Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the District Court in Krakow, Third Criminal Division(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
consolidated judgementvan 27 augustus 2018 van
the Regional Court in Oświȩcim(II K 288/18), met onderliggende
judgementsvan
the Regional Court in Oswiecimvan:
judgementvan 27 augustus 2018.
judgementbetreft de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB. Een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van dit onderdeel is als bijlage aan deze uitspraak gehecht.
judgementvan 27 augustus 2018 als de aan dit
judgementten grondslag liggen
judgementsvan 16 juni 2015, 26 juli 2015 en 27 september 2016 onder de reikwijdte van artikel 12 OLW vallen.
judgementvan 27 augustus 2018 vast dat de opgeëiste persoon niet in persoon is verschenen bij het proces dat tot die beslissing heeft geleid, en dat dit - kort gezegd - is gewezen zonder dat zich één van de in artikel 12, sub a tot en met c, OLW genoemde omstandigheden heeft voorgedaan. Evenmin heeft de uitvaardigende justitiële autoriteit een verklaring als bedoeld in artikel 12, sub d, OLW verstrekt. Reeds hierom kan de rechtbank de overlevering weigeren op grond van artikel 12 OLW.
judgementvan
judgementvan 27 augustus 2018 opgelegde vrijheidsstraf geen schending van de verdedigingsrechten van de opgeëiste persoon met zich zou brengen.
4.Slotsom
5.Toepasselijke wetsbepalingen
6.Beslissing
[opgeëiste persoon] .