heeft. Deze vier bedragen komen terug op de tenlastelegging. Uit chats blijkt dat verdachte op 3, 8, 16 en 17 iemand stuurt om geld op te halen. De bedragen zijn in een verborgen ruimte in een auto vervoerd. Wanneer een code verteld zou worden, zou de ruimte worden geopend.
Verdachte is ook betrokken bij de in de tenlastelegging genoemde € 500.000. Verdachte vraagt in een chat met Sky-ID [ID 4] op 7 maart 2021 of het klopt dat er 5 ton is afgegeven en krijgt hierop bevestigend antwoord. De dag daarvoor heeft verdachte een “token” gestuurd aan Sky-ID [ID 4] . In een chat tussen twee andere gebruikers wordt op 7 maart 2021 een foto gestuurd van een biljet van € 5,00 waarop een serienummer te zien is dat overeenkomt met dit token. Daarna zegt één van de gebruikers op deze chat: “Heb die 500 gebracht toch” en daarna “Dit is die token die ik heb gepakt”. De andere gebruiker koppelt diezelfde dag terug aan verdachte dat hij “pap” heeft afgeleverd.
Verdachte heeft blijkens het dossier een gering legaal inkomen. Deze omstandigheden en de betrokkenheid bij de invoer van harddrugs van feit 1 maakt dat de rechtbank vindt dat sprake is van een ernstig vermoeden dat het geld van misdrijf afkomstig is. Verdachte heeft geen verklaring gegeven over de herkomst van dit geld. De rechtbank vindt daarom dat het niet anders kan dan dat het geld uit misdrijf afkomstig is. Op basis van dezelfde omstandigheden stelt de rechtbank vast dat verdachte wist dat het geld van misdrijf afkomstig was. Door het geld contant over te (laten) dragen met behulp van verborgen ruimtes, encrypted telefoons en tokens heeft verdachte het geld verworven, voorhanden gehad en daarvan de herkomst verhuld. Van het bedrag van € 500.000 vindt de rechtbank alleen bewezen dat hij de herkomst ervan heeft verhuld. Bij het witwassen van de bedragen heeft verdachte samengewerkt met anderen op de chats. Medeplegen is dus ook bewezen.
Scooter
De scooter heeft € 4.360 gekost en staat op naam van verdachte. De scooter is contant betaald terwijl verdachte geen legaal inkomen had dat voldoende zou zijn om deze scooter te betalen. In het licht van de rest van het dossier, zie hiervoor over de voorbereiding van invoer van een grote partij cocaïne en het witwassen van grote geldbedragen, vindt de rechtbank dat er een ernstig vermoeden is dat de scooter gekocht is met geld dat van misdrijf afkomstig is. Verdachte heeft verklaard dat hij het geld voor de scooter geleend heeft, maar wil niet zeggen van wie. De rechtbank vindt deze verklaring onvoldoende concreet en daarmee niet te verifiëren. De rechtbank stelt dan ook vast dat het niet anders kan zijn dan dat de scooter gekocht is met geld uit misdrijf en dat verdachte dat wist. Verdachte heeft de scooter, die middelijk afkomstig is van misdrijf voorhanden gehad. Uit het dossier blijkt niet dat hij hierin heeft samengewerkt met iemand anders. Daarom wordt verdachte van medeplegen vrijgesproken.
Gewoontewitwassen
Bewezen is dat verdachte binnen een maand meerdere grote geldbedragen en een scooter heeft witgewassen. Het witwassen van het geld gebeurde bovendien op een vaste werkwijze. Op grond van die omstandigheden stelt de rechtbank vast dat verdachte van witwassen van geld een gewoonte heeft gemaakt.

4.Bewezenverklaring

De rechtbank vindt op grond van de bewijsmiddelen in bijlage II bewezen dat verdachte
feit 1:
in de periode van 24 februari 2021 tot en met 7 maart 2021 in Nederland tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk vervoeren en binnen het grondgebied van Nederland brengen 841 kilogram cocaïne, voor te bereiden,
* zich en anderen inlichtingen tot het plegen van die feiten heeft getracht te verschaffen en
* voorwerpen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist dat die bestemd waren tot het plegen van die feiten,
immers hebben hij, verdachte, en zijn mededaders:
- een encrypted Sky-ECC groepschat aangemaakt en aan encrypted Sky-ECC groepschats deelgenomen die betrekking hebben op de (internationale) handel in verdovende middelen en
- encrypted Sky-ECC chatgesprekken gevoerd met betrekking tot het vervoeren en invoeren van verdovende middelen en
- encrypted Sky-ECC chatgesprekken gevoerd met betrekking tot de prijs van de verdovende middelen en de levering van het hiervoor te betalen geldbedrag en tokens gestuurd en de financiële administratie hieromtrent bijgehouden;
feit 3:
in de periode van 3 februari 2021 tot en met 7 maart 2021 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen,
* (van) contante geldbedragen bestaande uit:
  • 60.010,- euro (op 3 februari 2021) en
  • 109.830,- euro (op 8 februari 2021) en
  • 70.810,- euro (op 16 februari 2021) en
  • 41.250,- euro (op 17 februari 2021) en
de herkomst heeft verhuld, voorhanden heeft gehad en heeft verworven;
* van 500.000,- euro (op 7 maart 2021) de herkomst heeft verhuld;
terwijl verdachte en zijn mededaders wisten dat bovenomschreven voorwerpen – onmiddellijk of middellijk – afkomstig waren uit enig misdrijf, en hij van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
en
in de periode van 20 april 2021 tot en met 21 juni 2021 in Nederland
* een scooter (gekentekend [kenteken] ) voorhanden heeft gehad,
terwijl verdachte wist dat bovenomschreven voorwerp middellijk afkomstig was uit enig misdrijf.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

5.De strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

7.Motivering van de straf

7.1.
Eis van de officier van justitie
De officier van justitie vindt dat verdachte moet worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 7 jaar.
7.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging vindt dat bij een bewezenverklaring een veel lagere straf moet worden opgelegd dan de officier van justitie heeft geëist. De verdediging verzoekt de rechtbank hierbij rekening te houden met de relatief korte pleegperiode. Het is daarnaast niet aannemelijk dat verdachte een belangrijke rol speelt in de internationale drugshandel, hij lijkt een ondergeschikte rol te hebben. Verdachte is daarnaast first offender, is relatief jong en heeft voldoende capaciteiten en competenties om op een rechtmatige manier in zijn levensonderhoud te voorzien. Verder heeft de verdediging een aantal zaken aangevoerd waarin sprake zou zijn van soortgelijke feiten en verzoekt de rechtbank om bij de straffen in die zaken aansluiting te zoeken. In deze zaken is tussen de 1 en 2 jaar gevangenisstraf opgelegd, al dan niet met een voorwaardelijk deel.
7.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank heeft bij het opleggen van een vrijheidsbenemende straf in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan medeplegen van voorbereiding van invoer en vervoer van 841 kilogram cocaïne. De handel in cocaïne, met welk doel ongetwijfeld de invoer werd voorbereid, vormt een ernstige inbreuk op de rechtsorde en heeft een ontwrichtende invloed op de samenleving. Met de internationale handel in harddrugs wordt veel criminele winst behaald. Het op de markt brengen van cocaïne vormt daarnaast een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid en bevordert de toename van criminaliteit.
Ook heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan medeplegen van witwassen van onder andere grote geldbedragen. Witwassen van criminele gelden vormt een bedreiging van de legale economie, tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan.
De rechtbank heeft daarnaast kennis genomen van het reclasseringsadvies van 24 juni 2021 en van wat verdachte ter terechtzitting naar voren heeft gebracht over zijn persoonlijke omstandigheden. Hieruit komt het beeld naar voren dat er geen problemen op de leefgebieden zijn waar de reclassering iets in zou kunnen betekenen.
Ook heeft de rechtbank rekening gehouden met wat in vergelijkbare zaken voor straffen worden opgelegd. Het strafmaximum voor het voorbereiden van de invoer van harddrugs is 6 jaar gevangenisstraf. De oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (hierna: LOVS) geven bij de voltooide invoer van meer dan 20 kilo harddrugs, de hoogste categorie, als uitgangspunt een gevangenisstraf van meer dan 60 maanden. Wanneer sprake is van een organisatie is dit meer dan 72 maanden. Verdachte wordt niet veroordeeld voor de voltooide invoer, maar wel voor de voorbereiding van de invoer van veel meer dan 20 kilogram Uit het dossier blijkt daarnaast dat verdachte in dit feit geen ondergeschikte, maar juist een coördinerende rol heeft gehad. Gelet op het voorgaande vindt de rechtbank voor dit feit een gevangenisstraf van 4 jaar passend.
Voor het bepalen van de straf voor het witwassen heeft de rechtbank gekeken naar de LOVS-oriëntatiepunten voor fraudedelicten. Bij een benadelingsbedrag van tussen de 500.000 en 1.000.000 euro geldt als uitgangspunt een gevangenisstraf van 18 tot 24 maanden. De rechtbank zoekt aansluiting bij deze oriëntatiepunten en vindt voor het witwassen van bijna 800.000 euro een gevangenisstraf van 1,5 jaar passend. Al met al legt de rechtbank verdachte voor beide feiten een gevangenisstraf van vijfenhalf jaar (66 maanden) op.

8.Beslag

Onder verdachte zijn een horloge en een scooter in beslag genomen. Het Rolex horloge moet worden teruggegeven aan de rechthebbende (de broer van verdachte, [broer van verdachte] ) en zal met dat doel worden bewaard. De scooter wordt verbeurd verklaard omdat het witwassen daarmee is begaan.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen is gegrond op de artikelen 47, 57, 420bis en 420ter van het Wetboek van Strafrecht en artikel 10a van de Opiumwet.

10.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het onder 2 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en 3 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
feit 1:
om een feit, bedoeld in het vierde lid of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, een ander inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen en voorwerpen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit, meermalen gepleegd
feit 3:
medeplegen van gewoontewitwassen
en
gewoontewitwassen
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
66 (zesenzestig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Gelast dat wordt bewaard voor de rechthebbende:
1. STK Horloge
(Omschrijving: G6069217, Zilverkleurig, merk: Rolex)
Verklaart verbeurd:
2. 1 STK Scooter
(Omschrijving: G6073725, merk: Piaggio Vespa, gekentekend [kenteken] )
Dit vonnis is gewezen door
mr. G.M. van Dijk, voorzitter,
mrs. B.M. Visser en J. Huber, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.C. Roodenburg, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 7 oktober 2021.
[(...)]
[(...)]