ECLI:NL:RBAMS:2021:5654

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
6 oktober 2021
Publicatiedatum
6 oktober 2021
Zaaknummer
C/13/706042 / KG ZA 21-703
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot verwijdering of blurring van beelden in kort geding tegen Talpa TV en Noordkaap TV Producties

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 6 oktober 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiser, werkzaam in de financiële sector, en de gedaagden Talpa TV B.V. en Noordkaap TV Producties B.V. De eiser vorderde onder andere het verbod op het openbaar maken van beeld- en geluidmateriaal waarin hij als 'oplichter' wordt aangeduid, en het verwijderen van reeds openbaar gemaakte beelden. De eiser stelde dat de uitzendingen onrechtmatig waren en zijn reputatie in de financiële sector schaadden. De gedaagden voerden verweer en stelden dat de uitingen in het kader van hun journalistieke vrijheid waren gedaan, ter bescherming van het publiek tegen misstanden.

De voorzieningenrechter oordeelde dat de vorderingen van de eiser niet konden worden toegewezen. De rechter overwoog dat de beschuldigingen aan het adres van de eiser voldoende steun vonden in het feitenmateriaal, en dat de gedaagden als nieuwsmedium een belang hadden om deze misstanden aan de kaak te stellen. De rechter weegt de belangen van de eiser tegen die van de gedaagden en concludeert dat de vrijheid van meningsuiting in dit geval zwaarder weegt. De eiser had niet aannemelijk gemaakt dat hij schade had ondervonden door de uitzendingen, en de rechter oordeelde dat het belang van de gedaagden om de beelden beschikbaar te houden prevaleerde.

De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van de eiser afgewezen en hem veroordeeld in de proceskosten van de gedaagden, die zijn begroot op € 1.683,-. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op 6 oktober 2021.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/706042 / KG ZA 21-703 AB/MB
Vonnis in kort geding van 6 oktober 2021
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser bij dagvaarding van 19 augustus 2021,
advocaat mr. M. Heikens te Amsterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TALPA TV B.V.,
gevestigd te Hilversum,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NOORDKAAP TV PRODUCTIES B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagden,
advocaat mr. J.A.K. van den Berg te Amsterdam.

1.De procedure

Ter zitting van 22 september 2021 heeft eiser, hierna [eiser] , de vorderingen zoals omschreven in de dagvaarding toegelicht. Gedaagden, hierna gezamenlijk Noordkaap c.s. en afzonderlijk Noordkaap en Talpa hebben verweer gevoerd.
Beide partijen hebben producties ingediend, waaronder (van de zijde van Noordkaap c.s.) een USB stick met beelden van de uitzendingen waar dit kort geding over gaat. Noordkaap c.s. hebben hun standpunt doen toelichten aan de hand van een pleitnota.
Ter zitting waren aanwezig:
- [eiser] met mr. Heikens;
- aan de zijde van Noordkaap c.s.: [betrokkene] , mr. Van den Berg en
mr. C.M. Schouwenaar, jurist bij Talpa.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Noordkaap produceert het programma ‘Undercover in Nederland’ dat op televisie wordt uitgezonden door Talpa. In dit programma stelt presentator [betrokkene] misstanden aan de kaak, veelal gefilmd met de verborgen camera, gevolgd door een op camera vastgelegde ‘confrontatie’.
2.2.
[eiser] is naar eigen zeggen werkzaam in de financiële sector.
2.3.
Op 18 september 2014 hebben [naam 1] en [naam 2] hun woning in [woonplaats 2] – die zij aanvankelijk aan haar hadden verhuurd – verkocht aan de stiefdochter van [eiser] . De stiefdochter is haar betalingsverplichtingen niet nagekomen.
2.4.
In een e-mail van 30 september 2014 heeft de gemachtigde van [naam 1] aan [eiser] en zijn stiefdochter geschreven:

De heer [eiser] geeft telkens aan de verkopers aan dat de gelden volgen echter is er tot heden niets ontvangen. Daar de heer [eiser] alles zelf heeft geregeld hebben de verkoper ook contact met de heer [eiser] (gedeeltelijk financier voor mevrouw (…) ivm schenking) Ik heb de heer [eiser] vorige week gebeld en had toen een afspraak bij ING en gaf wederom aan dat alles goed komt.”
Hierop reageert [eiser] diezelfde dag per mail als volgt:

Ik ben met de banken bezig om de bg[bankgarantie, vzr.]
binnen te halen, maar dat is niet zo makkelijk als we hadden gedacht. Ik stuur u een copy van de bg toe dan kan u zien dat er werkelijk een zaak is en dat ik niet fantaseer. (…) Natuurlijk snap ik de verkopers dat ze zekerheid willen en dat wil ik ze ook graag geven.”
2.5.
Volgens een aan [eiser] gerichte factuur van 8 december 2014 is deze een bedrag van € 33.892,57 verschuldigd aan Tegelhandel Brand/Binnenhuis Montage voor werkzaamheden (onder meer tegelvloer en stucwerk). In een op 16 september 2015 gedateerde schuldbekentenis, waaronder de handtekening van [eiser] staat, verklaart hij € 30.000,- aan Binnenhuis Montage schuldig te zijn. In deze schuldbekentenis staat:

Het schuldig erkende bedrag zal te allen tijde aan de schuldeiser moeten worden voldaan uiterlijk op 12 oktober 2015.”
2.6.
Bij vonnis van 6 maart 2015 heeft de rechtbank Rotterdam de (inmiddels ex-) stiefdochter van [eiser] veroordeeld tot ontruiming van de woning te [woonplaats 2] , met dien verstande dat ontruiming tot en met 16 maart 2015 werd verboden. Dit vonnis bevat onder meer de volgende passage:
“(…) heeft bij monde van haar stiefvader de heer [eiser] , ter zitting toegezegd er zorg voor te dragen dat de koopprijs van de woning op uiterlijk 16 maart 2015 aan [naam 1] c.s. zal zijn voldaan. De voorzieningenrechter zal bij de verdere beoordeling deze toezegging betrekken.”
2.7.
Onder de gedingstukken bevindt zich een brief van [eiser] van 21 april 2016 aan ‘ [naam 3] ’ (betrekking hebbend op de aankoop van een woning te [woonplaats 2] ) waarin onder meer staat:

Het duurde helaas allemaal wat langer dan de planning was, mijn zakenpartner is plotseling overleden. (…) Gelukkig is dat allemaal achter de rug en kunnen we verder, de erfgenamen nemen het nikkel (…) en ik het goud 99.9925% puur. (…) IGAS heeft de taxatie gedaan en een waarde SKR (SAFE KEEPING RECEIPT) van 13.680.000,- afgegeven. De waarde is ruimschoots genoeg om de aankoop van de woning te kunnen voldoen.”
2.8.
In een brief van 10 januari 2017 heeft deurwaarderskantoor Visman aan [naam 1] c.s. meegedeeld dat het saldo van hun vordering op de stiefdochter van [eiser] toen € 6,899,04 bedroeg, dat de debiteur geen verhaal bood en dat het vonnis gedurende 20 jaar kan worden geëxecuteerd.
2.9.
Bij vonnis van 11 augustus 2017 heeft de rechtbank Rotterdam [eiser] veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 88.000,- aan achterstallige huur aan [naam 4] . In dit vonnis staat onder meer:

[eiser] heeft (verkort weergegeven) aangevoerd dat hij binnenkort een bankgarantie zal ontvangen, waarmee de huurachterstand in een keer kan worden afgelost. (…)
5.1
Ter gelegenheid van de comparitie van partijen[gehouden op 12 juni 2017, vzr.]
heeft [eiser] aangevoerd dat hij binnen een aantal weken de vordering zou kunnen voldoen. Afgesproken is dat [eiser] de achterstand zou voldoen. (…) Op 7 juli 2017 heeft [naam 4] de kantonrechter bericht dat [eiser] de afspraak niet is nagekomen.”
2.10.
[eiser] heeft bankafschriften in het geding gebracht uit de periode december 2019- januari/februari 2020, waaruit diverse betalingen blijken.
2.11.
Begin 2020 heeft [betrokkene] [eiser] geconfronteerd met vragen over door hem niet betaalde schuldeisers (onder wie ‘ [naam 5] en [naam 6] , bij wie [eiser] een huurschuld heeft) en verhalen over gigantische bedragen die hij tegoed zou hebben. [eiser] zei tijdens die confrontatie al zijn schuldeisers binnen twee weken te zullen betalen en bevestigde dat hij nog ‘miljoenen’ euro’s tegoed had. [betrokkene] meldde dat wanneer [eiser] zijn toezegging niet zou nakomen, hij, om het publiek te waarschuwen, herkenbaar in beeld zou worden gebracht op televisie, waartegen [eiser] geen bezwaar maakte.
2.12.
Talpa heeft de opnames van de confrontatie uitgezonden op 27 februari 2020. In die uitzending (uitzending 1) wordt gezegd dat [eiser] huizen huurt en koopt, zich voordoend als een rijke zakenman die miljoenen in het vooruitzicht heeft en vervolgens niet betaalt, en wordt hij een ‘oplichter’ genoemd. [eiser] is tijdens de uitzending herkenbaar in beeld en wordt aangeduid met ‘ [eiser] ’. In de uitzending komt ook aan de orde dat [eiser] zijn uitspraken ondersteunt met documenten, waaronder een ‘bankgarantie’ van € 500 miljoen van de Barclays bank. ‘ [naam 5] en [naam 6] melden in de uitzending dat [eiser] beweert te werken voor ‘The Elders’, een gerenommeerde internationale organisatie waaraan ook, onder anderen, Nelson Mandela verbonden was. In de uitzending komt de advocaat mr. Van Tilburg aan het woord die vertelt zaken van drie cliënten in behandeling te hebben, bij wie [eiser] in totaal nog rond de 2 ton in het krijt staat. Aan het eind van de uitzending wordt gezegd dat [eiser] de vordering van ‘ [naam 5] en [naam 6] inmiddels (veel later dan binnen de toegezegde 2 weken) heeft betaald en wordt het publiek gewaarschuwd niet met [eiser] . in zee te gaan.
2.13.
In augustus 2020 heeft [betrokkene] (Noordkaap) opnieuw opnamen gemaakt van [eiser] en hem geconfronteerd met een cameraploeg. Aangekondigd is dat het publiek in een nieuwe uitzending opnieuw voor hem zal worden gewaarschuwd.
2.14.
Bij brief van 25 augustus 2020 heeft de raadsman van [eiser] Noordkaap verzocht om uitzending 1, die nog ‘on demand’ te zien is, te verwijderen, dan wel het gezicht van [eiser] te ‘blurren’, omdat onjuist zou zijn dat [eiser] zijn schulden niet betaalt. Ook is verzocht de nieuwe aflevering van Undercover in Nederland, voor zover gewijd aan [eiser] , niet uit te zenden.
2.15.
In een e-mail van 2 september 2020 heeft (de raadsvrouw van) Noordkaap c.s. (de raadsman van) [eiser] onder meer bericht bij de huidige stand van zaken, waarbij niet was gebleken dat [eiser] zijn activiteiten na uitzending 1 had voortgezet, bereid te zijn het gezicht van [eiser] te blurren. In de e-mail staat ook dat deze toezegging vervalt als zou blijken dat [eiser] na 28 februari 2020 nieuwe slachtoffers zou hebben gemaakt.
2.16.
In november en december 2020 is verder gecorrespondeerd tussen de raadslieden van partijen, waarbij [eiser] Noordkaap c.s. nogmaals heeft verzocht de uitzending(en) te verwijderen dan wel [eiser] te ‘blurren’, omdat geen sprake zou zijn geweest van ‘oplichting’, en Noordkaap c.s. heeft meegedeeld daartoe niet bereid te zijn. De laatste e-mail (van Noordkaap c.s.) dateert van 15 december 2020 en daarin wordt aangekondigd dat een nieuwe uitzending gepland staat voor april 2021.
2.17.
Op 1 augustus 2021 is in het programma ‘Undercover in Nederland’ voor de tweede maal aandacht besteed aan [eiser] , op basis van het in augustus 2020 opgenomen materiaal. In deze uitzending (uitzending 2) zijn onder meer met een verborgen camera gemaakte beelden uitgezonden, waarin [eiser] zich als koper van een huis presenteert en tegenover de verkoper verklaart op korte termijn honderden miljoenen te zullen ontvangen (‘uit een IPIP-transactie’) waarna hij van plan is te stoppen met deze business en de overblijvende bedragen waarschijnlijk in een goed doel zal stoppen, omdat hij dan wel genoeg heeft verdiend. Deze koop is uiteindelijk niet doorgegaan. In deze uitzending komen ook [naam 4] , [naam 1] en de twee exploitanten van Binnenhuis Montage aan het woord, die verklaren dat [eiser] hun nog steeds niet heeft betaald. Verder worden in uitzending 2 beelden uitgezonden van [eiser] die het casino bezoekt en daar in de weer is met verschillende gokautomaten.
2.18.
De uitzendingen met de beelden van [eiser] zijn ‘on demand’ nog te zien via de website www.kijk.nl.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert, op straffe van dwangsommen en met veroordeling van Noordkaap c.s. in de proceskosten en de nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente daarover, Noordkaap c.s.:
primair:
1. te verbieden het beeld- en geluidmateriaal dat van hem is gemaakt openbaar te maken, via televisie, internet, radio of anderszins,
2. te gebieden het beeld- en geluidmateriaal van hem dat al geopenbaard is, te doen verwijderen binnen 24 uur na betekening van het te vonnis, althans binnen een andere termijn,
3. te gebieden het beeld- en geluidmateriaal van hem te vernietigen,
subsidiair:
4. te gebieden hem binnen 7 dagen na betekening van het vonnis, althans binnen een andere termijn, alleen nog volledig onherkenbaar in beeld te brengen, zijn stem te vervormen en niet zijn voor- en achternaam te gebruiken.
3.2.
Noordkaap c.s. voeren verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt, voor zover van belang, hierna bij de beoordeling ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Anders dan Noordkaap c.s. betogen, heeft [eiser] bij de gevraagde voorzieningen een spoedeisend belang. Als op internet/on demand beelden te vinden zijn van een recent gemaakte uitzending die jegens hem onrechtmatig zijn, heeft hij er immers belang bij om daartegen op zo kort mogelijke termijn te kunnen optreden.
4.2.
Uitgangspunt is dat de toewijzing van de vorderingen van [eiser] een beperking zou vormen van het in artikel 10 lid 1 van het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM) neergelegde grondrecht van Noordkaap c.s. op vrijheid van meningsuiting. Een dergelijk recht kan slechts worden beperkt indien dit bij de wet is voorzien en noodzakelijk is in een democratische samenleving bijvoorbeeld ter bescherming van de goede naam en de rechten van anderen (artikel 10 lid 2 EVRM). Van een beperking die bij de wet is voorzien is sprake, wanneer de uitlatingen van Noordkaap c.s. onrechtmatig zijn in de zin van artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Voor het antwoord op de vraag welk recht – het recht op vrije meningsuiting of het recht ter bescherming van eer of goede naam – in dit geval zwaarder weegt, moeten de wederzijdse belangen worden afgewogen.
4.3.
Het belang van Noordkaap als nieuwsmedium is dat zij zich in het openbaar kritisch, informerend, opiniërend en waarschuwend moet kunnen uitlaten over misstanden die de samenleving raken. Het belang van [eiser] is dat hij niet lichtvaardig wordt blootgesteld aan aantasting van zijn privacy en aan ongerechtvaardigde beschuldigingen die zijn goede naam aantasten. Welk van deze belangen, die in beginsel gelijkwaardig zijn, de doorslag behoort te geven, hangt af van de omstandigheden van het geval. Daarbij spelen onder meer een rol de vraag in hoeverre de geuite beschuldigingen steun vinden in het beschikbare feitenmateriaal, wat het publieke belang is van de uiting, de ernst van de beschuldiging, de wijze waarop de relevante informatie is vergaard en de gevolgen van de publicatie.
4.4.
Het belangrijkste bezwaar van [eiser] tegen de uitingen van Noordkaap c.s. is dat hij in de uitzendingen een oplichter wordt genoemd, waardoor zijn reputatie wordt aangetast, wat schadelijk is voor zijn werk in de financiële sector. [eiser] wil daarom dat het beeld- en geluidsmateriaal van en over hem van internet wordt verwijderd en vernietigd, of op zijn minst dat hij daarop onherkenbaar wordt gemaakt.
4.5.
Voor de beoordeling is allereerst van belang of het neerzetten van [eiser] als ‘oplichter’, een zware beschuldiging, voldoende steun vindt in het beschikbare feitenmateriaal.
4.6.
In de uitzending wordt vermeld dat [eiser] zich tegenover verschillende verhuurders en verkopers van huizen, in strijd met de waarheid voordoet als een zeer vermogend zakenman, die miljoenen euro’s in het verschiet heeft; dat hij zich bedient van fake documenten die hij vermoedelijk van internet heeft geplukt en dat hij structureel zijn schuldeisers niet betaalt. Hij wordt diverse malen ‘oplichter’ genoemd. Volgens [eiser] wordt hiermee een onjuist beeld neergezet, omdat hij inmiddels al zijn schulden op één na – die aan [naam 4] – heeft betaald.
4.7.
Vast staat dat [eiser] zich daadwerkelijk jegens (potentiële) verhuurders en verkopers van woningen heeft gepresenteerd als iemand die op korte termijn miljoenen euro’s zal ontvangen en dat hij ter ondersteuning daarvan diverse documenten heeft getoond, waaronder de ‘bankgarantie’ van Barclays van € 500 miljoen, een brief van ‘Capital Structures’ waarop een bedrag van 300 miljoen staat, een brief waarin hij bevestigt voor ’13.680.000,-’ aan goud te hebben geërfd en een schuldbekentenis van rond de 2 miljoen euro die zijn kant op zou komen. [eiser] heeft op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt op grond van deze documenten daadwerkelijk aanspraak te hebben (kunnen) maken op deze gigantische bedragen. Ook de door hem gestelde banden met ‘the Elders’ heeft [eiser] niet aannemelijk gemaakt. Verder heeft hij de stelling van Noordkaap c.s. dat de bankgarantie een fakedocument is dat iedereen van internet kan plukken, niet weersproken. Daarmee is voldoende aannemelijk dat [eiser] zich in strijd met de waarheid presenteert als iemand die miljoenen euro’s tegoed heeft, ook nog na uitzending 1 in 2020.
4.8.
Daarnaast is, op grond van de verklaringen in de uitzending van ‘ [naam 5] en [naam 6] , [naam 4] , [naam 1] , mr. Van Tilburg, en de verkoper van de woning uit uitzending 2, in combinatie met de bij de feiten onder 2.4 tot en met 2.9 geciteerde documenten, aannemelijk dat [eiser] door zich zo te presenteren verhuurders en verkopers tracht te bewegen woningen aan hem ter beschikking te stellen – en daarin ook met enige regelmaat is geslaagd – en vervolgens zijn financiële verplichtingen niet, of pas na zeer veel vertraging, nakomt. De door Noordkaap c.s. gebezigde aanduiding ‘oplichter’ vindt dan ook voldoende steun in het beschikbare feitenmateriaal. Dat [eiser] tot dusver niet strafrechtelijk voor oplichting is veroordeeld, doet daar niet aan af.
4.9.
Zijn stelling dat hij alle schuldeisers, op [naam 4] na, inmiddels keurig heeft afbetaald, heeft [eiser] daartegenover niet aannemelijk gemaakt. Naast [naam 4] , wiens vordering van rond de € 150.000,- [eiser] grotendeels erkent (een bedrag van € 108.074,-), zijn in elk geval [naam 1] en Binnenhuis Montage tot op heden onbetaald gebleven. [eiser] stelling dat hij niets met de aankoop van de woning door de stiefdochter te maken heeft, wordt weerlegd door de overgelegde stukken. Daaruit blijkt immers dat hij tegenover [naam 1] heeft gezegd voor de betalingen namens zijn stiefdochter te zullen instaan, althans het geld te zullen regelen. Voor de vordering van Binnenhuis Montage heeft [eiser] naderhand zelf een schuldbekentenis van € 30.000,- ondertekend, zonder enig voorbehoud. Zijn stelling nu dat ondeugdelijk werk zou zijn geleverd komt daarom niet aannemelijk voor. Daar komt nog bij dat de advocaat mr. Van Tilburg in de uitzending heeft verklaard voor drie cliënten nog vorderingen op [eiser] te hebben van in totaal rond de twee ton, dat [betrokkene] zegt nog veel meer gedupeerden van [eiser] te hebben gesproken en dat ook zijn ex-vrouw en kinderen stellen geld van hem tegoed te hebben, waarbij ook zij zijn afgegaan op zijn mooie praatjes.
4.10.
De handelwijze van [eiser] kan worden aangemerkt als een misstand. Als nieuwsmedium hadden Noordkaap c.s. er belang bij deze misstand aan de kaak te stellen en het publiek voor [eiser] te waarschuwen. In het kader van de archieffunctie en de mogelijkheid om de uitzendingen via www.kijk.nl te kunnen blijven raadplegen, hebben Noordkaap c.s. er ook belang bij dat de beelden (met geluid) nog beschikbaar blijven.
4.11.
Daartegenover weegt het belang van [eiser] om de beelden te doen verwijderen en/of vernietigen minder zwaar. Nu de beschuldigingen aan zijn adres steun vinden in het feitenmateriaal en zijn handelwijze heeft geleid en nog kan leiden tot benadeling van verschillende personen, is het aan de kaak stellen van deze misstand op zijn plaats. De wijze waarop dat gebeurt is – binnen de grenzen van het maatschappelijk betamelijke – ter bepaling van het nieuwsmedium zelf. [eiser] ’s persoonlijke levenssfeer wordt inderdaad aangetast, doordat hij volledig herkenbaar in beeld wordt gebracht. Noordkaap c.s. hebben echter terecht aangevoerd dat de herkenbaarheid belangrijk is voor de zeggingskracht van de beelden en voor de waarschuwende functie van de uitzending. Daarnaast hebben zij met de belangen van [eiser] rekening gehouden door zijn achternaam en/of woonplaats niet te noemen. [eiser] kan weliswaar op de beelden worden herkend, maar hij is niet traceerbaar door bijvoorbeeld te googelen op zijn achternaam. De mogelijke schadelijke gevolgen zijn daarmee te overzien. Daar komt bij dat de uitzendingen nu alleen nog ‘on demand’ beschikbaar zijn, alleen via het onder 2.18 genoemde kanaal, waardoor de mate waarin publiek de beelden zal zien en horen beperkt is. [eiser] heeft bovendien vooralsnog onvoldoende aannemelijk gemaakt dat hij na de uitzendingen in zijn privéleven en/of beroepshalve schade heeft ondervonden, daargelaten dat Noordkaap c.s. terecht hebben opgemerkt dat die eventuele schade eerder een gevolg is van zijn eigen handelwijze dan van de omstandigheid dat Noordkaap c.s. die in de openbaarheid hebben gebracht.
4.12.
Het zonder balkje of ‘blur’ beschikbaar houden van de beelden, zonder vervorming van de stem van [eiser] , is onder deze omstandigheden niet onrechtmatig en is ook niet disproportioneel. Daarbij speelt ook mee dat het achteraf bewerken van die beelden de nodige inspanningen en kosten voor Noordkaap c.s. zou meebrengen.
4.13.
Al met al moeten in dit geval de rechten en belangen van Noordkaap c.s. zwaarder wegen dan die van [eiser] . Dat leidt tot weigering van de gevraagde voorzieningen, met veroordeling van [eiser] als de in het ongelijk gestelde partij, in de kosten van dit geding.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
weigert de gevraagde voorzieningen,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten gevallen aan de zijde van Noordkaap c.s., tot heden begroot op:
- € 667,- aan griffierecht,
- € 1.016,- aan salaris advocaat,
5.3.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Beukenhorst, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M. Balk, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 6 oktober 2021. [1]

Voetnoten

1.type: MB