In deze zaak heeft eiseres, op 3 augustus 2021, beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar bezwaar door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam. Eiseres had eerder bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar aanvraag voor maatwerkvoorzieningen, welke afwijzing door verweerder op 6 november 2020 was gedaan. Ondanks een verzoek van de rechtbank heeft verweerder geen stukken of verweerschrift ingediend. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn van twaalf weken, gerekend vanaf de bekendmaking van het besluit, is overschreden. Eiseres heeft verweerder in gebreke gesteld en is vervolgens in beroep gegaan. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en vastgesteld dat verweerder een dwangsom verschuldigd is voor het niet tijdig nemen van een besluit. De hoogte van de dwangsom is vastgesteld op € 1.442,-, en de rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit bekend te maken. Tevens is bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag verbeurt voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van de griffiekosten van € 49,-.