Beoordeling
5. Vooraf wordt opgemerkt dat [verzoeker] (mede) oprichter is van beide stichtingen en thans gevolmachtigde is van zowel Back Up als van Treehouse, onder titel van artistiek leider c.q. directeur. [verzoeker] maakt echter geen deel uit van de besturen van Back Up of van Treehouse, terwijl het nemen van besluiten volgens de statuten van beide stichtingen is belegd bij het bestuur. In deze statuten is voorts bepaald dat de artistiek leider of directeur geen stemrecht heeft. De arbeidsovereenkomsten van [verzoeker] met zowel Back Up als Treehouse zijn namens het desbetreffende bestuur gesloten. [verzoeker] was tot de opzegging, zo is overigens ook niet in discussie, in dienst van beide stichtingen.
6. De vraag die voorligt is of Treehouse moet worden gezien als opvolgend werkgever van Back Up in de zin van artikel 7:668a lid 2 BW. In dat geval is immers de ketenregeling van lid 1 van dat artikel van overeenkomstige toepassing op de arbeidsovereenkomsten van [verzoeker] . Nu deze elkaar (met tussenpozen van minder dan zes maanden) hebben opgevolgd en in totaal een periode van 36 maanden hebben overschreden, zou de laatste arbeidsovereenkomst met Treehouse - in het geval zij opvolgend werkgever is van Back Up - gelden als aangegaan voor onbepaalde tijd.
7. Van een opvolgende werkgever is sprake wanneer Back Up en Treehouse ten aanzien van de verrichte arbeid redelijkerwijze geacht moeten worden elkaars opvolger te zijn. Anders dan Treehouse bepleit is inzicht in de hoedanigheid en geschiktheid van [verzoeker] bij de opvolgende werkgever sinds invoering van de WWZ daarvoor geen vereiste meer.
8. [verzoeker] heeft in het verzoekschrift de totstandkoming en ontwikkeling van Back Up uiteengezet, toegelicht waaruit de activiteiten van Back Up bestonden en beschreven welke werkzaamheden hij in het kader daarvan vanaf 2007 voor Back Up heeft uitgevoerd. Onweersproken is gebleven dat Back Up destijds is begonnen met het realiseren van drie theaterstudio’s, die zij (onder meer) verhuurde aan derden en dat het aantal studio’s vervolgens met verbouwde zeecontainers, schaftketen en portocabines is uitgebreid tot 40 verhuurbare studio’s. Deze studio’s bevinden zich, zo is niet betwist, op nagenoeg dezelfde plek als het huidige containercomplex Treehouse. In 2017 deed de mogelijkheid zich voor de situatie te legaliseren en hebben [naam 3] en [verzoeker] in dat verband een visiestuk geschreven. Voorwaarde voor legalisering was verdere uitbouw en professionalisering van de activiteiten. Volgens [verzoeker] heeft Back Up de aan de voorbereiding van het project verbonden voorinvesteringen van € 150.000,- gedragen en hebben [naam 3] en hij hun arbeidsuren als eigen inbreng op de balans gezet. Nadat, op basis van het visiestuk, de subsidie door de gemeente was toegekend en de financiering rond was zijn de activiteiten verder geprofessionaliseerd, waarna een belangrijk deel van de activiteiten van Back Up is overgegaan naar het in oktober 2018 opgerichte Treehouse. Ook de 40 studio’s van Back Up (en daarmee de inkomsten uit de verhuur van deze studio’s) zijn overgegaan naar Treehouse. Slechts de drie theaterstudio’s zijn bij Back Up gebleven. Deze gang van zaken heeft Treehouse niet weersproken, net zo min als is bestreden dat na overdracht van (een deel van) de activiteiten en de 40 studio’s, de omzet van Back Up sterk is gedaald.
9. Uit de door [verzoeker] gegeven beschrijving volgt dat de verwevenheid tussen beide stichtingen – nog los van de bij de stichtingen betrokken personen – groot is. Dat Treehouse de overgenomen activiteiten heeft uitgebreid dan wel op een deels andere of professionelere wijze heeft voortgezet maakt die vaststelling niet anders. Duidelijk is dat Treehouse voortkomt uit Back Up en is opgericht om met behulp van subsidie en financiering (op legale wijze) te kunnen doorgroeien en op die manier haar activiteiten te kunnen uitbreiden. Treehouse wordt dan ook niet gevolgd in haar standpunt dat zij geheel los moet worden gezien van en een wezenlijk andere organisatie is dan Back Up. De omstandigheid dat Treehouse en Back Up juridisch gezien op zichzelf staande entiteiten zijn dan wel dat het bestuur van Treehouse geen enkele betrokkenheid zou hebben bij Back Up is, wat daar ook van zij, op dit punt niet van doorslaggevend belang.
10. De activiteiten van Treehouse zijn na de oprichting, mede dankzij subsidies, steeds verder uitgebreid en inmiddels beschikt Treehouse over 110 werkruimtes. Door de schaalgrootte is de organisatie volgens [verzoeker] weliswaar gewijzigd, maar de aard van zijn werkzaamheden als artistiek leider is niet veranderd. De ter toelichting hierop gegeven vergelijking van de belangrijkste verantwoordelijkheden en taken in zijn functie als artistiek leider bij Back Up met de verantwoordelijkheden en taken van [verzoeker] bij Treehouse (weergegeven in het verzoekschrift en productie 13) laat zien dat de werkzaamheden die [verzoeker] voorheen uitvoerde voor Back Up en zijn werkzaamheden sinds 1 november 2019 voor Treehouse niet veel van elkaar verschillen. Ook bij Treehouse is [verzoeker] , naast het beheer en de verhuur van de studio’s, verantwoordelijk voor het selecteren van kunstenaars en het artistieke beleid, het coördineren en ondersteunen van de producties met techniek en faciliteiten en het leidinggeven aan het betrokken team. Een en ander is een logisch gevolg van het overgaan van een groot deel van de activiteiten van Back Up naar Treehouse. De exploitatie van de studio’s en het creëren van een goed artistiek klimaat voor kunstenaars zijn, zoals [verzoeker] onbetwist stelt, grotendeels een voortzetting van zijn werkzaamheden bij Back Up. Tot slot is niet bestreden dat het gaat om verhuur van dezelfde containers, op hetzelfde NDSM-terrein en dat wordt gewerkt met dezelfde partners.
11. Op grond van het voorgaande staat dan ook voldoende vast dat de aard van de werkzaamheden die [verzoeker] bij Treehouse uitvoert hetzelfde is gebleven. De omstandigheid dat Treehouse (veel) meer en door haar nieuwgebouwde werkruimtes verhuurt, zoals Treehouse aanvoert, maakt wellicht dat er een (forse) toename is van de werkzaamheden, maar de aard van de werkzaamheden is op zich niet wezenlijk veranderd. Evenmin doet de omstandigheid dat [verzoeker] nog steeds in dienst is van Back Up hieraan af.
12. Gelet op de verwevenheid tussen de werkgevers en de niet veranderde aard van de werkzaamheden is de conclusie dat Treehouse ten aanzien van de door [verzoeker] verrichte werkzaamheden redelijkerwijze moet worden geacht de opvolger van Back Up te zijn. Dat betekent dat de ketenregeling van overeenkomstige toepassing is op de bewuste arbeidsovereenkomsten. Nu deze elkaar hebben opgevolgd en in totaal, vanaf 1 januari 2017, een periode van 36 maanden hebben overschreden geldt de laatste arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
13. De mededeling van Treehouse in haar brief van 24 juni 2020 dat de arbeidsovereenkomst zou eindigen na 1 juli 2020 – door [verzoeker] opgevat als een opzegging – is gedaan zonder toestemming van het UWV of instemming van [verzoeker] en is daarmee niet rechtsgeldig. Ook wanneer zou worden geoordeeld dat [verzoeker] niet naar behoren functioneert dan wel sprake is van een onwerkbare situatie met [naam 3] , zoals Treehouse ten grondslag legt aan de opzegging, maakt dat de opzegging nog niet rechtsgeldig. Het verzoek om de opzegging te vernietigen is dan ook toewijsbaar, evenals de gevraagde wedertewerkstelling en doorbetaling van het salaris.
14. De primaire verzoeken van [verzoeker] worden daarom toegewezen, waarbij de dwangsom wordt gematigd en gemaximeerd als hierna is bepaald. De gevorderde wettelijke verhoging en wettelijke rente zijn eveneens toewijsbaar, waarbij de wettelijke verhoging wordt beperkt tot 25%.
15. De proceskosten komen voor rekening van Treehouse als de in het ongelijk gestelde partij.