ECLI:NL:RBAMS:2021:5516
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake last onder dwangsom door college van burgemeester en wethouders van Amsterdam
Op 9 september 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam, mr. A.K. Mireku, uitspraak gedaan in een zaak tussen een verzoeker en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in verband met een invorderingsbesluit van het college, waarbij de verzoeker werd verplicht om € 20.000,- te betalen wegens het organiseren van evenementen zonder de vereiste vergunningen. De verzoeker had bezwaar gemaakt tegen dit invorderingsbesluit en vroeg de voorzieningenrechter om uitstel van betaling tot er een beslissing op zijn bezwaar was genomen.
Tijdens de zitting werd duidelijk dat de verzoeker en het college overeenstemming hadden bereikt over het uitstel van betaling. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen aanleiding meer was om een voorlopige voorziening te treffen, aangezien de verzoeker geen belang meer had bij het verzoek. De voorzieningenrechter legde uit dat de bezwaarprocedure bij het college nog steeds doorloopt en dat de uiteindelijke beslissing over de betaling van de dwangsom in die procedure zal worden genomen.
De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af en gaf aan dat er geen proceskosten aan de zijde van de verzoeker vergoed hoeven te worden. De uitspraak werd opgemaakt in een proces-verbaal en is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak kan geen hoger beroep worden ingesteld.